zondag 9 februari 2014

Flits 2: Voorkomen schaduwen bij het flitsen

Onlangs hoorde ik een discussie over lelijke slagschaduwen die bij het gebruik van een flitser veroorzaakt kunnen worden en hoe die te voorkomen. Uitleggen hoe het werkt is één ding, het laten zien spreekt wellicht meer tot de verbeelding.

Er zijn een aantal zaken waar rekening mee gehouden moet worden indien de flitser gebruikt wordt:
  • De afstand onderwerp-achtergrond. Als deze afstand groot is, dan zal er geen storende schaduw kunnen ontstaan. Het plaatsen van een model vlak voor een egale witte muur is echter vragen om problemen.
  • De afstand fotograaf-onderwerp. Als de fotograaf relatief dicht bij het onderwerp staat heeft de flits die benodigd is om het onderwerp goed te belichten nauwelijks kracht nodig. Deze zal de achtergrond dan ook niet overstralen.
  • De hoeveelheid omgevingslicht. Als er veel omgevingslicht is is er maar een beperkte hoeveelheid flitslicht nodig, waarbij het omgevingslicht ook nog de schaduw van de flitser oplicht.
  • De hoek waaronder geflitst wordt. Bij indirect flitsen via het plafond zal de schaduw laag achter het model op de achtergrond vallen, onzichtbaar op de foto. Dit kan ook bereikt worden met flitsen via een muur, maar het kan ook juist hierdoor misgaan.
Tijd voor voorbeelden om het te illustreren. Allemaal met Iris als model, gehuld in Spaanse jurk en indianentooi. Tja.... Allemaal gemaakt voor de gangdeur, midden op een bewolkte dag.

ISO 100, 1/160e sec, f/4.5
Rechtstreeks geflitst
Menige fotograaf zal een lage ISO-waarde opzoeken (zoals hier 100) zodra de flitser op de camera geactiveerd wordt. Camera op sluitertijdvoorkeur (S-stand) en 1/160e gekozen om eventuele beweging te bevriezen. Camera koos als resultante zelf f/4.5 wat het maximale diafragma van dit objectief is.
Dit is wat we niet willen: duidelijk aanwezige schaduwen. In de nabewerking kunnen we vast wel de schaduwen wegpoetsen, maar misschien zijn ze helemaal te vermijden.
Ondanks het rechtstreekse flitsen was de foto nog wat aan de donkere kant (ruimte aan de rechterzijde van het histogram). Dit is in de nabewerking rechtgetrokken.
ISO 100, 1/160e sec, f/4.5
Rechtstreeks geflitst
Flitsbelichtingscompensatie: +2 EV

Hier is geprobeerd door de flitser op +2 stops te laten flitsen om de foto lichter te krijgen. Dat lukt maar beperkt, met name Iris die het dichtste bij staat is lichter, overbelicht zelfs, de achtergrond heeft het al minder effect op.

Overigens hoor ik regelmatig fotografen praten over harder of zachter flitsen. Dat is een misverstand: een flitser flitst altijd precies even hard (zelfde lichtintensiteit), maar de duur van de flits kan variëren. Bij +2 EV duurt de flits 4 keer zo lang. Zelfs een lange flits zal zeer kort zijn, reken op rond de 1/1000e seconde.

Dit levert in ieder geval nog steeds lelijke schaduwen op, tijd voor iets anders:
ISO 800, 1/30e sec., f/4.5
Rechtstreeks geflitst
Dit lijkt er al veel meer op. Er zijn nog wat lichte schaduwen zichtbaar, maar deze zijn niet meer erg storend, althans niet voor mij. De foto hoefde ook niet meer nabewerkt te worden: door de hogere ISO-waarde was hij helemaal lichter en werd het histogram netjes gevuld. 
Natuurlijk kan dit nog gereduceerd worden door Iris iets verder van de deur in de achtergrond vandaag te halen. Maar dat is niet eens nodig:
ISO 800, 1/30e sec., f/4.5
Indirect geflitst via het plafond
Zelfde situatie als hiervoor, alleen nu de flitskop naar boven gericht. Dat resulteert in een lichtvlek op het plafond die Iris veel regelmatiger belicht dan bij rechtstreeks flitsen. Dit werkt alleen indien er een plafond aanwezig is dat bruikbaar is, d.w.z. niet te hoog en wit van kleur. De lichtvlek die hier Iris belicht bevindt zich recht boven de fotograaf en veroorzaakt een schaduw laag achter Iris, buiten beeld.

Dat is alles. Nooit meer lelijke schaduwen!

Details:
  • Niet iedereen beschikt over een reportage- of opzetflitser. Dat betekent dat de ingebouwde flitser gebruikt moet worden. In dat geval is foto 3 het hoogst haalbare want indirect flitsen kan niet.
  • Een fotostudio is een compleet andere omgeving waar het licht 100% onder controle is. Doorgaans wordt er van relatief dichtbij (zacht licht) geflitst door een softbox of flitsparaplu heen (ook om zacht licht te krijgen), maar wel rechtstreeks, nooit via het plafond. Het model wordt echter een paar meter voor de achtergrond geplaatst en de schaduw die dan nog overblijft wordt met één of twee extra flitsers weggeflitst.
  • In het geval van een donkerbruin schrootjesplafond, of helemaal geen plafond moet er rechtstreeks geflitst worden. Zolang dan het onderwerp maar niet te dicht op de achtergrond staat gaat ook dat goed.
  • De flits kan van de camera losgekoppeld worden om het licht uit een andere hoek te krijgen dan waar de camera zich bevindt. Dit kan iets toevoegen maar het kan ook misgaan:
Iris met enorme schaduw én lelijke lichtvlek
Hiermee wordt het probleem alleen maar groter, kijk hiermee uit. Dit kan alleen maar met succes worden gebruikt als de achtergrond wat verder weg is, of zwart want dat absorbeert alle licht.

Bedankt voor het lezen,

Robert van Brug






donderdag 6 februari 2014

CKE Fotogroep 3: spelen met aanwezig licht en de flitser

Binnen mijn cursus bij het CKE zijn we inmiddels beland bij de tweede docent van dit jaar: Roberto Bogers. Roberto is een meer technisch georiënteerde docent dan ik hiervoor heb meegemaakt en dat past erg goed bij mij.

Het onderwerp van dit tweede cursusblok is complexe lichtsituaties. Dit gaat gepaard met een berg theorie over de werking van een flitser, hoe dit te combineren met bestaand licht, hoe de flitser te gebruiken los van de camera, enzovoort. We hebben slechts 1 opdracht meegekregen en die luidt:

Maak een foto waarin drie lichtbronnen een zichtbare rol spelen.

Verder is alles vrij. Het mag dus de zon, een lamp en een flitser zijn. Of een kaars, een lantaarnpaal en sterretjes. Of de maan, een zaklamp en een verkeerslicht. De foto mag samengesteld zijn uit meer opnames. Ik heb inmiddels wat ideeën en deze zijn ook al besproken in de groep. Grappig hoe divers dit uitpakt. Sommigen hebben zelfs al resultaten (erg fraai) maar ik moet nog beginnen.

Ondertussen hebben we gisteravond 4 februari 2014 wat gespeeld in de fotostudio. Bij gebrek aan een model moesten we foto's van elkaar nemen, maar niet zomaar, er was een uitdagende opdracht.

Opstelling in de CKE fotostudio
Afwisselend mocht iemand model gaan staan voor een (midden)grijs achtergrondscherm. Dit is hier niet zichtbaar op de foto. Het scherm werd belicht door de softbox links in beeld. Helemaal rechts achterin de studio was ook nog een lamp aan, maar met elkaar was het niet veel licht, uitdagend genoeg.

De opdracht was om te komen tot een foto van het model van dat moment met een zwarte achtergrond. Het model moet juist belicht zijn. Logischerwijs moet dus de achtergrond behoorlijk onderbelicht zijn, maar er staat wel een lamp op, bovendien flits je ook nog in de richting van diezelfde achtergrond.

Werkwijze:
  1. Zet de flitser uit
  2. Stel scherp op het model en belicht steeds meer onder, totdat de achtergrond donker genoeg is
  3. Neem deze instelling over in de M-stand
  4. Zet nu de flitser aan
  5. Flitsbelichtingscompensatie op behoorlijk onderbelichten. Er dient een klein flitsje gegenereert te worden om de voorgrond in te vullen, maar niet teveel. 
Er zijn een aantal factoren waar rekening mee gehouden dient te worden:

  • Diafragma. Als dit dichtgeknepen wordt (hoog f-getal) dan wordt de achtergrond donkerder.
  • Sluitertijd: hoe korter de sluitertijd, des te donkerder de opname. Door de aanwezigheid van een flitser moet er rekening gehouden worden met de flitssynchronisatietijd. Deze is doorgaans 1/200e of 1/250e van een seconde. Langere sluitertijd mag, korter niet.
  • ISO: zo laag mogelijk in principe bij studiowerk. Als de iso verhoogd wordt resulteert dit in een lichter beeld en dat geldt voor de hele opname, zowel het geflitste deel als het deel zonder flits.
  • Afstand model-achtergrond. Als het model te dicht op de achtergrond gaat staan dan staat hij/zij in bovenstaande opstelling in het licht van de lamp, maar dan valt het flitslicht ook nog op de achtergrond. Staat het model voldoende van de achtergrond af, dan wordt het eenvoudiger.
  • Afstand fotograaf-model. Als de fotograaf dicht bij het onderwerp staat, dan hoeft er maar een beetje ingeflitst te worden zonder dat de achtergrond belicht wordt.
Uit het voorgaande is af te leiden dat een goed startpunt bestaat uit het lage iso (100), een wat geknepen diafragma en een sluitertijd die daarbij past. Deze zal vrij lang zijn omdat er weinig aanwezig licht is. Model redelijk ver van de achtergrond af en fotografen vrij dicht op het model. En dan is het trial and error:
  • Achtergrond te licht: diafragma knijpen of sluitertijd korter
  • Achtergrond belicht door flitser: model verder van achtergrond af
  • Model overbelicht: minder flits gebruiken of verder van model af gaan staan
Na heel wat uitproberen lukte dit iedereen. De tweede opdracht van de avond lag in het verlengde van de eerste: de achtergrond moet nu wit worden. Dat ging al een stuk sneller omdat inmiddels de knoppen waar aan gedraaid kan worden bekend zijn.

ISO 800, 1/10e sec., f/2.8
Geen flitsbelichtingscompensatie
model: Marjolein
Het open diafragma is hier een stuk logischer. Sluitertijd is behoorlijk lang en een kritische blik ziet ook dat het haar bewogen is. De flits zelf is zeer kort (<1/1000e sec.), maar het omgevingslicht veroorzaakt toch wat beweging. 

Met de lange sluitertijden, vooral bij de opdracht om de achtergrond wit te krijgen, kan dit makkelijk gebeuren. Oplossing is het verder verhogen van de ISO waardoor de sluitertijd omlaag kan. Waarschijnlijk is dit een fenomeen waar echte paparazzi veel mee te maken hebben.

Vervolgens werd er wat geëxperimenteerd met lange sluitertijden met flits, al dan niet in combinatie met een selfie. Dat levert bijvoorbeeld het volgende op:

ISO 200, 1/5e sec., f/5
Daniël in actie
Handmatig scherpstellen, autofocus uit. Camera van links naar rechts (of andersom) over het onderwerp trekken en bij het passeren van het onderwerp afdrukken. Flits op het eerste gordijn. Op het tweede gordijn wordt de timing erg lastig.

Selfie, ISO 50, 1 sec., f/6.3
Een selfie met een spiegelreflexcamera is nog niet zo makkelijk. Ik draai langzaam rond in de studio en druk dan af. De camera is vast ten opzichte van mij en de flits bevriest mij, maar de achtergrond is bewogen.
Milou, sta toch eens stil!
Milou doet het slimmer: haar camera heeft een hoger standpunt waardoor er een beter resultaat uitkomt, met minder onderkin, meer geprononceerde kaaklijn.

Het was weer een leuk avondje. En volgende week gaan we gewoon verder, wordt vervolgd.


zaterdag 1 februari 2014

Recept voor rijst met hete kip

Een keer heel iets anders: een recept! Ik heb geen ambities in culinaire richting, maar dit gerecht vind ik zelf zó lekker (waarderingscijfer: 9), dat ik het graag met jullie deel. Ik hoop dat jullie er net zo van genieten zoals ik dat zelf doe. Uiteraard wordt dit bericht wel gelardeerd met foto's.

Benodigdheden:

300 gram kipfilet
200 gram rijst
1 komkommer
1 el olie (een eetlepel olijfolie voor bakken en braden, dus ;-)
100 ml ketjap manis
3 theelepels (tl?) sambal oelek
50 ml ketchup
3-4 el  pindakaas
bakje champignons
snufje zout en peper

Bereiding:

Snijdt de kip in stukjes. Er is kip in reepjes te koop in de supermarkten, maar het is beter dit zelf te doen.
De champignons moeten in plakjes gesneden worden. Deze kunnen wel voorgesneden gekocht worden.
Doe een scheutje olijfolie in de pan, en zet de pan op het vuur. Zodra het warm is de kip en champignons in de hete olie doen.



Breng de kip op smaak met een snufje zout en peper. De kip en champignons goudbruin bakken, ongeveer zo:




Voeg vervolgens de ketjap en ketchup toe



 en 200 ml water (een standaardglas, geen maatbeker nodig). Doorroeren om saus goed te verdelen.



Breng aan de kook. Zodra het kookt, deksel op de pan en vuur laag zetten.
Zet nu ook het water op om de rijst te koken.
Zo 15 minuten laten staan, de kip wordt nu heerlijk gestoofd.
Dit is een goed moment om de komkommer te schillen en in dunne plakjes te snijden.



Na 15 minuten stoven ziet het er al goed uit. Voeg nu een paar flinke eetlepels pindakaas en wat theelepels sambal toe. Tevens een beetje zout toevoegen, het zogenaamde mespuntje. Roer dit alles goed door elkaar tot een dikke substantie ontstaat. Deksel niet meer op de pan doen.



Na 5 minuten is de saus ingedikt en is het feitelijk klaar.



Om het af te maken serveren met kroepoek, atjar tjampoer, gebakken uitjes en zoetzure augurkjes. Dit zijn allemaal standaard potjes bij de supermarkt. De plakjes komkommer geven ook een frisse bijsmaak aan het geheel. Smaakt goed met water, maar ook met een flesje bier.

Eet smakelijk!

Robert van Brug