Posts tonen met het label M-stand. Alle posts tonen
Posts tonen met het label M-stand. Alle posts tonen

zondag 18 november 2012

CKE 8: Glow

Niveau: gevorderde

Na de voorbereidingen op avondfotografie in de cursus, was het Donderdag zover, we mochten Glow gaan fotograferen. Ik kon alleen niet: ziek, zwak en misselijk. Enig idee hoe frustrerend dat is? Een van de jaarlijkse hoogtepunten voor de fotograaf om de hoek beschikbaar, kun je er niet heen, balen.

Verschil met voorgaande jaren is dat ik nu een opdracht had voor de fotocursus. Kwam er kort op neer dat ik moest proberen vast te leggen wat de kunstenaar bedoeld heeft. Juist. Ik snap het nog niet. Wel had ik me voorgenomen om niet net als de afgelopen paar jaar alleen maar te proberen de kunstwerken er zo goed mogelijk op te krijgen, ik hoopte een nieuwe invalshoek te vinden, iets creatiefs. Denk aan de reflectie in een etalageruit, of in een natgeregende straat. Of het kunstwerk met meer omgeving, de plaatsing van het object in de stad.

Gelukkig ging het Zaterdag al wat beter, waardoor ik toch maar even de stad in ben gegaan met camera en statief. Ik wil ook niet als enige geen foto's hebben bij deze opdracht én ik wilde het graag zien. Na iets meer dan een uur ging het niet meer, ik kreeg hoofdpijn van de drukte en had er geen lol meer in. Maar ik heb wel wat resultaten en daar ging het om.

Het eerste dat ik heb vastgelegd was een animatie op het politiebureau aan de Mathildelaan. Er werd een inbraak uitgebeeld. Deze leek relatief simpel maar door de goede uitvoering kwam hij goed over:
Nikon D90 + 18-200 mm @ 18 mm, ISO 200, f/6.3, 2.5 seconden belicht
M-stand, vanaf statief met afstandbediening.

Vanaf hier was het een klein stukje lopen naar het parkeerterrein bij Philips Lighting waar men onder een vernevelaar door werd gestuurd (fijn voor de apparatuur!) die met twee lasers werd beschenen.
Nikon D90 + 18-200 mm @ 18 mm. f/6.3, iso 200, M stand, 3 seconden belicht.
M-stand, vanaf statief met afstandbediening

Deze maskers wisselden voortdurend van kleur en sfeer waardoor, ondersteund door stemmige muziek, een mooie voorstelling ontstond op het Lichtplein. Deze vond ik persoonlijk erg mooi, het hoeft dus niet altijd supergroot om mooi te zijn. Jammer genoeg was het hier enorm dringen, ik kon onmogelijk een statief gebruiken en heb een tijd moeten wachten voordat ik een redelijk vrij blikveld had.


Al deze foto's: Nikon D300s + 35 mm f/1.8 op f/4, ISO 800, 1/10e seconde. Uit de hand.

Dan de megaprojectie op De Admirant. Dit is een bewegende animatie, waarbij het beeld doorlopend naar boven doorschuift en onderaan aangevuld wordt. Heel mooi, maar ook lastig want hele lange sluitertijden gaan niet werken.
Nikon D300s + 35 mm f/1.8 op f/2.8, ISO 1600, 1/20e seconde, uit de hand.

Dan door naar het Wilhelminaplein waar een paar prachtige lampen waren neergezet. En ook dit wisselde voortdurend van kleur, waardoor ook hier geen echt lange sluitertijden wenselijk waren.
Nikon D90 + 18-200 mm @ 20 mm, ISO 200, f/16, 2 seconden belicht.
M-stand, vanaf statief met afstandbediening.

Velen maakten hier een foto vanaf de andere kant v/h plein (waar je erop kwam) maar ik vond dit beeld mooier, o.a. met de Admirant en de Regent op de achtergrond.
En dan maar wachten tot de lampen een aansprekend beeld geven, ik vond dit het mooiste.

Toen begon het vrijworstelen richting Kleine Berg. Door kleine straatjes die hier niet geschikt voor zijn. Hier waren ook nog wat projecties maar ik heb niet eens een poging gedaan hier een statief op te stellen. Op de Kleine Berg zat iemand te schrijven en wat hij schreef werd m.b.v. een laser op het tegenoverliggende gebouw geprojecteerd. Leuk maar niet heel interessant. Daarom maar eens de andere kant van Glow op de foto gezet:
Nikon D90 + 18-200 mm @ 27 mm, iso 200, f/8, 8 seconden belicht.
M-stand, vanaf statief (vanuit portiek!), met afstandbediening

Ik vond de oude gevel van de 'Handel in IJzerwaren' wel leuk. Achteraf vraag ik me af waarom links bovenin beeld het raam open staat.

Vanaf hier was het een klein stukje lopen naar het Hooghuys. In plaats van alleen het gebouw erop te zetten, heb ik wat meer omgeving erbij gepakt. Daardoor scheen een lamp recht mijn lens in met alle lens flare vandien, maar ik vind dit wel een sfeervolle plaat geworden:
Nikon D90 + 18-200 mm @ 24 mm, ISO 200, f/8, 8 seconden belicht.
M-stand, vanaf statief, met afstandbediening.

Dankzij het kleine diafragma worden de lampen in het beeld van die mooie sterren. 

Hier om de hoek stond in een leeg winkelpand een afvalcontainer met brandende TL-balken. Dit is voor mij te artistiek, ik kan hier niets mee. Ik heb maar een foto van de toeschouwers met het object toch in beeld gemaakt. Het is in ieder geval anders dan anders. Die donkere dame in het beeld, met haar reflectie in de winkelruit vind ik wel leuk, net als de fotograaf daarachter.

Nikon D90 + 18-200 mm @ 20 mm, ISO 200, f/5.6, 1/25e seconde. Uit de hand. A-stand.

Toen was ik het eigenlijk wel zat. Ik ben teruggelopen richting auto en alleen nog gestopt bij een overkapping met halve bollen met LED-verlichting. Dit veranderde continu van kleur, maar er was geen muziek bij of wat dan ook, dus niemand stopte hiervoor. Ik vond het wel vrolijk en heb wat ingezoomd op de halve bollen en de rest heb ik allemaal buiten beeld gehouden.
Nikon D90 + 18-200 mm, ISO 1600, f/5.6, 1/30e seconde. M-stand.
Vanaf statief, met afstandbediening.

En toen snel naar huis. Ik heb denk ik maar de helft van de route gezien. Volgend jaar proberen doordeweeks te gaan omdat dat in de drukte veel scheelt. En dat werkt makkelijker bij het fotograferen. Waardoor er ook betere foto's tot stand komen.

Gezien de beperkte tijd van 1 uur en 20 minuten dat ik in de stad ben geweest, ben ik wel tevreden met het resultaat. Maar ik geloof niet dat ik 1 van deze foto's thuis groot aan de muur ga hangen. Nu laten afdrukken en bespreken op de cursus. Ik ben heel benieuwd naar de terugkoppeling en natuurlijk ook naar wat de rest ervan gebrouwen heeft. De feedback zal ik ook kort in een artikel publiceren.

Bedankt voor het lezen en tot de volgende keer.

Robert van Brug


vrijdag 9 maart 2012

ISO: ins en outs

In een voorgaand artikel heb ik ISO uitgeroepen tot de factor die de kwaliteit van een camera bepaald. Ik heb me toen beperkt tot de belangrijkste zaken. Maar er is meer en dat volgt nu.

Regel 1 met betrekking tot ISO: hogere ISO = meer ruis.

In het vorige artikel heb ik alle delen van de samengestelde foto vergelijkbaar belicht. Dus als ik de ISO verdubbelde, dan halveerde ik de sluitertijd. En dan klopt de regel hierboven inderdaad.

Maar is dat wel altijd zo? Tijd voor een andere test.

Nu heb ik op hoge ISO (3200) een belichting gekozen. En vervolgens alleen de ISO verlaagd naar 200 maar de sluitertijd heb ik gelijk gehouden. Het resultaat is een opname die op ISO 200 4 stops onderbelicht is:


Alle instellingen van beide helften van deze foto zijn gelijk, alleen de ISO waarde verschilt. Dit is de hele opname, het is makkelijker uit te leggen aan de hand van een detail met een crop op 100%:

Dit is een uitsnede uit de foto hierboven. Het linkerdeel, op de zeer hoge ISO 3200 vertoont weliswaar ruis, maar er is ook veel meer detail zichtbaar dan in het onderbelichte rechterdeel. Ik meld hierbij dat er nergens ruisonderdrukking is gebruikt. Voor diegenen onder jullie die geen Nikon lenzen bezitten: het oppervlak bevat een lichte structuur, zoals op het linkerdeel.

Om het rechterdeel even licht te krijgen, ga ik in de nabewerking dat deel 4 stops overbelichten (EV = exposure value +4):


Nu zijn beide delen even licht, maar ze zien er niet hetzelfde uit. Het ISO 3200 deel bevat veel meer detail en oogt veel natuurlijker. Bovendien kan er nog de nodige nabewerking plaatsvinden waardoor het resultaat nog beter wordt:


Ik had de oorspronkelijke opname (ISO 3200) opzettelijk wat overbelicht om er maximaal resultaat uit te kunnen halen (later meer hierover). Dat corrigeer ik nu door een stop onder te belichten (EV -1). Om het rechterdeel hieraan gelijk te trekken moet ik nog 3 stops overbelichten (EV +3). Vervolgens heb ik het contrast verhoogd door een wit- en een zwartpunt in de opname aan te wijzen, ruisonderdrukking gebruikt (80%) en verscherpt (smart sharpen). Hoewel deze bewerkte opname er veel beter uitziet is de conclusie gelijk gebleven: de ISO 3200 opname ziet er beter uit dan de ISO 200 opname.

Dit resultaat staat NIET haaks op de conclusie dat een hogere ISO meer ruis veroorzaakt. Het is een nuancering van die conclusie. Ik zal uitleggen wat er gebeurd, maar het is niet eenvoudig.

Het is een misvatting dat hoge ISO ruis veroorzaakt. Afwezigheid van licht veroorzaakt ruis. Als er weinig licht is (weinig fotonen) dan is de spreiding van deze fotonen statistisch niet meer altijd gelijk. Dit veroorzaakt problemen als de sensor een onregelmatige spreiding van de hoeveelheid licht waarneemt op het moment van opname. Dit veroorzaakt Shot Noise of Photon Noise (Hagelruis, zie Wikipedia in het Engels). Er bestaat ook Read Noise, welke plaatsvindt als de sensor uitgelezen wordt. Deze is constant, dus ongeacht de ISO. Bij gebruik van een hogere ISO waarde wordt de Shot Noise versterkt wat meer ruis veroorzaakt, maar de Read Noise is constant. Als echter een lage ISO waarde wordt gebruikt (en diafragma en sluitertijd gelijk blijven) dan zal de opname onderbelicht zijn (zoals hierboven). Bij correctie van deze opname in Photoshop zullen zowel de Shot Noise als de Read Noise versterkt worden waardoor de totale hoeveelheid ruis hoger zal uitvallen. Bent u er nog?

Voor diegenen onder ons die verder willen komen dan gemiddeld in fotografie geldt dus NIET automatisch dat een zo laag mogelijke ISO instelling het beste is. Maar wat dan wel?

Het antwoord is: een juiste belichting. Als diafragma en sluitertijd al min of meer vastliggen, vormt ISO de sluitpost om tot een goede belichting te komen. Een veel te donkere foto, zo hebben we hiervoor gezien, levert geen goed resultaat op. Als de foto nog donkerder wordt zijn de donkere delen helemaal dichtgelopen en is er geen redden meer aan. Aan de andere kant is het mogelijk een foto over te belichten. Ook dit kan te ver gaan, waardoor er uitgebeten wit ontstaat. Omdat ruis vooral in de donkere delen van de foto ontstaat, want daar is het meeste afwezigheid van licht, is het zaak om foto's net niet teveel over te belichten. Het is bijvoorbeeld mogelijk om een opname te maken die geen uitgebeten wit oplevert, maar die wel overbelicht is. Door na afloop de belichting naar beneden bij te stellen wordt het beste resultaat verkregen. Dit principe heet: Expose To The Right (of: ETTR), Rechts belichten. Het heet zo omdat in het histogram zoveel mogelijk informatie in het rechterdeel terecht moet komen, maar het moet niet clippen, geen uitgebeten wit.

Een Ooievaar. Bestaat helemaal uit donkere en lichte partijen en is daarmee zeer lastig goed te belichten. Bovendien was het al aan het schemeren en stond de ooievaar tegen een schaduwrand.

Manual stand.
f/5.6 (=maximaal)
1/500e sluitertijd (nodig bij 900 mm EFL, foto vanaf monopod, geen statief aanwezig)

Resultaat: ISO 1600. Net geen uitgebeten wit!

Opname is volgens de ETTR principes gemaakt, waarbij bewust is overbelicht om een zo groot mogelijk deel  rechts in het histogram te krijgen zonder uitgebeten wit te krijgen. In de nabewerking is de belichting gecorrigeerd (onderbelicht).

Op deze opname is het linkerdeel ontruist, het rechterdeel is origineel.



Goed belichten is het bepalen van de benodigde sluitertijd zodat er geen bewogen beelden ontstaan. Het diafragma moet zo groot mogelijk, of dat moet om redenen van scherptediepte niet kunnen. Tenslotte: schroef dan de ISO zo ver mogelijk op zonder uitgebeten wit te krijgen.

Als bovenstaande gevolgd wordt is de belichting optimaal. ISO wordt dan als sluitpost gebruikt.

Conclusies omtrent ISO:
  1. gebruik bij voorkeur een lage ISO waarde, maar:
  2. liever een hoge ISO waarde dan een bewogen opname, en we kunnen nu toevoegen:
  3. liever een hoge ISO waarde dan een onderbelichte opname.
Het is één van de grote voordelen van de digitale fotografie dat het resultaat direct zichtbaar is achterop de camera. Maar kijk niet alleen naar de foto, maar ook naar het histogram. Zit er nog ruimte rechts in het histogram, maar dan de opname opnieuw en overbelicht net zo lang tot deze ruimte benut is.

TIP 1: zet de overbelichtingswaarschuwing op de camera aan. Samen met het histogram heb je dan alle informatie over de belichting die je nodig hebt. Kijk in de handleiding van de camera hoe dit moet.

TIP 2: een beetje teveel overbelichten (knipperende waarschuwing op de camera) mag gerust. Dit is in de nabewerking goed te herstellen mits de opname in RAW is gemaakt. Het eindresultaat wordt hierdoor nóg beter.

En nu de omgekeerde test als aan het begin van dit artikel. Daar ging ik een onderbelichte foto overbelichten en kwam erachter dat dit rampzalig uitpakt. Laten we eens kijken hoe het resultaat is van dezelfde test als ik een zwaar overbelichte foto ga onderbelichten. Eerst twee foto's maken, goed belichten op ISO 200 en voor de tweede foto alleen de ISO verhogen, verder alles gelijk houden:


Er zit 3 stops verschil tussen beide delen van deze opname. Op ISO 3200 werd het echt uitgebeten wit dat niet meer gecorrigeerd kon worden. Nu de rechterhelft 3 stops onderbelichten (EV -3):


Dit is een herkenbaar resultaat: ISO 200 ziet er veel beter uit dan ISO 1600.

Wat hier gebeurt is geen ETTR. Bij Expose to the Right moet er nog steeds goed belicht worden. In plaats van de ISO te verhogen had bijvoorbeeld de sluitertijd omhoog gekund. Het verhogen van de ISO met 3 stops (van 200 naar 1600) niet realistisch om ETTR toe te passen. Wel kan het voorkomen dat op een prachtig heldere dag een opname met ISO 200 en 1/4000e seconde sluitertijd wordt gemaakt op f/8. Ideale waarden op het eerste gezicht. Maar als er nu nog een stop ruimte zit aan de rechterkant van het histogram, dan had bijvoorbeeld 1/2000e seconde sluitertijd een beter resultaat opgeleverd. Specifiek ETTR zal ik nog een keer in een separaat artikel beschrijven.

Tenslotte, omdat dit een expert level artikel is, nog iets.

Canon schijnt een probleem te hebben met een aantal ISO-instellingen. Uit bovenstaande foto's zal duidelijk zijn dat ik geen Canon gebruik, maar ik kwam het diverse keren tegen op internet.

Bij Canon wordt aangeraden om alleen de 'native' waarden van ISO gebruiken. Dit zijn 100, 200, 400, 800, 1600 en 3200. En niet bijvoorbeeld 250, 2000 of 1000.
Het levert een beter resultaat op om op ISO 1600 te belichten dan op ISO 1250 en 1/3e stop over te belichten. Ik kan dit niet tonen, want Nikon lijkt hier geen last van te hebben. Bij mijn Nikon is de native ISO 200-3200 (een bereik van 4 stops), inclusief alle tussenliggende waarden. Uitgebreid bereik is 6 stops.
Mocht een van de lezers een Canon bezitten en dit willen testen dan ben ik heel benieuwd.

Wel is het zo dat er een uitgebreid bereik is van het native ISO-bereik. Ik heb bijvoorbeeld op mijn Nikon D90 een ISO L1.0 wat overeenkomt met ISO 100 en een H1.0 wat ISO6400 benadert. Maar het is toch iets anders. En daarmee is het niet per definitie zo dat een ISO L1.0 opname beter is (lees: minder ruis bevat) dan een ISO 200 opname. Aan de andere zijde kan bij ISO H1.0 een slechter resultaat verwacht worden dan bij echt ISO 6400. De camera kan deze settings aan, maar ik adviseer om een keer te testen in hoeverre het gebruik zinvol is.

Bij de professionele high-end camera's is dit natuurlijk nog extremer: de onlangs geïntroduceerde D4 van Nikon heeft een native ISO bereik van 100-12800, oftewel 7 stops. Dat is 2 stops meer dan mijn camera. Het uitgebreide bereik reikt zelfs van 50 tot 204800, dat wil zeggen 12 stops, dus het dubbele van mijn toestel. Hmmmm. Maar hij is ook 10 keer zo duur. De nieuwste high-end Canon 1D-X is hiermee vergelijkbaar. Ook in prijs.

Bedankt weer voor het lezen, tot een volgende keer.

Robert van Brug


dinsdag 14 februari 2012

Indoor Sportfotografie

Naast fotografie is tennis een hobby van mij. Toen ik werd uitgenodigd om professionele tenniswedstrijden te gaan bekijken tijdens het ABN AMRO World Tennis Tournament in Ahoy, zag ik de kans schoon om een paar dingen te combineren. Foto's maken van tennisprofs in actie. Dat had ik al eens gedaan, maar dat was buiten, terwijl dit zich in een hal afspeelt. Dat betekent veel minder licht en dat bij een snelle sport met een klein balletje. Uitdaging!

Ik had een rugzak vol fotoapparatuur meegenomen om van alles te kunnen testen en er was niemand die daar wat van zei, de eerste horde was met succes genomen.

Op de tribune aangekomen bleken we net achter de VIP's te zitten, redelijk dichtbij de baan en ongeveer op ooghoogte met de actie. Dat is mooi, maar leverde ook een probleem op: ik zat te dicht op de actie. Met de 300 mm lens kreeg ik de spelers alleen helemaal in beeld als ze een beetje in elkaar gedoken zaten. Een service vastleggen lukte hiermee niet.

diafragma f/2.8, ISO 1600, sluitertijd 1/400e seconde
Foto gemaakt met de 300 mm f/2.8 lens. Dit is de hele foto, geen uitsnede. Dit is een van de eerste foto's die ik heb genomen. De speler in kwestie is Richard Gasquet, de nr. 16 van de wereld die hier speelde tegen Flavio Cipolla, de huidige #86 v/d wereld. Gasquet won, maar met de nodige moeite (6-3 1-6 6-1).

Ondanks dit zeer grote diafragma en de hoge ISO waarde toch nog maar 1/400e seconde sluitertijd. Is dat voldoende om de actie goed vast te leggen?

Gelukkig had ik een lens te leen. Wim had zijn 70-200 mm f/2.8 voor mij meegenomen. Bedankt Wim! Dit loste het probleem op, bovendien kon ik nu in- en uitzoomen en had ik nog steeds het fantastische diafragma van f/2.8. En aan de foto hierboven te zien zou ik dat ook nodig hebben.

70-200 mm f/2.8 lens op 145 mm.
Diafragma f/2.8, ISO 3200, 1/1600e seconde, manual mode
Leuk actieshot, de service van Richard Gasquet. De actie is mooi bevroren, ondanks de lastige belichting. Maar daar is dan ook een extreme instelling van f/2.8 voor nodig bij ISO3200. Vervolgens is de foto met zorg ontruist in Photoshop. Door de foto vervolgens te verkleinen en na te verscherpen zie je er niet zo veel meer van en is het resultaat goed.
70-200 f/2.8 lens op 135 mm.
Diafragma f/2.8, ISO 2500, 1/1250e seconde, manual mode
Zelfde behandeling als de foto hierboven. Foutje: de voet van Richard had er op moeten staan.

Sluitertijd is iets langer en de bal is nu al een beetje bewogen, maar zeker niet storend, geeft wat extra dynamiek aan de foto.

En toen was het tijd voor de volgende test: een meer eenvoudige lens, de heerlijke 18-200 mm. Heerlijk omdat hij zo lekker allround is, niet zwaar en best goed van kwaliteit. Maar hij is veel minder lichtsterk dan de 70-200 mm, op 200 mm is dit een f/5.6, dus 4 keer minder. En uit de bovenstaande foto's blijkt dat het al op de grens van de apparatuur was om deze foto's te maken. Wat zou er dan gebeuren met slechts 25% van het licht?
18-200 mm lens op 170 mm.
Diafragma f/5.6, ISO 2000, 1/320 e seconde, manual mode
Hier slaat Flavio Cipolla een backhand, net als Richard Gasquet een foto eerder. En ook nog op hetzelfde punt op de baan.

De bal is hier niet meer een beetje bewogen maar meer een gele vlek. Het racket is ook meer bewogen dan een opname eerder. Het zal van de persoonlijke voorkeur afhangen of dit als storend wordt ervaren. Ik vind het licht bewogen racket eigenlijk wel aardig, maar de bal is teveel van het goede.

1/320e seconde sluitertijd is dus niet goed genoeg bij tennis, daar gaat het te snel voor. Mogelijk is het bij voetbal wél genoeg, dat weet ik niet. Deel je die 1/320e door 4 dan kom je uit op ongeveer de 1/1250e seconde zoals gebruikt 1 foto eerder. Ook hier geldt dus dat duurdere lenzen daadwerkelijk helpen om met geslaagde foto's thuis te komen, net als hier.
Ik realiseer me dat de ISO-waarden in beide opnamen niet gelijk waren, maar Gasquet slaat de backhand harder dan Cipolla, waardoor ik denk dat het vergelijk eerlijk is.

En net toen ik wel klaar was met van alles uitproberen kwam er een beveiliger naar mij toe met de vraag of ik accreditatie had om daar foto's te maken. Eh, nee dus. Het is gewoon hobby. Het was de beveiligers opgevallen dat ik met hele grote toeters vanaf de tribune foto's zat te maken. Dat mag niet. Er mag niet geflitst worden (logisch), maar ook niet met een spiegelreflex gefotografeerd worden. Dat was voor mij nieuw. Er zaten langs de baan echter 4 professionele fotografen, met allemaal een 70-200 f/2.8 lens. Het is dus in principe mogelijk om net zulke goede foto's als de profs te maken en daarmee doe ik ze concurrentie aan. Het kan natuurlijk niet de bedoeling zijn om de professionals hun inkomsten te ontnemen en vandaar deze regels. Ik heb er vrede mee, ik was toch klaar met uitproberen.

Waarschijnlijk is het zo dat bij alle professionele evenementen vergelijkbare regels gelden. Maar als tennis vergeleken wordt met schaatsen, bijvoorbeeld in Thialf, dan moet schaatsen veel makkelijker zijn. Schaatsers bewegen weliswaar snel, maar niet zo snel als een tennisbal. Mogelijk kun je daar met minder goede apparatuur ook goede foto's nemen (niet bewogen). Maar met professionele apparatuur nog betere, op een lagere ISO instelling waardoor er veel minder ruis optreedt.

Welke tips kan ik na 1 keer geven voor indoor sportfotografie? Een aantal:

TIP 1: Neem een lichtgevoelige zoomlens mee. Ideaal is de 70-200 f/2.8. Heb je een primelens die nog lichtgevoeliger is (bijvoorbeeld een 35 of 50 mm f/1.2 of f/1.4) neem die dan ook mee.

TIP 2: Lenzen van 300 mm of langer zijn zinloos. Of je moet een Full Frame camera hebben. Zorg liever dat je dichterbij komt in plaats van grotere lenzen mee te sjouwen.

TIP 3: Zoals altijd: kom op ooghoogte met je onderwerp. Daal af naar de eerste rij op de tribune of nog beter, ga naast de baan staan.

TIP 4: Verdiep je in wat is toegestaan om mee te nemen. Een indoor sportevenement zonder professionals en verslaggeving door de media biedt dezelfde fotografische uitdaging, maar dan kun je meenemen wat je wilt. Is een spiegelreflex niet toegestaan of wil je geen risico nemen, dan is een high-end compactcamera een goed alternatief, of een systeemcamera.

Is het wel een professioneel evenement en je neemt toch al je spullen mee, houd er dan rekening mee dat deze door de beveiliging in beslag genomen kunnen worden. Na afloop krijg je het dan pas weer terug. Ook schijnt gangbaar te zijn dat men er op staat dat je alle opnames wist. Nou is dat laatste niet zo'n punt, dat kun je zo weer ongedaan maken met de computer, als je daarna op dat geheugenkaartje maar geen opnames meer maakt.

TIP 5: Gewiste foto's zijn prima terug te halen van een geheugenkaart zolang er na het wissen geen nieuwe foto's op zijn gezet. Ik heb het dan niet over formatteren, maar over gewoon wissen van foto's.

Ik heb me uitstekend vermaakt in Ahoy! Fotografisch heb ik weer van alles kunnen uitproberen, ik heb leuk tennis gezien en materiaal voor dit blog opgedaan.

Robert van Brug





donderdag 1 december 2011

De M-stand

Ik ben zelf begonnen foto's te maken op de P-stand (=program) van mijn camera. In deze positie bepaalt de camera het diafragma en de sluitertijd. Voor eenvoudige onderwerpen is P makkelijk: aanzetten en klikken maar! Vaak gebruik ik dit nog bij gezinskiekjes bij goed licht (=buiten). De AUTO stand heb ik overgeslagen. Deze doet hetzelfde, maar dan bepaalt de camera ook of het de ingebouwde flitser gaat gebruiken. Dat wil ik graag zelf bepalen. De P-stand is dus vooral makkelijk, maar geeft heel weinig controle en soms heb je die controle nodig. Bijvoorbeeld bij wat lastigere lichtomstandigheden zoals schemer of tegenlicht. De camera kan hier gewoon niet mee omgaan.

Neem nu deze foto van Olga bij een zonsondergang. Leuk, maar het zou nog leuker zijn als Olga ook nog een beetje herkenbaar in beeld was. Dat gaat echter niet lukken: de camera neemt veel donker waar en ook veel licht en probeert te middelen. Dat is ook logisch: als Olga hier goed belicht zou zijn geweest zou de rest gigantisch licht zijn geworden.
En dit beeld herstellen in Photoshop? Ook geen goed idee: het silhouet is té donker geworden, er zit niet meer genoeg informatie in het beeld. Sowieso is het een heel slecht idee om donkere partijen lichter te maken, dan liever andersom.

Goed, niet de P stand, de A of de S-stand dan? Dit is de halfautomaat: je kiest of diafragma (A-stand) of sluitertijd (S-stand) en de camera doet de rest. Dit lijkt aantrekkelijk want je hebt zelf meer controle en kunt niet echt iets fout doen. Is de scherptediepte belangrijk, dan kies je A-stand. In mijn geval was het door gebruik van een teleconverter belangrijk om met f/8 te werken. De lichtmeter in mijn camera zocht daar vervolgens een sluitertijd bij. Als mij dat niet aanstond kon ik altijd nog de ISO-instelling veranderen óf de belichtingscorrectie (+/- knop) gebruiken. Dit heb ik een hele tijd gebruikt, tot volle tevredenheid.

Ook deze afrikaanse zeearend is in de A-stand gekiekt. Het maximale diafragma van f/2.8 is hier een beetje afgeknepen (naar f/3.3) voor extra scherpte. De belichtingscorrectie heb ik naar -0.5 stop gedraaid om te voorkomen dat het wit op de borst/kop uitgebeten zou raken. De camera kwam uit op 1/2000e seconde: prima voor een actiefoto.









Maar zo af en toe bekruipt je het gevoel dat je toch niet optimaal gebruik maakt van je apparatuur. Sommige foto's van anderen lijken nog meer detail te hebben. Ook bij lastige lichtomstandigheden. Soms bij hoge ISO-waarden toch een heel goed plaatje wat ik niet zou kunnen produceren. Hoe doen ze 't?

Het antwoord: de M-stand, manual dus. Uiteraard moet je dan zelf zowel diafragma als sluitertijd zelf instellen. Ik heb hier uitleg over gehad door Bas Breetveld (www.fotosloep.nl), die dit in fotoworkshops begrijpelijk maakt en je ermee laat oefenen. Toch bleef ik in de A-stand fotograferen omdat me dat makkelijker leek. Want:
  1. Diafragma staat vast op 8, bijna altijd.
  2. ISO pas ik alleen aan als het te donker (of te licht) wordt en de sluitertijden die de camera haalt te lang worden (of te kort). Dus is ook redelijk vast gegeven, bij mij vaak 400 want dan is er nog niet veel ruis in de foto zichtbaar, daarboven loopt het op.
  3. Sluitertijd: doet de camera in dit geval
  4. Wat moet ik dan nog doen: de belichtingscorrectie, de +/- knop dus. Eitje dus!
Maar nu heeft Bas mij toch overtuigd van het nut van manueel belichten. En van ETTR oftewel Expose to the Right. Dat is voor een andere keer, maar komt er kort op neer dat je het lichtste punt in de compositie rechts in het histogram probeert te krijgen. Hiermee voorkom je ruis. Bas heeft foto's op ISO 1600 van ijsvogeltjes zonder ruisonderdrukking en die zijn prima. Als ik iso 1600 nodig heb dan stop ik ermee, maar dat hoeft dus niet. En nog veel belangrijker is dat je onder alle omstandigheden kwaliteitswinst kunt boeken door zelf de regie in handen te nemen.

Ik ben daarom laatst in de buurt nog eens gaan proberen het geleerde toe te passen en was redelijk sceptisch. Maar al doende en testende kwam ik erachter dat het net zo makkelijk is. Nou ja, bijna, maar het biedt wel veel voordelen.

De belichtingscorrectie doet namelijk helemaal niks! Ik verkeerde in de veronderstelling dat deze functie, die ik continue gebruik, de foto softwarematig lichter of donkerder maakt. Niets is minder waar. De camera past gewoon de sluitertijd of het diafragma aan. En daar ben ik net pas achter.

Test1:
Foto 1: A=1.8, s=1/500e. Ik vind het te donker en besluit een volle stop over te belichten:
Foto 2: A=1,8, s=1/250e! Voor de zekerheid wil ik een nog lichtere foto, maar weer een stop:
Foto 3: A=1,8, s=1/125e.
Bij foto 2 staat er keurig +/- = +1 in de EXIF en bij foto 2 +2. Maar dat is niet wat ik dacht dat het was, maar de sluitertijd is door de camera aangepast. En dat mag ook want het is in de A-stand.

Test 2 in de S-stand levert hetzelfde beeld op: sluitertijd blijft gelijk, maar draaien aan de +/- knop levert wijzigingen in diafragma op.
Foto 1: s=1/60e, A=5.6. Weer een stop overbelicht levert:
Foto 2: s=1/60e, A=4. Weer een stop overbelicht:
Foto 3: s=1/60e, A=2.8.
En ook hier kun je zien dat de belichtingscorrectiefunctie is gebruikt in de EXIF bij de foto.

Drie foto's van hetzelfde olifantje. Sluitertijd constant, 1 en 2 stops belichtingscompensatie leidde tot 1 en 2 stops kleiner diafragma (S-stand). Let op het verschil in scherptediepte!

De ultieme test, test 3: de M-stand. En raad eens: je kunt instellen wat je wilt, tussen -5 en +5, de foto blijft even donker. Dat is natuurlijk ook logisch, snap ik nu, maar voor mij was dit nieuw.

Nu in het veld geprobeerd. Ik ben nu overtuigd dat de belichtingscorrectiefunctie weinig nut heeft, dat is gelijk aan diafragma en sluitertijd instellen, het is niet een 4e variabele. Een uurtje schieten leverde op:
  1. Diafragma staat vast op 8.
  2. ISO staat vast op 400.
  3. Sluitertijd: is dus het enige wat ik moet instellen!
Dus nog steeds, net als in de A-stand, maar 1 ding instellen, dat moet lukken.

Voordeel: de sluitertijd instellen is met 1 vinger te doen (achterste instelwiel draaien), voor het wijzigen van de belichtingscorrectie heb ik twee knoppen nodig. Dus het is makkelijker.

Nadeel: als je van een donker (meerkoet) naar een licht onderwerp (zilverreiger) schakelt, moet je wel de sluitertijd aanpassen. En van een onderwerp dat in de schaduw zit naar een die in het licht zit moet je ook schakelen. Maar dat is het dan ook. En je hebt je lichtmeter en histogram om je te helpen.

Groot voordeel: als er plotseling iets in beeld verschijnt met veel donker of lichte vlakken dan gaat alleen bij de M-stand de lichtmeter niet op hol. Voorbeeld:


Ik was de Casarca rechtsonder aan het fotograferen, toen deze nijlgans kwam landen, een leuk fotomoment. Zie hoe de vleugels aan de onderzijde uit alleen wit en zwart bestaan. In de M-stand, ETTR met het wit van de kop van de Casarca gaat dit automatisch goed.

Dit onderwerp zal ik nog verder uitwerken en de verschillende onderdelen kom ik nog apart op terug.
Vragen? Laat het me alsjeblieft weten!
Tot een volgende keer,

Robert van Brug