dinsdag 24 november 2015

Rotterdam

Op 22 november 2015 ben ik naar Rotterdam gegaan om foto's te maken van een paar interessante locaties:

  • De Kop van Zuid (met hotel New York, De Rotterdam, het havengebouw en meer)
  • De Erasmusbrug
  • De Euromast
Talloze fotografen zijn mij voorgegaan om deze locaties vast te leggen, maar dat houdt mij niet tegen: clichés zijn vaak clichés met een reden. En ook al is veel al vastgelegd uit alle mogelijke standpunten, toch probeer ik een eigen draai aan het onderwerp te geven. Dit keer zou dat het weer kunnen zijn: de weersverwachting was buien met hagel en natte sneeuw. Uitdagende omstandigheden, maar deze kunnen voor een afwijkende sfeer verzorgen, waardoor het plaatje minder standaard wordt.

Op het moment dat ik Rotterdam binnenreed kwam het met bakken naar beneden. Op de parkeerplaats heb ik 10 minuten moeten wachten tot het droog werd. Ik was goed voorbereid met een paraplu, een muts en handschoenen. Laat het rotweer maar komen. Maar nee hoor, lekker zacht, bijna geen wind, zonnetje. Heel aangenaam. Wandelend richting de Maas kwam ik langs de Euromast. Daar was ik nog nooit op geweest en ik vermoedde een prachtig uitzicht. Dat bleek ook zo te zijn:

Rotterdam in het zonnetje
 Het was heerlijk op ongeveer 100 meter hoogte in het zonnetje. Na wat opnames gemaakt te hebben van het fenomenale panorama, verscheen er in de verte donkere bewolking die snel dichterbij kwam. Dit was waanzinnig mooi om mee te maken. En terwijl de vele medebezoekers om mij heen een droog heenkomen zochten besloot ik om vooral foto's te blijven maken. 

Naderend onheil
Ik was wat aan het werken met filters, maar ik ben overgestapt naar het gebruik van de zonnekap, in dit geval de regenkap. De neerslag bleek vooral natte sneeuw te zijn. 

Laatste opname gemaakt met filters nog op de lens gemonteerd.
ISO 100, f/8, 30 seconden (incl. LEE Big Stopper)
Tijdens de 30 seconden sluitertijd van deze opname begon de neerslag. Het Erasmus MC op de voorgrond is goed zichtbaar, de rest van de stad verdwijnt in de bui. Zo was het ook, hoewel niet zo donker als hier, maar voor de sfeer heb ik het zo gelaten.

Tegenlicht opname gemaakt tijdens de natte sneeuwbui
Mijn camera en lens zijn allebei voorzien van afdichting tegen spatwater. Anders is dit niet aan te raden! 

De ondergaande zon breekt al weer door
En hier was het net weer droog. De ondergaande zon verlicht de bui die inmiddels het havengebied geselt. Daarachter breken de wolken alweer en komt er blauwe lucht tevoorschijn. 

En zo heb ik in tien minuten een fantastische reeks opnames kunnen maken. Het zat enorm mee. Buien, maar tussendoor nog stukken blauwe lucht. En dan vlak voor zonsondergang waardoor het licht mooi onder de wolken door kan schijnen zoals op de vorige foto. Direct hierna ben ik het restaurant van de Euromast ingegaan in een poging mijn drijfnatte apparatuur weer droog te krijgen. Bovendien ging fotograferen niet meer vanwege de condensvorming op de lens. De camera en het objectief heb ik met een doek drooggewreven, de condens is langzaam weggetrokken in de warmere lucht van het restaurant. 

Vervolgens ben ik verder gewandeld langs de Maas en heb ik de opnames gemaakt die ik van tevoren bedacht had. 
Vanaf de Boompjeskade, uitzicht op de Willemsbrug
f/8, iso 50, 25 seconden
 Hier regende het inmiddels weer, waardoor de kade drijfnat is. Dit voegt iets toe. Opname gemaakt tijdens het blauwe uurtje, waarbij de zon onder is maar er toch nog een mooie blauwe kleur in de lucht zit. Er zijn bij deze vorm van fotografie geen grijsfilters meer nodig: de sluitertijden bij lage ISO zijn lang genoeg om het water van de Maas glad te strijken.


Kop van Zuid met de Erasmusbrug
iso 200, f/8, 20 seconden
En dan toch nog het geijkte beeld waar ik voor ging, ik ben er blij mee. De maan voegt iets toe aan deze foto en er zit nog bewolking in het beeld, maar deze trekt weg waardoor er ook een behoorlijk deel sterrenhemel te zien is.

De Euromast
Teruglopend naar de auto kwam ik weer langs de Euromast. Deze was prachtig verlicht, de camera stond nog op de goede instellingen, dus deze was zo gemaakt. En 's avonds is deze ook geopend, dat is een idee om nog eens voor terug te gaan!

Al met al had ik een prima dagje met leuke resultaten. Die zijn deels het gevolg van de omstandigheden (slecht weer => mooie foto's!) en deels van mijn doorzetten. Buien met natte sneeuw en kou (het was na de buien nog maar 2 graden) maakten dat het bijna uitgestorven was op straat. Maar warme kleding en een paraplu doen veel. Bij thuiskomst de cameratas laten ventileren en alles goed droog en schoon gemaakt. 

Bedankt voor het lezen,

Robert van Brug

zaterdag 14 november 2015

ISO-invariantie, ETTR en praktische implicaties

Er is al veel geschreven over ISO, heel veel. Iedere fotograaf heeft er wel het een en ander over gelezen. Zoals hier waar ik redelijk basic beschrijf wat het is en welke plaats ISO in de belichtingsdriehoek inneemt. Later heb ik er meer in detail over geschreven en daar ook het concept van ETTR behandeld.

Een samenvatting:
  • ISO completeert de belichtingsdriehoek. Het diafragma bepaalt hoe groot de opening in de lens is (en daarmee de scherptediepte). Sluitertijd bepaalt hoe lang de sluiter geopend is. ISO is de lichtgevoeligheid.
  • Een lagere ISO, liefst de basiswaarde van 100 of 200 op een DSLR, geeft de beste resultaten, d.w.z. de minste ruis.
  • Ruis wordt niet veroorzaakt door een hoge ISO-waarde. Ruis wordt veroorzaakt door de afwezigheid van licht. In schaduwdelen van een foto is ruis te verwachten. Zelfs in opnames bij hele hoge ISO zal in de lichte delen amper ruis aangetroffen worden.
  • Indien (delen van) het onderwerp zich in de schaduw bevinden en hier toch detail zichtbaar moet blijven, is het verstandig om over te belichten, zonder uitgebeten wit in de lichte delen van de foto te krijgen. Dit principe heet ETTR, Expose To The Right. In de nabewerking wordt de overbelichte foto softwarematig onderbelicht en wordt een juiste belichting verkregen van hogere kwaliteit. ETTR vindt plaats door het diafragma zoveel mogelijk te open te zetten en/of de sluitertijd te verlengen. ISO verhogen is de laatste stap in dit proces.
Conclusies omtrent ISO:
  1. gebruik bij voorkeur een lage ISO waarde, maar:
  2. liever een hoge ISO waarde dan een bewogen opname, en:
  3. liever een hoge ISO waarde dan een onderbelichte opname.
Daar was ik gebleven toen de term ISO-invariantie viel. In eerste instantie kwam ik het tegen in een kort artikel waarin geclaimd werd dat er nu camera's zijn die zo goed presteren bij hoge iso-waarden, dat het verschil tussen een hoge en lage waarde niet meer zichtbaar is. 
Dit leek mij onzin. Ik heb een behoorlijk aantal professionele camera's in handen gehad en het verschil tussen hoge en lage ISO is altijd zichtbaar. De verschillen worden wel steeds kleiner, maar ze zijn er nog wel degelijk. Tijd om hier eens in te duiken, want het duikt op steeds meer plaatsen  op.

Achtergrond:

Ik heb een flink aantal artikelen doorgespit voordat ik begreep wat het het is en vooral wanneer ik dit zou kunnen toepassen. Met name DPReview had twee artikelen die diep op de materie ingingen. Voor de geïnteresseerden, hier het eerste artikel over soorten ruis en hier het vervolg artikel waar de toepasbaarheid wordt toegelicht. Ik zal het samenvatten, inclusief praktische implicaties:

Maak optimaal gebruik van licht:

  • Licht komt niet perfect gelijkmatig binnen in de camera, er zit een zekere spreiding in. Bij opnames met weinig licht (schaduw, korte sluitertijd, klein diafragma), worden de pixels door een beperkt aantal fotonen geraakt. Er zal op veel pixels te weinig licht binnenkomen om boven de ruisdrempel (EN: noise floor) te komen. Gevolg is dat voor deze pixels alleen de  ruis wordt doorgegeven in de rest van het proces en niet het licht.
  • Delen van de foto met meer licht worden daarom beter geregistreerd: de camera heeft een bepaalde hoeveelheid licht nodig om er iets mee te kunnen. Oplossing is dan ook licht toevoegen aan de opname. Dit kan door het diafragma verder te openen, de sluitertijd te verlengen of door een externe lichtbron (flitser/reflectiescherm/lamp) toe te voegen. NIET door de ISO te verhogen, want hierdoor raken niet meer fotonen de pixels. 
  • Dit is ook exact de reden om Expose To The Right (ETTR) toe te passen: er wordt langer belicht (door langere sluitertijd/groter diafragma) waardoor alle pixels meer licht vangen. Hierdoor wordt de signaal/ruisverhouding beter. 
  • Omgekeerd, als een opname onderbelicht zou worden zijn er meer delen waar het signaal (de fotonen) niet meer boven de ruisdrempel uitkomt. Dit uit zich in meer zichtbare ruis.
  • Een foto die te donker is naar de smaak van de fotograaf zal in de nabewerking lichter worden gemaakt. Hierdoor wordt softwarematig het signaal versterkt, maar ook de ruis. Nabewerking kan wat dat betreft een foto nooit beter maken, alleen slechter. Omgekeerd kan een overbelichte foto (met minder ruis) wel probleemloos donkerder worden gemaakt. Zolang er maar geen uitgebeten wit (geen informatie meer) in de foto zit. ETTR is naar rechts belichten, op de grens van het histogram, maar niet over de grens heen.
  • Als de ISO-instelling verhoogd wordt zal het signaal dat op de sensor is terechtgekomen softwarematig versterkt in een RAW-bestand opgeslagen worden. Dit betekent dat donkere partijen (met een slechte signaal/ruisverhouding) versterkt worden en hele lichte partijen buiten de boot gaan vallen, ze worden té licht. Dit heet clipping en is het histogram goed zichtbaar als een berg informatie aan de rechterzijde. Naarmate de ISO-waarde verder verhoogd wordt zal meer informatie op deze wijze verloren gaan. Dit is de reden dat er minder dynamisch bereik is bij hogere ISO-waarden. Zonde, zeker als bedacht wordt dat deze informatie wel door de sensor is waargenomen.
  • Meer licht is de oplossing voor ruis. Naast langere sluitertijden en een groter diafragma is er nog een oplossing en dat is een grotere sensor. Bij gelijke omstandigheden (sluitertijd, diafragma) vangt een Full Frame sensor twee keer de hoeveelheid licht als een APS-C sensor. En vier keer zoveel als een Micro Four Thirds-sensor. En ongeveer 100x zoveel als op mijn smartphone camera. Dit verklaart waarom Full Frame camera's een groter dynamisch bereik hebben. En ook waarom het zo lastig is om in een restaurant/kroeg een sfeervolle foto te maken met een smartphone. De laatste jaren wordt op dit terrein forse vooruitgang geboekt. Modernere sensoren presteren steeds beter, wat wil zeggen dat de ruisdrempel lager wordt. Ondanks dat fabrikanten nog steeds meer pixels op hetzelfde oppervlak (sensor) persen. Het vergelijk met een grotere sensor dient gemaakt te worden tussen camera's van dezelfde generatie.
  • Als een fotograaf besluit om in JPEG opnames te maken, dan gooit hij/zij daarmee een flink stuk (een aantal hele stops) van het dynamisch bereik van de sensor weg. Ik ga ervan uit dat wie tot hier gevorderd is in het lezen van deze droge kost in RAW werkt. 
  • ETTR werkt amper in JPEG, in RAW levert het een bestand op dat de best mogelijke signaal/ruisverhouding heeft en daarmee de meeste flexibiliteit biedt.

Maak optimaal gebruik van de werking van ruis in een camera:

  • Indien de ISO instellingen verhoogd worden, dan wordt de shot noise (ruis die veroorzaakt wordt door de spreiding van licht), en de 'upstream read noise' (de ruis komend van de ruisdrempel van de sensor) versterkt. Bij de basiswaarde (meestal 100 of 200 op DSLR's) vindt er geen versterking plaats. Bij ISO 800 wordt het signaal en de daarbij behorende ruis al 8x versterkt (t.o.v. ISO 100). ISO 3200 zelfs 32x. Deze ruis zal steeds zichtbaarder worden naarmate de ISO-waarden opgekrikt worden.
  • Naast deze soorten ruis bestaat er ook nog 'downstream shot noise', veroorzaakt voornamelijk door elektronische versterking van het signaal, d.w.z. door de ISO te verhogen. Dus naast de hiervoor genoemde versterking van 'shot noise' en 'upstream read noise' wordt er door de ISO te verhogen nog meer ruis toegevoegd. Dit is belangrijk!
  • Niet alle camera's hebben evenveel last van 'downstream shot noise'. Sommige (vaak duurdere) modellen gaan hier beter mee om. Als op een dergelijke camera de ISO-waarde verhoogd wordt resulteert dit nauwelijks in meer ruis. In ieder geval zal deze ruis wegvallen tegen de toegenomen ook aanwezige andere ruis. Op deze camera's is het verstandig om de ISO laag te houden. Zo wordt er nauwelijks ruis toegevoegd en van een maximaal dynamisch bereik gebruikgemaakt. Er wordt dan bewust een te donker beeld vastgelegd, dat in de nabewerking naar smaak lichter gemaakt zal worden. Veelal betekent dit de donkere en middenpartijen lichter maken en de lichtere partijen zo laten. 
  • Er zijn ook camera's die hier minder goed mee omgaan. Deze hebben veel meer last van 'downstream read noise' en hier werkt het andersom. Op lage ISO werken en dit later opkrikken zou betekenen dat de 'downstream read noise' enorm opgeblazen wordt. De ISO-waarde zelf verhogen werkt hier gunstiger, hiermee wordt alle informatie versterkt tot boven het niveau van de 'downstream read noise'. Dit resulteert hier in een beter beeld.
  • Camera's met veel 'downstream read noise' heten ISO-variant. Hebben zij dit niet dan zijn ze ISO-invariant. 
De vraag is natuurlijk hoe dit getest kan worden en wat de implicaties zijn.

ISO-invariantie test

De test die ik het meest ben tegengekomen werkt betrekkelijk eenvoudig: maak een juist belichte opname op hoge ISO (vaak wordt 6400 gebruikt), en ga vervolgens bij gelijkblijvende sluitertijd en diafragma-instellingen de iso iedere keer halveren. Het resultaat is een serie opnames die steeds donkerder wordt. Deze worden in nabewerking weer lichter gemaakt naar het niveau van de initiële opname (ISO3200 wordt een stop lichter, ISO1600 twee stops, enzovoort). Ga zo door tot aan de basiswaarde van de camera.

ISO-invariantie test Nikon D600
ISO 6400 t/m ISO 50.
Met alle voorgaande theorie kan dit plaatje beter bestudeerd worden. De opnames op lagere ISO gemaakt hebben ruis die onstaat door de ISO te verhogen (downstream shot noise). Maar de aanwezige overige vormen van ruis ('shot noise' en 'upstream read noise') worden versterkt in de nabewerking.
De opnames op ISO 100 en 50 zien er minder clean uit dan de overige. Dit zijn dan ook de meest extreme voorbeelden met resp. 6 en 7 stops lichter maken in Photoshop. ISO 200 ziet er op 100% niet goed uit. ISO 400 vind ik bruikbaar. De theorie zegt dat ik beter op ISO 400 een opname kan maken en die achteraf selectief lichter kan maken, terwijl ik eigenlijk denk 6400 nodig te hebben. Ik heb aanzienlijk meer dynamisch bereik om mee te werken (met name in de lichte partijen) en het eindresultaat zal minder ruis bevatten. ISO 400 lijkt de grens. Daaronder werken is niet zinvol, dan kan beter de ISO verhoogd worden naar 400.

Nadeel is wel dat de foto op het scherm van de camera veel te donker oogt wat het lastig maakt om de compositie te beoordelen. Maar stel dat het een statisch onderwerp is, dan kan er een testfoto op hoge ISO gemaakt worden, waarna naar de grenswaarde teruggegaan wordt voor de echte opname.

Tot zover alles wat ik in internetfora ben tegengekomen.
ISO-invariantie test Nikon D600
ISO 6400 t/m ISO 50
100% crops
Ik heb dezelfde foto's als hierboven nogmaals kritisch bekeken op 100%. Ik kom nu tot een andere conclusie, namelijk dat mijn camera ISO-invariant is vanaf ISO 1600. De uitsnedes op 800 en 400 ISO vind ik dermate veel slechter dat ik de grens opschuif. Dit geldt alleen in het geval er geen verkleining van het beeld achteraf plaats mag vinden. Is het een foto voor op social media, in een beperkte resolutie, dan kan ISO 400 ook prima. Is het einddoel een hele grote afdruk, dan ligt de grens bij 1600.

Een dergelijke test kan iedereen thuis uitvoeren. Het is fijn te weten waar de grens van de camera ligt.

Praktische toepassingen

Ik wist al dat ik op mijn D600 niet boven de ISO 3200 wilde werken omdat er dan teveel ruis ontstaat, nu heb ik geleerd dat dat ook niet hoeft omdat als ik op ISO 1600 werk (met te donkere beelden) ik dan uiteindelijk een betere resultaat heb. Dit is heel prettig te weten.
Bij oudere camera's, ik moet het nog testen voor mijn good-old D90, zal dat niet zo mooi uitkomen. Ik moet daarbij niet boven de ISO 400 werken en de iso-invariantie verwacht ik dat die vrijwel afwezig is. Bovendien is ISO 3200 de hoogst instelbare waarde (ISO 6400 alleen via Hi 1). Dat zou betekenen dat er vrijwel geen speelruimte is (alleen ISO100-400) en iso-invariantie is niet van toepassing.

Ik kan me levendig voorstellen dat dit een verwarrend verhaal is. Het is lang en gaat vrij diep op de materie in. Bovendien lijkt het soms tegenstrijdig te zijn, daarom een samenvatting:

  • Werk in RAW voor het beste resultaat
  • Full Frame camera's presteren per definitie beter dan die met een kleinere sensor
  • Nieuwere camera's doen het bijna altijd beter dan oudere
  • Meer licht resulteert in minder ruis. ETTR is de meest praktische methode voor minder ruis. Meer licht dient bereikt te worden door de sluitertijd te verlagen en/of het diafragma verder te openen.
  • Het is niet altijd verstandig om de ISO-instelling verder op te schroeven. Er is een grens waarbij het een beter resultaat oplevert door op een lagere ISO-instelling een te donker beeld te maken en dit in de nabewerking te corrigeren. Dit is de ISO-invariantiegrens.
  • In het geval van een bewegend onderwerp wordt het lastiger: 
    • Bij ETTR wordt hier al tegenaan gelopen: als het maximale diafragma al bereikt is en de sluitertijd wordt te lang om het onderwerp te bevriezen dan wordt ETTR lastig. Nu is de enige optie namelijk om de ISO-instelling te verhogen. Het is te hopen dat er niet voorbij de grens van 'hoogst bruikbare iso' gegaan wordt.
    • Als er een hogere ISO nodig blijkt dan de ISO-invariantiegrens, dan kan beter de camera op deze grenswaarde ingesteld worden, hetgeen resulteert in een te donker beeld, dat dan weer opgelicht zal gaan worden tijdens de nabewerking.
    • Indien het maximale diafragma al gebruikt wordt en de ISO-invariantiegrens is bereikt en nog zijn de sluitertijden te lang, dan blijft over:
      • gebruik een lichtsterker objectief
      • ga pannen, deels bewogen beelden voegen vaak dynamiek toe aan een beeld
      • voeg extern licht toe, bijvoorbeeld een flitser
      • schroef de ISO toch verder op: beter ruis dan een bewogen opname
  • Voor de volledigheid: bij een statisch onderwerp is het altijd het beste (vanuit ruis-standpunt) om de basiswaarde te gebruiken. Dit kan resulteren in het moeten gebruiken van een statief vanwege lange sluitertijden.

Glow 2015, Inside Out: De Kathedraal
ISO 100, f/8, 15 sec.
De basiswaarden van ISO 100 (bij diafragma f/8) resulteerde in een belichting van 15 seconden. Zonder statief is dat niet mogelijk. Het beeld is echter wel zonder zichtbare ruis.

Glow 2015
ISO 1600, f/4, 0.6 sec. vanaf statief
Dit is een opname van een continue veranderend beeld. Een veel kortere sluitertijd is hier nodig, vandaar de 0.6 seconden. Toch is dit beeld niet optimaal, ik had ook nog op ISO 800 kunnen werken, want nu heb ik de foto in de nabewerking donkerder moeten maken. ISO 800 had dat opgelost en tegelijkertijd een ruimer dynamische bereik betekent en daarmee een betere foto. Het diafragma had ook nog naar f/2.8 gekund, maar daar heb ik uit creatief oogpunt bewust niet voor gekozen.

Vechtende nijlpaarden, Zambia, Oktober 2014
ISO 6400, f/2.8, 1/50e, uit de hand
Nikon D600 met 300 mm f/2.8, VR aan
Met wat ik nu weet, had bovenstaande foto beter gekund. Ik had achteraf beter kunnen kiezen voor ISO 1600 bij dezelfde instellingen en dan in nabewerking lichter maken. Of ISO 3200 en 1/100e seconde i.p.v. 1/50e (of zelfs 1/200e bij ISO6400): ik heb nu veel opnames moeten wissen vanwege bewegingsonscherpte.

Nou, dat maakt een eind aan een van de lastigste en langste artikelen die ik geschreven heb. Bedankt voor  het lezen. Zijn er vragen, stel ze gerust, graag zelfs.

Robert van Brug


Een paar van de camera's die anno 2015 als volledig ISO-invariant worden beschouwd, gebaseerd op dit artikel:

  • Nikon D810, D750, D5500, D7100
  • Sony a7RII
  • Fuji XT1, X100, XE1

ISO-variante camera's anno 2015:

  • Canon 5DMKIII, 6D, 60D, 70D, 7D


Een paar van de gebruikte definities:
  • De spreiding van licht wordt 'shot noise' genoemd. 
  • Alles wat daarna aan ruis ontstaat is 'electronic noise'. 
  • 'Upstream read noise' wordt veroorzaakt door de ruisdrempel (EN: noise floor) van de pixel/sensor. 
  • 'Downstream read noise' wordt veroorzaakt door softwarematige versterking van het signaal (ISO verhogen) en andere componenten in de camera, zoals bijvoorbeeld de analoog/digitaal converter (ADC).

donderdag 12 november 2015

Glow: tips voor fotografie bij lichtfestivals

Dit jaar is het alweer 10 jaar geleden dat het het lichtfestival Glow in Eindhoven voor de eerste keer werd georganiseerd. Toen nog kleinschalig met enige tienduizenden bezoekers in een week. In 2014 heeft het festival een waanzinnige 650.000 bezoekers mogen verwelkomen. Ook Amsterdam heeft inmiddels een lichtfestival (Amsterdam Light Festival), net als vele steden over de wereld.

Vanaf het begin is het voor de fotograaf een uitdaging om hier mooie opnames te maken. Het oefent een enorme aantrekkingskracht uit op fotografen en het is vaak struikelen over de statieven. Toch zijn er ontwikkelingen: traditioneel waren er vooral vrij statische projecties op gebouwen. Er is een ontwikkeling naar meer en meer dynamiek. Dit vraagt ook om een aanpassing van de techniek in de fotografie.

Ik geef in dit artikel kort wat adviezen over hoe te werk te gaan om tot mooie resultaten te komen.

TIPS TRADITIONELE AVONDFOTOGRAFIE:


  1. Niet flitsen. In mijn allereerste artikel op dit blog heb ik al opgeroepen niet te flitsen. Toch zie ik 4 jaar later nog steeds mensen dit doen. 
  2. Statief: in plaats van te flitsen dient een lange sluitertijd gebruikt te worden. Om geen bewogen foto te krijgen dient er vanaf een stevig statief gewerkt te worden.
  3. ISO: Stel deze zo laag mogelijk in, d.w.z. 100 of 200.
  4. Diafragma: Als het onderwerp weinig diepte heeft, zoals een projectie op een gebouw, dan kan het diafragma helemaal open.
  5. Zonnekap: doe de zonnekap altijd op de lens, ook 's avonds. Het voorkomt allerhande problemen in het beeld en het beschermt de lens.
  6. Oculair dop. Als er sprake is van lange sluitertijden dan is het verstandig om het oculair (beter bekend als de zoeker) tegen ongewenste lichtinval  af te sluiten met de daarvoor meegeleverde oculairdop. Sommige high-end camera's hebben hiervoor een schakelaar.
  7. Vibratie-reductie uit op statief. Als de camera op een stevig statief is gemonteerd zijn er geen ongewenste trillingen en werkt VR/IS/OS contraproductief.
  8. Afstandsbediening/zelfontspanner: Om trillingen uit te bannen is het verstandig om niet de ontspanknop te gebruiken om een opname te maken, maar in plaats daarvan de afstandsbediening te gebruiken. Of de zelfontspanner, dat is een redelijk alternatief.
  9. Ruisonderdrukking bij lange sluitertijden: dit is in veel camera's een optie in het menu. Ik gebruik deze niet vaak. Reden is dat de camera dan afloop van een foto nog een foto maakt met dezelfde instellingen maar de sluiter helemaal dicht. De hierin ontstane ruis/dode pixels worden uit het oorspronkelijke beeld verwijderd. Heel effectief, maar bij lange opnames bijzonder irritant als er iedere keer dubbel zo lang gewacht moet worden.
  10. Schiet uitsluitend in RAW. Zelf gebruik ik dit altijd, maar bij avondfotografie  is het noodzaak. Er zijn enorme contrasten tussen de lichten en de donkere lucht/schaduwpartijen en het dynamisch bereik van een RAW-opname is veel groter dan die van een JPEG-opname. Bovendien kan hierdoor achteraf zonder kwaliteitsverlies de witbalans bijgesteld worden.
  11. Camera/lens: vanzelfsprekend leidt gebruik van hogere kwaliteit apparatuur tot hogere kwaliteit foto's. Maar bij deze vorm van fotografie is het minder belangrijk dan bij veel andere. Op lage ISO-waarden en vanaf statief moet het met alle apparatuur mogelijk zijn prachtige foto's te maken. 
Glow 2010, Luminarie De Cagna
ISO 200, f/22, 0.8 sec.
Nikon D90 + 18-200mm f/3.5-5.6, vanaf statief
Mijn eerste editie van Glow bevatte dit verpletterende beeld: een zee van licht door enorme hoeveelheden LED-lampjes. Er zit heel veel diepte in het beeld, daarom heb ik het diafragma maximaal dichtgeknepen. F/22 is niet nodig, maar dat wist ik toen nog niet. ISO 200 is op een Nikon D90 de basiswaarde. Hoe indrukwekkend dit beeld ook is: het is statisch. Niets beweegt, het zijn alleen maar heel veel lampjes.

Glow 2013
ISO 100, f/2.8, 1 sec.
Nikon D600 met 50mm f/1.4G, vanaf statief
Ook in 2013 waren er nog statische beelden. Feitelijk was dit een dynamisch beeld, maar de veranderingen voltrokken zich maar langzaam, dus alle tijd om met 1 seconde sluitertijd een geslaagde opname te maken.

TIPS BIJ DYNAMISCHE BEELDEN:

Er is een trend naar meer gebruik van bewegende beelden in plaats van een statisch beeld. Dit biedt een uitdaging voor de fotograaf: als er een momentopname van een bewegend beeld gemaakt moet worden dan zal de sluitertijd omlaag moeten. Dit betekent automatisch dat dit gecompenseerd moet worden in ISO, er even vanuit gaande dat het diafragma al goed staat ingesteld.

Glow 2013
ISO 1600, f/2, 1/200e sec.
Nikon D600 met 50mm f/1.4G, vanaf statief
Dit is een mooi voorbeeld: een monster wordt geprojecteerd op een waterstraal. Dit beeld veranderde continue.  

Glow 2014, DELA-gebouw
ISO 1600, f/4, 1/80e sec.
Nikon D600 met 24-70mm f/2.8
Deze opname van het DELA-gebouw is uit de hand gemaakt. Met 1/80e seconde sluitertijd op 24mm is dat ook geen probleem. 

Ten opzichte van de meer traditionele vorm zijn er een paar dingen gewijzigd:
  • Hoge ISO. 1600 geeft 16x versterking van het licht t.o.v. ISO 100. Hoge ISO-waarden betekenen meer ruis, zeker in de donkere partijen. Maar anno 2015 zijn er een behoorlijk aantal camera's op de markt waarmee veel beter een hoge waarde ingesteld kan worden. Full Frame camera's zijn hier over het algemeen beter in. Dit betekent ook dat het nu wel loont om een dure camera in te zetten.
  • Groot diafragma. Hier is f/2 gebruikt, wat 2x zoveel licht betekent als bij f/2.8. En 128x zoveel licht als bij f/22. Lichtsterke objectieven zijn over het algemeen veel duurder dan de minder lichtsterke varianten. Een 50mm f/1.4 of f/1.8 is relatief betaalbaar.
  • Statief: bij een sluitertijd van 1/200e seconde is dat niet per se nodig.
  • Afstandsbediening/zelfontspanner/oculairdop: ook niet meer nodig.
  • Vibratiereductie VR/IS/OS: als er geen statief meer wordt gebruikt is het nu juist wel raadzaam om de eigen bewegingen te corrigeren hiermee.
Glow 2015: Eindhoven vergaapt zich aan reusachtige lamp
ISO 1600, f/4, 1/20e sec., vanaf statief
Nikon D600 met 24-70mm f/2.8

Een andere oplossing kan zijn om van het dynamische beeld geen foto te maken, maar een film. Vrijwel alle camera's bieden de functionaliteit en zo worden ook de aanwezige geluidseffecten meegenomen. In 2014 heb ik zo een film gemaakt van Flashback.

Meer creatieve foto's

Terug naar de fotografie.
Al het voorgaande zijn technische tips. Welke instellingen zijn nodig, welke apparatuur is handig. Maar dit levert slechts technisch geslaagde beelden op, de vraag is of deze aansprekend zijn. En of ze onderscheidend zijn. Ik ben altijd blij met een goed geslaagde opname, maar als ik vervolgens op social media zie dat bijna iedereen eenzelfde foto heeft gemaakt, dan baal ik toch een beetje. En dus probeer ik me te onderscheiden. Ik ga op zoek naar een andere invalshoek. Ik hoop toch op uniek materiaal, wat een serieuze uitdaging is met zoveel fotografen op de been. Hier onder van ieder jaar een voorbeeld:

Glow 2010
ISO 200, f/8, 2.3 seconden
Het spectaculaire beeld hierboven is ontstaan door uit te zoomen tijden de 2,3 seconden dat de sluiter openstond. Dit is een truc, maar wel een met af en toe mooie resultaten.

Glow 2011, Tunnel of Love
ISO 200, f/6,7, 8 seconden, vanaf statief
De 8 seconden sluitertijd zorgen ervoor dat de tunnel verlaten lijkt, terwijl hij bomvol bezoekers was.

Glow 2012, hoofdbureau van politie
iso 200, f/6.3, 2.5 sec.
Dit was een leuk schouwspel: er klom een poppetje uit de cel en die werd achtervolgd. Het is niet voor niets het politiebureau. Dit ging vrij snel. Hierdoor kwam ik op het idee om het hele verhaal in één beeld te vangen. Dit zegt mij meer, die poppetjes zijn per stuk fotografisch niet heel interessant. 

Glow 2013
iso 100, f/11, 0.5 sec.
Deze boom met paarse LED-kristallen stond voor het Temporary Art Center. Lastig te fotograferen met het gebouw er vlak achter. Ik heb gekozen om het Philips Stadion aan de overkant van de straat mee te nemen, vandaar het kleine diafragma. Het standpunt en de achtergrond maken het hier creatief.

Glow 2014
ISO 6400, f/4, 1/30e sec.
In 2014 was er een 3D-kunstwerk waarvoor brilletjes werden uitgedeeld. Dit was op Stratumseind en het was een zeer druk gedeelte van de route. Creativiteit uitte zich hier door de kijkers en niet het kunstwerk vast te leggen. En 3D is toch niet vast te leggen, maar het publiek wel. Het was knap donker, korte sluitertijden verplicht omdat er zoveel mensen opstaan, en geen schijn van kans op het gebruiken van een statief. Vandaar ISO 6400. 

Glow 2015, Stadswandelpark
ISO 800, f/11, 1/6e sec.

Deze ca. 15 meter hoge toren van vlammen was een eyecatcher van jewelste. De twist zit hier in het standpunt: door vanaf de andere kant (buiten de route) te werken, kon ik ook een reflectie meepakken in de aanwezige vijver. Twee constructies voor de prijs van één. Bovendien staat het kunstwerk (rechtsboven) dat aan die kant van de vijver staat ook in beeld, wat voor kenners van het Stadswandelpark herkenbaar zal zijn. 

Al 6 jaar fotografeer ik bij Glow, en ik hoop er komende jaren ook bij te zijn. Het is leuk om te ervaren en een uitdaging om er fotografisch iets van te maken. 

Bedankt voor het lezen, veel plezier bij Glow!

Robert van Brug


zondag 8 november 2015

Resultaten Nikon D7200 met Sigma 150-600mm f/5.6-6.3 Sports

Zoals in het vorige artikel beloofd, zou ik wat resultaten laten zien van de Nikon D7200 met de Sigma 150-600mm f/5.6-6.3 Sports-lens.

Het voelde vertrouwd om dit vast te houden: de D7200 lijkt zo sterk op mijn D600 dat ik deze direct feilloos kon bedienen. De lens was iets meer wennen. Bij het fotograferen van vogels gebruik ik standaard een prime 300mm f/2.8 met 2x teleconverter. Dit levert 600mm, wat deze lens ook aankan. De extra flexibiliteit om uit te kunnen zoomen naar 150mm vind ik heel interessant, alleen kwam het in de vogelkijkhut waar ik deze heb mogen proberen niet van pas.
Ander punt is de cropfactor van de camera. Doordat de sensor kleiner is, is de lens vergelijkbaar met 225-900mm op een Full Frame-camera. Wauw.

ISO 500, f/6.3, 1/1600e seconde. 600=900mm
Vanuit Lepelaarhut, uitsnede, verkleind en naverscherpt
Mensen die wel eens in de Lepelaarhut zijn geweest zullen dit beeld herkennen. En ook weten dat dit een heel eind van de hut verwijderd is. De scherpte is zeer acceptabel. Toch meen ik hier te merken dat de scherpte wat minder is mijn eigen 300 mm f/2.8 met 2x-teleconverter. Dat is ook logisch, maar het verschil is zichtbaar, als valt het heel erg mee.

Aalscholver in vlucht
ISO 1600, f/11, 1/3200e sec.
Ik was vooral nieuwsgierig naar de prestatie van de autofocus. Een prima manier om deze op de proef te stellen is door vogels in vlucht vast te leggen. De combinatie van camera en lens reageerde goed. Voor mijn gevoel vergelijkbaar met mijn 300mm met 2x-teleconverter. Zonder teleconverter wint de 300mm lens het op alle fronten, zowel scherpstelsnelheid, -nauwkeurigheid als scherpte.

ISO 100, f/6.3, 1/100e sec.
100% crop
Het andere punt waar ik heel benieuwd naar was zijn de ruisprestaties bij hoge ISO-waarden. Bij ISO 100 zoals hierboven, ziet de 100%-uitsnede van het beeld er netjes uit.

ISO 1600, f/6.3, 1/1600e sec.
100% crop
Bij ISO 1600 is er duidelijk iets veranderd in het beeld. Is het storend? Eigenlijk alleen maar als er opnames gemaakt worden waarbij slechts een uitsnede van het beeld gebruikt wordt.

ISO 1600, f/6.3, 1/1600e sec.
hele foto
Dit is dezelfde opname als hiervoor, maar dan het hele beeld. Dan is de opname ook met ISO 1600 zeker bruikbaar.

ISO 3200, f/8, 1/1600e sec.
100% crop
 ISO 3200 is op de 100%-crop duidelijk zichtbaar dat er ruis in het beeld optreedt.
Ik ben vanaf 3200 het diafragma gaan knijpen naar f/8, omdat er anders teveel licht binnenkwam om de hoogste ISO-waarden te kunnen testen.

ISO 6400, f/8, 1/3200e sec.
100% crop
 En hier is het nog wat erger.

ISO 12800, f/8, 1/8000e sec.
100% crop
 Hier is de hoeveelheid ruis erg opgelopen, het beeld is niet meer bruikbaar, maar:
ISO 12800, f/8, 1/8000e sec.
hele beeld
Als de hele opname bekeken wordt dan lijkt het erg mee te vallen. Er is wel ruis zichtbaar, maar het is bruikbaar. Deze laatste opname heb ik wat ruisonderdrukking meegegeven in Photoshop, maar het grootste effect komt door het verkleinen van het beeld van 6000x4000 pixels naar 1200x800, daardoor verdwijnt de meeste ruis als sneeuw voor de zon. Voor weergave op social media is dit een prima foto, als er een hele grote afdruk van gemaakt moet worden is het niet geschikt.

Conclusie: prima prestaties van de camera en lens, zowel op het gebied van autofocues-snelheid als ook op ruisprestaties. Ik heb het niet nagemeten, maar gevoelsmatig is de D7200 een stop minder bruikbaar dan mijn eigen D600 in hoge ISO. Als ik ISO1600 aanhoudt als maximale waarde op mijn D600 voor ongecropte vrijwel ruisvrije beelden, dan denk ik dat ISO 800 op de D7200 vergelijkbaar is.

Als ik vrijwel uitsluitend vogelfotografie deed, dan zou dit mogelijk ook voor mij nu de combinatie zijn, het is een prima balans tussen prijs en kwaliteit.

Bewijs dat ISO800 mooie beelden oplevert:
ISO 800, f/8, 1/250e sec.
IJsvogel op ca. 5 meter afstand. Hele beeld.
Een 100% crop uit de vorige foto:
ISO 800, f/8, 1/250e sec.
100% crop 1200 x 800 pixels
Deze opname is wél bruikbaar als grote print. Toch zou ik in dat geval de achtergrond wat van ruis ontdoen. Dit zal echter niet vaak voorkomen, in bijna alle normale omstandigheden presteert deze combinatie van lens en camera prima.

Dank aan Eric voor het mogen uittesten van zijn nieuwe apparatuur.

Bedankt voor het lezen,

Robert van Brug

Vergelijk Nikon D600 met de Nikon D7200 + Sigma 150-600 f/5.6-6.3 Sports

Enige tijd geleden kreeg ik een vraag van Eric of ik met hem wilde meedenken wat voor nieuwe camera voor hem het meest geschikt is. Dit is natuurlijk persoonlijk, maar het proces in het kort kwam neer op het beantwoorden van een paar vragen:

  • Vraag 1: Wat voor soort fotografie ga je doen? Antwoord: met name vogelfotografie. Dus een zo lang mogelijke telelens. Bovendien is een cropcamera dan eigenlijk ideaal omdat het lijkt alsof er met een langere lens gewerkt wordt dan feitelijk het geval is.
  • Vraag 2: Zijn er al objectieven in huis, waardoor de keuze beperkt wordt tot een bepaald merk omdat van merk overstappen zeer kostbaar is? Antwoord: nee. Mooi, dat biedt ruimte.
  • Vraag 3: Budget? Antwoord: het mag wat kosten, maar niet de hoofdprijs. Dure prime teleobjectieven vallen af.
Uiteindelijk zijn we uitgekomen op een Nikon D7200 met een Sigma 150-600mm objectief. 
Nikon D7200
Sigma 150-600mm f/5.6-6.3 Sports

Over de camera:


De Nikon D7200 lijkt erg op mijn eigen D600. Als ze naast elkaar liggen is er bijna geen verschil. Belangrijkste verschil is dat de D7200 een crop camera is, terwijl de D600 een full frame-sensor heeft. Het zijn beide semi-professionele 24-megapixelcamera's voor de enthousiaste amateur. Hieronder een overzichtje met verschillen:

Verschillen Nikon D600 en D7200
Groen = beter
De D7200 is later geïntroduceerd dan de D600 en dat is in de specificatie terug te vinden. Bovendien is de prijs op dit moment 400€ lager van de D7200 dan van de D610, wat de opvolger is van de D600. Welke van bovenstaande punten belangrijk zijn is persoonlijk. Ik licht er een paar toe:
  • De sensor van de D600 is groter, 2.35* groter zelfs. Grotere pixels betekent een betere beeldkwaliteit in omstandigheden met weinig licht. Voor mij is dat zeer belangrijk, omdat ik regelmatig die omstandigheden aantref. Alle professionele objectieven van Nikon zijn gemaakt voor Full Frame en met een dito sensor wordt daar optimaal gebruik van gemaakt. 
  • De processor is recenter, dus sneller. De camera zal foto's sneller verwerken. 
  • ISO-bereik is groter op de D7200, maar 51200 en 102400 zijn alleen in zwart-wit te gebruiken. Dat voegt niet veel toe vind ik, belangrijker is de ruisprestatie op hogere ISO-waarden.
  • AF-gevoeligheid is groter, wat betekent dat de camera minder problemen zal ondervinden om scherp te stellen in situaties met weinig licht.
  • Aantal sensoren dat bij f/8 nog werkt is veel meer bij de D600. Dat is alleen belangrijk indien er gewerkt wordt met een 2x teleconverter i.c.m. een f/4-objectief. Het kleinst bruikbare diafragma is dan f/8. Dit zal voor bijna niemand doorslaggevend zijn.
  • Kortste flits synchronisatietijd is bijna gelijk.
  • Burst rate, het aantal opnames per seconde is nagenoeg gelijk.
  • Ingebouwde WiFi en NFC kan heel handig zijn. Er is echter ook een externe module voor WiFi op de markt (Wu-1a). Minder handig dan ingebouwd, maar het is op te lossen.
Conclusie is dat de D7200 geavanceerder is dan de oudere D600. Maar hoe zijn de prestaties, is het ook echt een betere camera? DxO-mark is de website waar ik naar kijk voor testen in een gecontroleerde omgeving. De scores zijn als volgt:

DxO-Mark scores D600 en D7200
Op het gebied van kleurdiepte (vooral belangrijk bij portretfotografie) en dynamisch bereik (denk aan landschapsfotografie) zijn de verschillen beperkt. Het grote verschil zit in de ISO-scores in situaties met weinig licht. Met name belangrijk bij sport- en wildlifefotografie.

Over het objectief:

Eric gaat zoals gezegd zijn D7200 gebruiken met een Sigma 150-600 f/5.6-6.3 Sports-objectief. Heerlijk om een zoomlens  te  hebben in het telebereik. Dit is een relatief nieuwe ontwikkeling: tot voor kort was er geen fatsoenlijke telezoomlens op een acceptabel prijspunt beschikbaar. 
De lichtsterkte is weliswaar een stuk minder dan dat van de grote jongens (f/2.8 of f/4), maar de flexibiliteit is een grote toegevoegde waarde. Er hoeft niet of nauwelijks van lens gewisseld te worden. Dit scheelt kostbare tijd en de sensor zal schoner blijven.
De lagere lichtsterkte heeft bovendien tot voordeel dat het objectief een stuk lichter is. Ideaal als er een flink stuk mee gewandeld dient te worden.
Tenslotte is er de prijs. Dit is een semi-professioneel objectief dat zeker niet goedkoop is, maar de professionele alternatieven zijn tussen de 5.000 en 12.000€. Dan valt de 1750€ voor deze lens enorm mee.

Pas als de lichtomstandigheden uitdagend worden, zoals in de schemer, zal dit gemerkt worden. Er kan geen groot diafragma gebruikt worden en de ruisprestaties bij hogere ISO-waarden zijn minder, aldus DxO-mark. De verwachting is echter dat het gebruik voornamelijk bij redelijke lichtomstandigheden zal zijn, in het veld (draagbaarheid is belangrijk). Ik denk dat op dit moment dit een van de beste opties is. Veel plezier ermee, Eric!

In een volgend artikel zal ik wat resultaten laten zien van foto's gemaakt met deze combinatie.

Bedankt voor het lezen,

Robert van Brug







vrijdag 6 november 2015

Foto aansprekend maken in de nabewerking

Onlangs heb ik een halve dag in de Lepelaarhut in de buurt van Almere gezeten in de hoop een IJsvogel mooi voor de lens te krijgen. Uiteindelijk is dat gelukt, maar die IJsvogel zit niet de hele dag te poseren op een takje dichtbij. Zo werkt het niet, er is veel geduld bij nodig. Dat betekent ook dat er uren voorbij gaan zonder IJsvogel. Daarin houd ik altijd de omgeving in de gaten in de hoop dat er toch iets interessants gebeurd, zoals:
  • Andere aanwezige vogels. Deze waren er wel. Uniek voor mij was dat er Knobbelzwanen, Wilden Zwanen en Kleine Zwanen in de buurt aanwezig waren, maar fotografisch op een niet interessante afstand. Ik heb wel af en toe gecontroleerd of er toch eentje dichterbij zou komen maar dit is niet gebeurd. 
  • De IJsvogel zelf zat redelijk veel in de buurt van de hut, dat geeft ook de mogelijkheid om een plaatje van de vogel in zijn natuurlijke biotoop te maken, dat is weer eens wat anders dan vol in beeld op een takje.
  • Er zit daar in de buurt een koppel Zeearenden. En het gebeurt af en toe dat er een overvliegt of zelfs op een eiland voor de hut landt. Dat zijn buitenkansen en reden om te blijven opletten.
  • Bovendien zaten er twee reigers op redelijke afstand, een Blauwe en een Grote Zilverreiger. Vrij regelmatig vloog een van beiden een paar meter verder, vrijwel direct gevolgd door de ander. Dat gedrag viel op en het gaf ook kansen. 
Dit laatste resulteerde in deze foto:
Landende Grote Zilverreiger
Het is niet makkelijk om een witte vogel die vol in het zonlicht staat vast te leggen zonder dat hij overbelicht raakt. Dit had ik bij een eerdere opname al geconstateerd en ik had daarom een stop onderbelicht, waarmee het wit net niet overbelicht werd. Bijkomend voordeel is dat het hoekje waar ze af en toe gingen staan vrij donker was, dat werk nu nog donkerder. Toch vind ik bovenstaande foto niet geweldig: de Blauwe Reiger leidt enorm af en de Zilverreiger staat dicht voor de achtergrond wat onrustig is. De houding van de Zilverreiger vind ik wel mooi, de foto is zeer scherp en de opspattende waterdruppels geven wat dynamiek aan het beeld. De reflectie in het water voegt zeker iets toe. Kortom: goed, maar niet goed genoeg naar mijn smaak. Weggooien wilde ik ook niet. Een beter beeld had ik hier niet van, dus wat nu? Uiteindelijk heb ik mijn toevlucht gezocht in Photoshop. In de nabewerking is het ook mogelijk om een beeld aan te passen aan de wens van de fotograaf. Dit gebeurde een eeuw geleden al in donkere kamers, nu kan dat softwarematig.

Resultaat:
Landende Zilverreiger in de herkansing
Ik heb het volgende aangepast:
  • Het meest opvallende is natuurlijk de afwezigheid van de Blauwe Reiger. Deze heb ik geselecteerd en met Content-Aware Fill weggepoetst. De reflectie niet vergeten, heel belangrijk.
  • In Bridge heb ik de donkere partijen (zwart en schaduw) donkerder gemaakt.
  • Met Burn (NL: tegenhouden) heb ik in de achtergrond de hooglichten nog wat donkerder gemaakt.
  • Tenslotte de achtergrond geselecteerd en de verzadiging flink teruggeschroefd. Door de vogel hierin niet mee te nemen blijft de snavel wel lekker felgeel. De blaadjes in de rechterbovenhoek worden hierdoor minder opvallend. Dat is belangrijk, want zij moeten de aandacht niet pakken.
Het resultaat is een minder natuurlijk beeld, maar wel veel sterker. Persoonlijk spreekt mij dit veel meer aan en nu ben ik tevreden mee. 

Conclusie: als de foto niet is geworden zoals van tevoren verwacht, kan er misschien in de nabewerking toch iets moois van gemaakt worden. 

Weggooien kan altijd nog.

Bedankt weer voor het lezen.

Robert van Brug