zaterdag 24 maart 2012

Nikon 1: combinatie met spiegelreflexlenzen

Na mijn vorige artikel over de fraai Nikon 1, nu het vervolg. Specifiek over het gebruik van lenzen van de spiegelreflexcamera op deze compacte systeemcamera.


Voor iemand die al een spiegelreflex en de bijbehorende lenzen van Nikon bezit is natuurlijk het grote voordeel dat die lenzen op dit toestel bruikbaar zijn. Niet zomaar, er is een adapter voor nodig, wat eigenlijk een stuk lucht is van bijna 300 euro, maar anders werkt het niet.

Hier recht een afbeelding van deze zogenaamde TF1 adapter. Aan deze zijde kunnen de 'grote' spiegelreflexlenzen gemonteerd worden, de achterkant gaat op de Nikon 1.





Twee dingen moeten me van het hart over het gebruik van grote lenzen op de Nikon 1:
  1. Het ziet er niet uit, maar:
  2. Het werkt fantastisch!
Hier een voorbeeld van zo'n combinatie:


Nikon J1, door middel van een TF1-adapter gekoppeld met een 70-300 mm telezoomlens.
De TF1-adapter kan in dit geval aan het statief gekoppeld worden.
Dit is als compacte camera niet meer serieus te nemen.

Er zijn twee belanrijke redenen waarom dit toch een belangrijk voordeel is, nl.:
  1. Er hoeven niet allerhande extra lenzen voor de Nikon 1 aangeschaft te worden. Als er een keer een telelens of wat dan ook nodig is en die is er al voor de spiegelreflex, dan kan deze gebruikt worden.
  2. Dankzij de crop-factor van 2.7 van het Nikon 1-systeem neemt het bereik van met name de telelenzen fors toe. De 70-300 mm zoomlens van hierboven wordt een 189-810 mm zoom. Dat is waanzinnig! En in tegenstelling tot een teleconverter is er geen verlies in diafragma. De lens hierboven blijft f4.5-5.6.
Het koppelen van de verschillende onderdelen gaat erg makkelijk en voelt zeer degelijk. De Nikon 1 kan de grote lens via de adapter prima bedienen! Diafragma wijzigen? Zo gedaan! En als de ontspanner half ingedrukt wordt treedt direct de Vibration Reduction in werking. De data van de lens komt goed door op de camera en in de EXIF-data.

Noemde ik in het vorige artikel een paar nadelen van de Nikon J1, bij gebruik met DSLR-lenzen komt er nog een nadeel bij:

Bij gebruik van een hele grote telelens werkt het niet. Om te zien wat je fotografeert moet je op het display achterop kijken, wat wil zeggen dat je de camera voor je moet houden. Met een lens van een paar kilo lukt dat niet. Of je moet Schwarzenegger heten. Of een oerstevig statief hebben, óf: een zoeker, dan lukt het ook. Toch maar de V1 dan, ondanks de meerprijs?

Groot, groter, grootst 

Nikon J1, met TF1-adapter, 2x teleconverter (versie III) en 300 mm f.2.8 telelens.

Hier is uit de hand geen foto mee te maken. Daarom heb ik dat maar met wat andere lenzen gedaan.








En dan nu wat resultaten:

Brilduiker in Dierenrijk te Nuenen.
Nikon J1 + TF1 + 70-300 mm lens op 300 mm (EFL = 810 mm). Diafragmavoorkeuze programma. Diafragma f/7.1, Auto-ISO 140, Sluitertijd 1/250e sec. Uit de hand.

Zwarte Ooievaar. Dit is de hele foto, geen uitsnede gemaakt.
Zelfde instellingen als de vorige foto.

Zilvermeeuw.
Foto gemaakt met voornoemde apparatuur, alleen lens nu op 170 mm. Full frame, dus geen uitsnede gemaakt.

Deze foto's zijn stuk voor stuk messcherp en van hoge kwaliteit. Om het maximale eruit te halen heb ik alle opnamen in RAW gemaakt en achteraf bewerkt in Photoshop.

Zoals ik al zei werkt het niet om met nog grotere lenzen aan de slag te gaan. Tenzij er een degelijk statief voorhanden is en/of een zoeker (op de V1). Dat had ik niet. Maar natuurlijk wilde ik de kans niet voorbij laten gaan de maximale focale afstand te bereiken die ik kan halen.

Opstelling
Nikon 1 J1 + Adapter TF1 + Teleconverter 2x III + 300 mm f/2.8 objectief.
Resultaat: 300 * 2 * 2,7 = 1620 mm! Oftewel 1 meter 62 centimeter! Krankzinnig. En dat bij f/5.6, hoewel ik f/8 gebruikt heb in verband met de teleconverter.


Knotwilg in de achtertuin van mijn buren. Afstand ca. 15 meter. Geen uitsnede, hele foto.

Er is geen enkele reden om te twijfelen aan de kwaliteit van de combinatie: het werkt gewoon. En het werkt goed! Dit biedt perspectief voor die zotten die kleine objecten heel ver weg in alle detail willen vastleggen, beter bekend als vogelfotografen.

Wat een gaaf speelgoed is dit.

Robert van Brug





zaterdag 17 maart 2012

Nikon 1: basistest

De afgelopen maanden heb ik veel testen uitgevoerd met een aantal verschillende camera's. Het eenvoudigst is te testen wat je zelf voor handen hebt, in mijn geval een compactcamera en een spiegelreflex.

De opkomst van de systeemcamera maakte dat ik hier ook over ging nadenken. Zou het wat zijn? En voor mijzelf? Wat uiteindelijk tot een artikel op dit blog leidde. Conclusie was dat het voor mij niet zou werken. Maar door de Nikon 1 werd ik weer aan het twijfelen gebracht, zoals in een ander artikel al uitgelegd. Een dergelijk toestel levert namelijk veel hogere kwaliteit beelden dan een compactcamera én alle lenzen voor de spiegelreflexcamera kunnen ook gebruikt worden.

Nu bleek een vriendin een J1 aangeschaft te hebben. Heel brutaal heb ik gevraagd of ik die een paar dagen mocht lenen en dat mocht. Paula: bedankt!
Nikon1 J1 met 10-30 mm objectief en bijpassende Nikon 1 draagband.

Mijn oorspronkelijke kritiekpunt op compacte systeemcamera's blijft echter overeind: het toestel is gewoon te groot om in de binnenzak mee te nemen. Ook met de kleinste lens erop. Het past wél in een damestas, maar de vraag is of dat werkt. Ook Paula heeft er een apart tasje voor. Wat de kans vergroot dat het toestel uiteindelijk niet meegaat op een dagje uit. Mocht je het toch meenemen, dan is het weliswaar groter en zwaarder dan een compactcamera, maar veel lichter en kleiner dan een spiegelreflex. En dat is niet onbelangrijk als je er de hele dag mee moet rondlopen. 

Er zijn twee verschillende types Nikon 1: de V1 en de J1. De V1 heeft wel een zoeker (electronic viewfinder of evf) en is een paar honderd euro duurder. De J1 heeft deze zoeker niet wat betekent dat het scherm achterop gebruikt moet worden om foto's te maken. Net als bij een compactcamera dus.
de V1 heeft dus wel die zoeker en lijkt daardoor wat meer op een spiegelreflex. De V1 heeft echter geen flitser, die de J1 weer wel heeft. Er kan wel een opzetflitser bijgekocht worden die beter is dan de inbouw van de J1. Tenslotte heeft de J1 een elektronische sluiter en de V1 ook nog een mechanische versie. Verder zijn de toestellen identiek.
Oh ja, voor de dames: verkrijgbaar in zwart en wit, de J1 is er ook in het rood en in het roze. De lenzen op deze camera zijn bijpassend van kleur.

De eerste indruk van de Nikon 1 is goed. Het toestel voelt erg degelijk, ziet er prachtig afgewerkt uit en heeft een rustig design, met niet te veel knoppen. Dat lijkt me goed want wie veel knoppen wil koopt maar een spiegelreflex.
De menu's wijzen zichzelf, het instellen gaat erg makkelijk en een aantal zaken lijkt op alle Nikon toestellen hetzelfde, zoals het scherm met de opname, het histogram en de belangrijkste gegevens van de opname. Dat is ideaal als je Nikon gewend bent en dit toestel voor erbij hebt. Voor Nikon geldt dat ze op deze manier niet iedere keer opnieuw het wiel hoeven uit te vinden. Wat goed is kunnen ze overal toepassen.


Achterzijde van de Nikon 1 J1. Vertrouwd scherm voor Nikon gebruikers.
Hier is ook goed zichtbaar dat er niet zoveel knoppen op de achterkant zitten.

Vervolgens foto's maken. Het wijst zichzelf, gaat makkelijk en het ziet er goed uit! Ook bij beperkt licht gaat het prima. De autofocus vindt razendsnel het onderwerp, dat is echt een enorm pluspunt van dit toestel.

Ook in de volautomatische stand gaat het verrassend goed. Zodra er een onderwerp dat heel dichtbij staat in beeld wordt genomen gaat het toestel in de macro stand. Een mens in beeld? Portretstand. Ook de gekozen waarden voor diafragma, ISO e.d. leveren in veel situaties een goed resultaat op.

Wie dit blog vaker leest weet dat de echte test voor camera's zit in het fotograferen met hoge ISO waarden. Hoe minder ruis er dan zichtbaar is, hoe beter de sensor en daarmee de camera. En wie dit gelezen heeft weet dan goedkope compactcamera's op dit onderdeel slecht scoren. Dus hoe vergaat het de compacte systeemcamera?

Voor alle testfoto's hieronder geldt: ik geef een 100% crop weer, dat wil zeggen dat iedere beeldpunt van de sensor (pixel) ook een beeldpunt op het scherm is. Hierdoor kijk je naar een extreem klein detail v/h totale beeld, in deze voorbeelden slechts 3% van de hele foto!
Alle opnamen gemaakt onder gelijke omstandigheden, vanaf statief.
Het onderwerp in dit geval: een krijger uit het wereldberoemde terracottaleger uit Xi'an, China. Maar dan een 15 cm hoge replica. Het hoofd is slechts 2 centimeter hoog.

ISO 400:

Nauwelijks ruis. ISO100 en 200 zijn nog beter, maar het is bijna niet zichtbaar.

ISO 800:

Er is hier al een beetje ruis zichtbaar, maar niet storend.

ISO1600:

En nog wat meer ruis, maar het valt nog erg mee.

ISO3200 dan:

Het kost moeite om ruis in de foto te krijgen, maar op de extreme waarde van 3200 lukt het. En dan valt het nog mee, indrukwekkend!

ISO 6400 (Hi1) zit ook nog op de camera, wat levert dat dan op:


Dit is heel veel ruis. Maar voor ISO6400 is ook dit verrassend goed!

En vergeet niet: dit zijn extreme close-ups, enorm uitvergroot. En natuurlijk is het mogelijk in fotobewerkingsprogramma's ruisonderdrukking toe te passen waardoor het resultaat nog veel beter wordt dan hierboven. Ik begin me af te vragen hoe dit zich verhoudt tot een spiegelreflex camera, maar dat is voor de volgende keer.

De voordelen op een rij:
  1. voelt erg degelijk aan
  2. eenvoudig te bedienen
  3. meer geavanceerde instellingen zijn mogelijk voor wie dat wil
  4. kwalitatief zeer hoogwaardige foto's, ook op hele hoge ISO waarden.
  5. op de volledig automatische stand over het algemeen prima foto's
  6. uitstekende autofocus maakt het makkelijk het gewenste plaatje te maken
  7. kleiner en lichter dan een spiegelreflex. Geen bezwaar om de hele dag mee rond te lopen
  8. mogelijk om lenzen van de spiegelreflexcamera op dit systeem te gebruiken

Nadelen zoals ik ze zie:
  1. Zoals eerder gemeld: te groot voor in de jaszak.
  2. Als gevorderde fotograaf wil ik niet dat de camera van alles voor mij bepaald, ik wil graag van alles zelf instellen. Dat kan wel, maar zit onnodig verstopt. De voor mij zo vertrouwde P, S, A en M-stand zitten diep in een menu. Dat is helemaal niet nodig, er was op de draaischijf nog ruimte genoeg voor.
  3. Ik heb behoorlijk moeten zoeken hoe ik het diafragma (in A-stand) of de sluitertijd (in S-stand) moet aanpassen. Ook de handleiding hielp niet. Na veel zoeken blijkt de zoomknop hiervoor gebruikt te moeten worden. Dat werkt prima, maar komt op mij onlogisch over. Het scheelt overigens wel een extra knop, dus ik snap waarom Nikon hiervoor gekozen heeft, maar als spiegelreflex gebruiker is dit wennen.
  4. Het ontbreken van een zoeker. De V1 heeft die wel, maar op de J1 ontbreekt het. In de zon is er bijna geen foto mee te maken, je ziet echt helemaal niets op de display. Ik heb kunstgrepen moeten uithalen door het scherm in de door mijzelf veroorzaakte schaduw te houden, maar dan is de houding weer onlogisch en is het niet ontspannen fotograferen. Aan de andere kant: als je een compactcamera gewend bent zal dit punt je niet eens opvallen. Ben je echter zoals ik een spiegelreflexgebruiker, dan is het behelpen. 
  5. Duur. Er zijn in dit segment voordeligere alternatieven op de markt die wellicht net zo goed zijn. Ik denk dan met name aan het Micro Four Thirds systeem wat nog niet de helft kost van het Nikon 1 systeem. Maar is dat wel zo goed? Een verdere test zal het uitwijzen!
Bedankt weer voor het lezen en tot de volgende keer.

Robert van Brug





woensdag 14 maart 2012

Ik ga op reis, en neem mee...

Ik ga op reis, en neem mee: mijn fotospul natuurlijk!

Veel lezers zullen zich afvragen wat het probleem is. Fijn toch, op reis? Een aantal van jullie zal echter precies weten waar de schoen wringt. En mogelijk ook worstelen met dezelfde problemen.

Mijn probleem is: ik heb te veel handbagage voor in een vliegtuig. En dat komt door de fotoapparatuur. Wie ooit filmpjes heeft gezien hoe er met ruimbagage wordt omgegaan door ruw personeel en lopende banden, snapt dat dure en gevoelige optische apparatuur daar niet in thuis hoort. Als je de fotoapparatuur verzekerd hebt kan het zelfs in de voorwaarden zijn opgenomen dat de dekking vervalt als het in een vliegtuigruim kapot is gegaan.

Als ik op een fotoreis ga dan wil ik alle fotoapparatuur in de handbagage hebben. Dus ook alle niet kwetsbare delen zoals reserveaccu's, schoonmaakspul, flitser, et cetera. Het komt regelmatig voor dat een stuk bagage later aankomt en dat kan wel eens te laat zijn. Of het komt helemaal niet meer aan, dat is nog erger.

Regel 1 in dit geval is: verdeel en heers. Dus reis je samen met een reisgenoot die een zeer bescheiden hoeveelheid handbagage heeft, verdeel het dan onder de armen. Is je reisgenoot ook een fotograaf met nog meer apparatuur dan jijzelf, tja...

Met handbagage is de kans veel kleiner dat het sneuvelt of kwijt raakt. Bovendien is het dan wél verzekerd. Maar ook dat is aan regels gebonden. Van de site van KLM komt het volgende:
  • 1 stuk bagage van max. 55 x 25 x 35 cm (21,5 x 10 x 13,5 inch), en
  • 1 extra voorwerp: een handtas, laptop of een ander voorwerp van gelijk of kleiner formaat.
In Economy Class mag uw totale handbagage maximaal 12 kg wegen.

TIP: check de website van uw luchtvaartmaatschappij omtrent de regels voor handbagage.

Maar laten we eens kijken naar bovenstaande voorbeeld van KLM. Dat biedt namelijk mogelijkheden. Het ene stuk bagage mag best een flinke tas zijn. Ik neem daarvoor een fotorugzak en die prop ik zo vol mogelijk met camera body's, lenzen, flitser, teleconverter, oplader, geheugenkaartjes, accu's, reinigingsspul, enzovoort, tot het tjokvol zit.

Dan hebben we nog het extra voorwerp. Uit het voorbeeld blijkt al dat dit best een redelijk groot voorwerp mag zijn (een dikke laptoptas), dus daar kan ook nog van alles in.  

Nou moet het lukken om alle apparatuur mee te krijgen de cabine in. Ook met 3 professionele telelenzen, een aantal body's en de rest.

Maar we zijn er nog niet, we kunnen het maximale gewicht (bij KLM 12 kg) nog overschrijden. Ik kan hier wel verklappen dat ik er standaard overheen ga. Toch heb ik er nooit problemen mee gehad. Waarom?
  • Mijn rugzak, type ThinkTank Streetwalker, is kleiner dan de maximale afmetingen (29 x 50 x 22 cm) waardoor het er niet verdacht zwaar uitziet. Een vriend van mij met een grotere fototas is regelmatig het haasje op luchthavens.
  • Op vliegvelden probeer ik me te bewegen alsof er lucht in mijn rugzak zit in plaats van 15 kg. Er letterlijk onder gebukt gaan trekt ongewenste aandacht.
  • Ik heb naast foto apparatuur alleen een MP3-speler en een pocketboek bij me. Licht en klein. Kleren, toiletartikelen en allelei andere zaken gaan in de ruimbagage. Die zaken zijn niet kritisch als het kwijtraakt, wel heel vervelend.
Mocht ik toch gedwongen worden om het te laten wegen dan heb ik een probleem, maar ook daarvoor zijn oplossingen:
  • Stop zoveel mogelijk klein/zwaar spul in jas- en broekzakken. Dit telt namelijk niet mee voor het gewicht.
  • De regels zijn verschillend per maatschappij, maar bij velen mag een losse camera ook nog mee. In dat geval kan overwogen worden om bij het wegen/meten de zwaarste camera met alles erop en eraan uit een tas te halen, te laten wegen en daarna weer terug te stoppen.
  • Mocht dat niet werken kun je er altijd nog op wijzen dat je vanwege polisvoorwaarden van de verzekeraar verplicht bent om het als handbagage mee te nemen.
  • Ook helpt het om een beroep te doen op het gezond verstand van de medewerkers. Rits de tas open, laat zien wat er allemaal voor dure apparatuur in zit en de meesten snappen het direct.
  • Stel je hoe dan ook coöperatief op richting het personeel van de luchtvaartmaatschappij. Vriendelijk blijven helpt vaak meer dan klagen en zeuren.
  • Soms lukt het dan nog niet. Mogelijk moet er bijbetaald worden. Als alle andere opties niet werken dan moet dat maar. Kijk anders nog maar eens naar dat filmpje.
Nu geldt het hele bovenstaande voor veel grote maatschappijen. Prijsvechters zijn echter een stuk strikter. Die leven van toeslagen voor van alles en nog wat. Hieronder de voorwaarde van Ryanair t.a.v. handbaggage:

8.7.1 Er wordt maaréén stuk handbagage per passagier toegestaan, voor zover deze voldoet aan bepaalde beperkingen inzake gewicht en grootte. Handtassen, aktetassen, laptops, winkelaankopen, camera's, enzovoort, moeten worden vervoerd binnen uw toegestane één stuk handbagage. Extra/te grote handbagage zal bij de boardinggate geweigerd worden of als het mogelijk is zal het geplaatst worden in het ruim van het vliegtuig tegen een toeslag  volgens het tarief voorzien in de Tabel van Ryanair Toeslagen 

Oeps. Als dat strikt gevolgd wordt wordt het heel vervelend. Dan gaan ze 60 Euro toeslag vragen én het alsnog in het ruim vervoeren. Maar zelfs Ryanair  is de kwaadste niet, want in de voorwaarden staat ook nog:

8.7.2 Artikelen die we als ongeschikt voor vervoer in het ruim van het vliegtuig beschouwen (zoals kwetsbare muziekinstrumenten), en die niet voldoen aan de vereisten in artikel 8.7.1 hiervoor, worden alleen geaccepteerd voor vervoer in de cabineruimte als u ons vooraf op de hoogte hebt gesteld en als toestemming door ons is verleend. 

Dus nogmaals: bereid je goed voor, voorkom ellende.

Volgende week vlieg ik richting Afrika met Ethiopian Airlines. Maximum toegestaan gewicht van de handbagage: 7 kg. Maar ik heb nog niet eerder problemen ondervonden, hopelijk deze keer ook niet.

Het kan dus een tijdje duren voordat er weer updates verschijnen op dit blog. In de tussentijd ben ik aan het genieten van de natuur en het aanwezige wildlife in Malawi en Zambia. Hier een paar foto's om een impressie te geven:

Visoverdracht bij een paartje bonte ijsvogels bij het meer van Malawi.

Hier was ik erg blij met een van mijn eerste foto's van een olifant

Een volwassen olifant waadt door een lagune in het licht van de ondergaande zon

Een Groenstaartglansspreeuw. Ook dit keer hoop ik weer vooral veel mooie vogels vast te leggen.

Tot over een paar weken.

Robert van Brug







vrijdag 9 maart 2012

ISO: ins en outs

In een voorgaand artikel heb ik ISO uitgeroepen tot de factor die de kwaliteit van een camera bepaald. Ik heb me toen beperkt tot de belangrijkste zaken. Maar er is meer en dat volgt nu.

Regel 1 met betrekking tot ISO: hogere ISO = meer ruis.

In het vorige artikel heb ik alle delen van de samengestelde foto vergelijkbaar belicht. Dus als ik de ISO verdubbelde, dan halveerde ik de sluitertijd. En dan klopt de regel hierboven inderdaad.

Maar is dat wel altijd zo? Tijd voor een andere test.

Nu heb ik op hoge ISO (3200) een belichting gekozen. En vervolgens alleen de ISO verlaagd naar 200 maar de sluitertijd heb ik gelijk gehouden. Het resultaat is een opname die op ISO 200 4 stops onderbelicht is:


Alle instellingen van beide helften van deze foto zijn gelijk, alleen de ISO waarde verschilt. Dit is de hele opname, het is makkelijker uit te leggen aan de hand van een detail met een crop op 100%:

Dit is een uitsnede uit de foto hierboven. Het linkerdeel, op de zeer hoge ISO 3200 vertoont weliswaar ruis, maar er is ook veel meer detail zichtbaar dan in het onderbelichte rechterdeel. Ik meld hierbij dat er nergens ruisonderdrukking is gebruikt. Voor diegenen onder jullie die geen Nikon lenzen bezitten: het oppervlak bevat een lichte structuur, zoals op het linkerdeel.

Om het rechterdeel even licht te krijgen, ga ik in de nabewerking dat deel 4 stops overbelichten (EV = exposure value +4):


Nu zijn beide delen even licht, maar ze zien er niet hetzelfde uit. Het ISO 3200 deel bevat veel meer detail en oogt veel natuurlijker. Bovendien kan er nog de nodige nabewerking plaatsvinden waardoor het resultaat nog beter wordt:


Ik had de oorspronkelijke opname (ISO 3200) opzettelijk wat overbelicht om er maximaal resultaat uit te kunnen halen (later meer hierover). Dat corrigeer ik nu door een stop onder te belichten (EV -1). Om het rechterdeel hieraan gelijk te trekken moet ik nog 3 stops overbelichten (EV +3). Vervolgens heb ik het contrast verhoogd door een wit- en een zwartpunt in de opname aan te wijzen, ruisonderdrukking gebruikt (80%) en verscherpt (smart sharpen). Hoewel deze bewerkte opname er veel beter uitziet is de conclusie gelijk gebleven: de ISO 3200 opname ziet er beter uit dan de ISO 200 opname.

Dit resultaat staat NIET haaks op de conclusie dat een hogere ISO meer ruis veroorzaakt. Het is een nuancering van die conclusie. Ik zal uitleggen wat er gebeurd, maar het is niet eenvoudig.

Het is een misvatting dat hoge ISO ruis veroorzaakt. Afwezigheid van licht veroorzaakt ruis. Als er weinig licht is (weinig fotonen) dan is de spreiding van deze fotonen statistisch niet meer altijd gelijk. Dit veroorzaakt problemen als de sensor een onregelmatige spreiding van de hoeveelheid licht waarneemt op het moment van opname. Dit veroorzaakt Shot Noise of Photon Noise (Hagelruis, zie Wikipedia in het Engels). Er bestaat ook Read Noise, welke plaatsvindt als de sensor uitgelezen wordt. Deze is constant, dus ongeacht de ISO. Bij gebruik van een hogere ISO waarde wordt de Shot Noise versterkt wat meer ruis veroorzaakt, maar de Read Noise is constant. Als echter een lage ISO waarde wordt gebruikt (en diafragma en sluitertijd gelijk blijven) dan zal de opname onderbelicht zijn (zoals hierboven). Bij correctie van deze opname in Photoshop zullen zowel de Shot Noise als de Read Noise versterkt worden waardoor de totale hoeveelheid ruis hoger zal uitvallen. Bent u er nog?

Voor diegenen onder ons die verder willen komen dan gemiddeld in fotografie geldt dus NIET automatisch dat een zo laag mogelijke ISO instelling het beste is. Maar wat dan wel?

Het antwoord is: een juiste belichting. Als diafragma en sluitertijd al min of meer vastliggen, vormt ISO de sluitpost om tot een goede belichting te komen. Een veel te donkere foto, zo hebben we hiervoor gezien, levert geen goed resultaat op. Als de foto nog donkerder wordt zijn de donkere delen helemaal dichtgelopen en is er geen redden meer aan. Aan de andere kant is het mogelijk een foto over te belichten. Ook dit kan te ver gaan, waardoor er uitgebeten wit ontstaat. Omdat ruis vooral in de donkere delen van de foto ontstaat, want daar is het meeste afwezigheid van licht, is het zaak om foto's net niet teveel over te belichten. Het is bijvoorbeeld mogelijk om een opname te maken die geen uitgebeten wit oplevert, maar die wel overbelicht is. Door na afloop de belichting naar beneden bij te stellen wordt het beste resultaat verkregen. Dit principe heet: Expose To The Right (of: ETTR), Rechts belichten. Het heet zo omdat in het histogram zoveel mogelijk informatie in het rechterdeel terecht moet komen, maar het moet niet clippen, geen uitgebeten wit.

Een Ooievaar. Bestaat helemaal uit donkere en lichte partijen en is daarmee zeer lastig goed te belichten. Bovendien was het al aan het schemeren en stond de ooievaar tegen een schaduwrand.

Manual stand.
f/5.6 (=maximaal)
1/500e sluitertijd (nodig bij 900 mm EFL, foto vanaf monopod, geen statief aanwezig)

Resultaat: ISO 1600. Net geen uitgebeten wit!

Opname is volgens de ETTR principes gemaakt, waarbij bewust is overbelicht om een zo groot mogelijk deel  rechts in het histogram te krijgen zonder uitgebeten wit te krijgen. In de nabewerking is de belichting gecorrigeerd (onderbelicht).

Op deze opname is het linkerdeel ontruist, het rechterdeel is origineel.



Goed belichten is het bepalen van de benodigde sluitertijd zodat er geen bewogen beelden ontstaan. Het diafragma moet zo groot mogelijk, of dat moet om redenen van scherptediepte niet kunnen. Tenslotte: schroef dan de ISO zo ver mogelijk op zonder uitgebeten wit te krijgen.

Als bovenstaande gevolgd wordt is de belichting optimaal. ISO wordt dan als sluitpost gebruikt.

Conclusies omtrent ISO:
  1. gebruik bij voorkeur een lage ISO waarde, maar:
  2. liever een hoge ISO waarde dan een bewogen opname, en we kunnen nu toevoegen:
  3. liever een hoge ISO waarde dan een onderbelichte opname.
Het is één van de grote voordelen van de digitale fotografie dat het resultaat direct zichtbaar is achterop de camera. Maar kijk niet alleen naar de foto, maar ook naar het histogram. Zit er nog ruimte rechts in het histogram, maar dan de opname opnieuw en overbelicht net zo lang tot deze ruimte benut is.

TIP 1: zet de overbelichtingswaarschuwing op de camera aan. Samen met het histogram heb je dan alle informatie over de belichting die je nodig hebt. Kijk in de handleiding van de camera hoe dit moet.

TIP 2: een beetje teveel overbelichten (knipperende waarschuwing op de camera) mag gerust. Dit is in de nabewerking goed te herstellen mits de opname in RAW is gemaakt. Het eindresultaat wordt hierdoor nóg beter.

En nu de omgekeerde test als aan het begin van dit artikel. Daar ging ik een onderbelichte foto overbelichten en kwam erachter dat dit rampzalig uitpakt. Laten we eens kijken hoe het resultaat is van dezelfde test als ik een zwaar overbelichte foto ga onderbelichten. Eerst twee foto's maken, goed belichten op ISO 200 en voor de tweede foto alleen de ISO verhogen, verder alles gelijk houden:


Er zit 3 stops verschil tussen beide delen van deze opname. Op ISO 3200 werd het echt uitgebeten wit dat niet meer gecorrigeerd kon worden. Nu de rechterhelft 3 stops onderbelichten (EV -3):


Dit is een herkenbaar resultaat: ISO 200 ziet er veel beter uit dan ISO 1600.

Wat hier gebeurt is geen ETTR. Bij Expose to the Right moet er nog steeds goed belicht worden. In plaats van de ISO te verhogen had bijvoorbeeld de sluitertijd omhoog gekund. Het verhogen van de ISO met 3 stops (van 200 naar 1600) niet realistisch om ETTR toe te passen. Wel kan het voorkomen dat op een prachtig heldere dag een opname met ISO 200 en 1/4000e seconde sluitertijd wordt gemaakt op f/8. Ideale waarden op het eerste gezicht. Maar als er nu nog een stop ruimte zit aan de rechterkant van het histogram, dan had bijvoorbeeld 1/2000e seconde sluitertijd een beter resultaat opgeleverd. Specifiek ETTR zal ik nog een keer in een separaat artikel beschrijven.

Tenslotte, omdat dit een expert level artikel is, nog iets.

Canon schijnt een probleem te hebben met een aantal ISO-instellingen. Uit bovenstaande foto's zal duidelijk zijn dat ik geen Canon gebruik, maar ik kwam het diverse keren tegen op internet.

Bij Canon wordt aangeraden om alleen de 'native' waarden van ISO gebruiken. Dit zijn 100, 200, 400, 800, 1600 en 3200. En niet bijvoorbeeld 250, 2000 of 1000.
Het levert een beter resultaat op om op ISO 1600 te belichten dan op ISO 1250 en 1/3e stop over te belichten. Ik kan dit niet tonen, want Nikon lijkt hier geen last van te hebben. Bij mijn Nikon is de native ISO 200-3200 (een bereik van 4 stops), inclusief alle tussenliggende waarden. Uitgebreid bereik is 6 stops.
Mocht een van de lezers een Canon bezitten en dit willen testen dan ben ik heel benieuwd.

Wel is het zo dat er een uitgebreid bereik is van het native ISO-bereik. Ik heb bijvoorbeeld op mijn Nikon D90 een ISO L1.0 wat overeenkomt met ISO 100 en een H1.0 wat ISO6400 benadert. Maar het is toch iets anders. En daarmee is het niet per definitie zo dat een ISO L1.0 opname beter is (lees: minder ruis bevat) dan een ISO 200 opname. Aan de andere zijde kan bij ISO H1.0 een slechter resultaat verwacht worden dan bij echt ISO 6400. De camera kan deze settings aan, maar ik adviseer om een keer te testen in hoeverre het gebruik zinvol is.

Bij de professionele high-end camera's is dit natuurlijk nog extremer: de onlangs geïntroduceerde D4 van Nikon heeft een native ISO bereik van 100-12800, oftewel 7 stops. Dat is 2 stops meer dan mijn camera. Het uitgebreide bereik reikt zelfs van 50 tot 204800, dat wil zeggen 12 stops, dus het dubbele van mijn toestel. Hmmmm. Maar hij is ook 10 keer zo duur. De nieuwste high-end Canon 1D-X is hiermee vergelijkbaar. Ook in prijs.

Bedankt weer voor het lezen, tot een volgende keer.

Robert van Brug


dinsdag 6 maart 2012

ISO: compactcamera versus spiegelreflex

Van de drie-eenheid van belichting, sluitertijd diafragma en ISO is ISO op een bepaalde manier het belangrijkst. Het type opname bepaalt min of meer de sluitertijd die nodig is om het beeld te bevriezen. Het diafragma bepaalt de hoeveelheid scherptediepte die we willen en is deels afhankelijk van de gebruikte lens. De ISO en hoe goed een camera daarmee om kan gaan bepaalt voor het grootste deel de kwaliteit van de camera!

Door grotere sensoren te gebruiken waar de beeldpunten (pixels) groter zijn, ontstaat er minder ruis dan bij kleinere sensoren. Het is met een Full Frame professionele camera beter mogelijk om op ISO 1600 een opname te maken met een acceptabel ruisniveau dan met een consumententoestel.

Hier zit echter ontwikkeling in. Was een aantal jaar geleden ISO 3200 een extreme waarde, nu is dat al lang niet meer zo. Mijn D90 (uit 2010) heeft ISO 200-3200 als basisrange, maar er kan uitgeweken worden naar 100-6400. De net verschenen professionele D4 (2012) heeft 100-12800 en is uitbreidbaar tot 50-204800. Met compactcamera's zie je het ook: mijn compactcamera uit 2005 gaat tot ISO 800, die van mijn dochtertje uit 2011 gaat al tot ISO 3200.

Er zit vooruitgang in de techniek. Het lukt de camerafabrikanten steeds beter de hoeveelheid ruis op hoge ISO waarden onder controle te houden. Eén van de meer recente ontwikkelingen (sinds 2011)  is dat er minder beeldpunten ('megapixels')  op een chip gezet worden. Men ziet nu in dat een hogere kwaliteit gaat boven een hoger getal. Kwaliteit boven marketing, dat lijkt logisch maar je moet het wel verkopen. Voor de komende jaren zal gelden dat op het terrein van ISO de vooruitgang geboekt zal worden. Dit is het terrein van de semiconductor industrie.

Nu duidelijk is wat het grote verschil is tussen de verschillende soorten camera's, laten we eens kijken hoe groot de verschillen zijn. Ik heb een test uitgevoerd met een Nikon D300s met 18-200 mm kitlens (waarde 1500 euro) tegen een Nikon Coolpix S3100 van nog geen 100 euro. Een paarse, van mijn dochter. Bedankt voor het lenen, Eline.

Hier de deelnemers aan de test, links Goliath, rechts David:


Dit is uiteraard geen eerlijk vergelijk. Maar hoe groot zullen de verschillen zijn? Voor alle foto's geldt: Foto's gemaakt met zelfontspanner, vanaf statief. Gelijk bewerkt, geen ruis verwijderd. 100% weergave: dus iedere pixel op de sensor is hier ook een punt op het beeldscherm.


Bij de zeer lage ISO waarde van 100 is het verschil in beeldkwaliteit al groot. Wat wordt dat dan met hoge ISO waarden, waarvan bekend is dat spiegelreflexcamera's er veel beter mee om kunnen gaan? We gaan het zien, we gaan naar ISO 800:


Bij ISO 800 is het beeld van de compactcamera om te huilen terwijl de spiegelreflex er geen moeite mee heeft. Maar de S3100 gaat verder dan 800. Er zit ook nog 1600 en 3200 op. We gaan naar 3200:


Tja. In het linkerdeel is echt wel ruis zichtbaar, zeker in de schaduw boven de boeken. Maar de rechterhelft van deze samengestelde foto is gewoon slecht.

Dit is hét kwaliteitsverschil tussen goedkopere en duurdere camera's. Over het algemeen geldt het volgende:
  1. Grotere sensor van de camera = minder ruis.
  2. Meer pixels betekent meer ruis.
  3. Nieuwere toestellen doen het beter dan oudere.
  4. Duurdere camera's zijn (helaas) beter dan goedkopere.
Nog een vergelijkende test:

Tussen deze twee helften van de foto zit niet zoveel verschil, de linkerhelft is iets scherper. Beide delen van de foto zijn met een compactcamera gemaakt waardoor het een veel eerlijker vergelijk is. Beide toestellen hebben een CCD sensor. Toch zijn de verschillen tussen deze twee camera's enorm:
  • De Panasonic komt uit 2005, de Nikon uit 2011. 6 jaar nieuwer dus en dat is veel.
  • De Panasonic kostte destijds rond de 300 euro. De Nikon nog geen 100.
  • De Panasonic heeft 5 megapixels, de Nikon 14.
  • De Panasonic gaat maximaal tot ISO 800 (hierboven gebruikt), de Nikon kent ook nog 1600 en 3200 (maar die zijn nauwelijks bruikbaar).
Deze verschillende factoren heffen elkaar in kwaliteit op: ze zijn ongeveer even goed in beeldkwaliteit. Maar dan heeft de Nikon wel veel meer detail (want meer pixels). De Panasonic heeft meer zoom (10x tegenover 5x), bovendien is de lens van de Panasonic iets lichtgevoeliger.

Kunnen we over een paar jaar met een compactcamera op ISO 1 miljoen perfect ruisvrije foto's maken? Hopelijk wel, maar waarschijnlijk niet. Er is ondertussen gestage vooruitgang op dit terrein en dat helpt wel degelijk. Waar nu een professionele f/2.8-lens nodig is, kan wellicht straks een kitlens f/5.6 op veel hogere ISO hetzelfde resultaat halen. En dat scheelt in de portemonnee.
Maar als dat kan, dan kan er met die professionele lens toch weer altijd meer.

Bedankt weer voor het lezen,

Robert van Brug





vrijdag 2 maart 2012

RAW versus JPEG

Alle spiegelreflexcamera's, veel systeemcamera's en zelfs een aantal compactcamera's bieden de mogelijkheid om foto's in RAW te schieten. Ik zal behandelen wat het is, wat de voor- en nadelen zijn en met een uitgewerkt voorbeeld het grootste voordeel demonstreren.

Wat is 't?
Een digitale camera kan op verschillende manieren een geschoten beeld opslaan. Grofweg zijn er twee opties:
  1. In JPEG. Op deze manier bewerkt de camera op een geavanceerde manier de foto alvast een beetje. Standaard wordt het contrast verhoogd, het beeld wordt verscherpt en nog wat meer van dit soort zaken. Vervolgens, en dat is heel belangrijk te begrijpen, wordt de foto opgeslagen met gebruikmaking van compressie. Hierbij gaat informatie verloren. Er kan gekozen worden wat de mate van compressie is. Hoe meer compressie, hoe kleiner het bestand maar des te meer informatie zal er verloren gaan. De foto krijgt .jpg als extensie.
  2. In RAW. Er vindt geen enkele bewerking plaats en alles wat de camera heeft waargenomen wordt ook vastgelegd in het uiteindelijke bestand. Hierdoor is dat bestand ook groter. De foto krijgt bijvoorbeeld .nef (nikon), crw of .cr2 (canon) of .arw (Sony) als extensie. Ieder merk heeft zijn eigen formaat, .raw bestaat niet.
  3. Een combinatie van beiden is ook vaak mogelijk, waarbij de camera de opname zowel in RAW, maar ook in JPEG vastlegt.

Nadelen van het RAW-formaat:

  • RAW-bestanden zijn voor niet-fotografen onbruikbaar. Om iemand een opname te sturen die bruikbaar is moet de foto omgezet worden in JPEG! Dit betekent een boel meer werk dan gewoon in JPEG opnames maken. Bovendien creëert dit van iedere opname een kopie in een ander formaat, dit kan verwarring geven.
  • De bestanden zijn een stuk groter, dus er past minder op het geheugenkaartje en op de harde schijf van de computer.
  • Misschien wel het grootste nadeel is dat de standaardbewerkingen die een moderne digitale camera wel uitvoert op JPEG bestanden, hier achterwege blijven. Dit resulteert in een heleboel extra werk voor de fotograaf.
Kortom: onbruikbare bestanden die ook nog eens veel groter zijn en een boel extra bewerking vragen! Waarom zou je het gebruiken? Omdat er ook voordelen zijn. Eigenlijk maar 1, maar die is zeer belangrijk: 

Voordelen van RAW: 
  • er gaat geen informatie verloren door compressie. Hierdoor blijft achteraf de witbalans en voor een deel de belichting goed te herstellen.
  • De manier waarop kleuren worden geregistreerd is veel beter. In JPEG wordt per hoofdkleur (rood, groen en blauw) 256 (= 2= 8 bits) gradaties opgeslagen. In RAW zijn dit er 4096 (= 212 = 12 bits) of 16384 (= 214 = 14 bits). De kleuren zijn hierdoor veel preciezer.

Aan de hand van een voorbeeld zal ik het op een rijtje zetten, waarbij ik me op de belichting zal concentreren.

Een meeuw met vangst, op het strand.

Deze opname heb ik zowel in JPEG als in RAW gemaakt. Dit is de onbewerkte versie voor dit voorbeeld en omdat een RAW-file onbruikbaar is om hier te laten zien, is dit de JPEG-versie.







Ik heb deze foto uitgezocht omdat hij wat overbelicht lijkt. Maar zo met dat visje in zijn snavel is het wellicht de moeite om te proberen er nog wat van te maken.


Dit is het histogram van de foto hierboven. Duidelijk te zien hoe dat rechts tegen de rand aanzit, een teken dat de foto overbelicht is. 

Dit histogram komt uit de RAW-converter van Adobe's Photoshop, maar het zit tegenwoordig praktisch op iedere camera. Controle van het histogram direct na het nemen van de foto had dan ook uitgewezen dat de opname overbelicht is. Maar inmiddels heeft de meeuw het visje doorgeslikt en er is geen herkansing.

Zelf heb ik in Photoshop de waarschuwing voor overbelichting (rood) en onderbelichting (blauw) aanstaan. Deze foto geeft duidelijk een aantal delen weer als overbelicht.



Eerst zal ik de JPEG-versie bewerken.

In Photoshop heb ik de foto vervolgens onderbelicht (een halve stop), en de recovery (NL: herstel) schuif heb ik helemaal naar 100% toegeschoven om van die rode vlekken af te komen. Als die weg zijn is de belichting namelijk goed. 

Zoals hier te zien is is de 'berg' aan de rechterkant van het histogram bijna helemaal verdwenen en wordt nu ook de linkerkant van het histogram helemaal benut.

Dit lijkt goed, maar hoe ziet de foto er inmiddels uit?


Geen rode en blauwe waarschuwingsvlakken meer dus de belichting is goed.

MAAR: er is een helemaal witte vlek onstaan op de schouder van de vogel, waar eerst veel rood te zien was. Dit is het zogenaamde 'uitgebeten wit': een puur wit vlak waar geen enkel detail, geen doortekening meer zichtbaar is.

Jammer, maar er is niets meer aan te doen. Doordat de camera er een JPEG van heeft gemaakt, zit deze informatie niet meer in de foto.


Nu een herkansing met de RAW-versie.

Hier het histogram van de RAW-versie, ná bewerking. Wat opvalt is dat ik veel minder recovery (17 in plaats van 100) nodig heb om de overbelichting (de rode vlekken) weg te krijgen. Wel is er ook hier een halve stop onderbelicht. Het histogram is aan de linkerzijde nog niet helemaal benut, maar de 'berg' aan de rechterzijde is helemaal weg.

En hoe ziet deze foto er inmiddels uit?


Vergelijk deze eens met de JPEG-versie hiervoor. Wat een enorm verschil!

Hier is geen uitgebeten wit zichtbaar. Alleen op het visje zit nog wat rood waar de zon reflecteert op de schubben, maar ik heb ervoor gekozen dat zo te laten. 

Doordat er geen uitgebeten wit is, is dit een veel beter resultaat. Bovendien oogt de foto een stuk helderder omdat er veel minder gebruik is gemaakt van de recovery functie, een bijkomend voordeel. 

Hoe kan dit? Zit er zoveel extra informatie in een RAW-bestand? Ja dus. Voorbeeld: deze opname in JPEG is 4,55 MB groot. De RAW-versie is 9,28 MB groot, ruim het dubbele. Niet minder dan de helft van de informatie is in dit geval weggegooid in de JPEG-versie, informatie die niet terug te halen is.

Nu heb ik dit voorbeeld uitgewerkt aan de hand van een overbelichte foto, maar voor een onderbelichte foto geldt hetzelfde: als de donkere partijen eenmaal dichtgelopen zwart bevatten is er met JPEG geen redden meer aan. Maar in RAW kom je een heel eind.

Dit gaat niet eindeloos goed. Tot ongeveer een stop over- of onderbelichting is perfect te corrigeren. Als het veel meer dan een stop wordt is er ook in RAW geen redden meer aan. 

Wat meer uitdaging biedt een foto die in sommige delen is onderbelicht en in andere delen is overbelicht. Ook dat is op te lossen mits het een RAW-opname is.

Het opnames maken in RAW brengt extra werk met zich mee en wat overige nadelen, maar voor mij is het dat meer dan waard. De flexibiliteit neemt enorm toe! Opnamen die anders de prullenbak in hadden gekund, zoals deze meeuw, zijn nu nog helemaal te herstellen.

Ik ken bijna geen fotografen die niet in RAW schieten. Er zijn er wel een paar, die vinden het te veel gedoe. Ook zijn er die in RAW én in JPEG opnames maken. Maar bijna alle serieuze fotografen gebruiken RAW. Het is een afweging die iedereen voor zichzelf moet maken, maar als kwaliteit vooropstaat, dan ontkom je niet aan RAW.

Tenslotte: nog een keer de meeuw, het eindresultaat. Vanzelfsprekend op basis van de RAW-versie.

Bedankt weer voor de aandacht, tot een volgende keer!

Robert van Brug