vrijdag 13 december 2013

Is een statief wel nodig?

Toen midden negentiende eeuw de eerste foto's gemaakt werden, duurde de belichting vaak uren. Dit werd honderd jaar geleden minuten. Er is een reden waarom onze (over)grootouders zo wazig op die sepia portretten staan: ze moesten vele minuten stil zitten, eigenlijk zijn die opnames dus allemaal bewogen, bovendien was de apparatuur gewoon niet zo scherp als tegenwoordig. De laatste jaren van de analoge fotografie was het natuurlijk al veel beter geworden, maar pas sinds de digitale camera's is een statief minder nodig. Gelukkig maar, want het zijn ondingen om mee te nemen!

Ansel Adams aan het werk
Deze grootheid uit de fotografiehistorie, de grondlegger van de landschapfotografie, had echt een statief nodig. Met een kolossale camera (platen van 4 x 5 inch of groter, nog eens wat anders dan 24 x 36 mm) en dan werken op diafragma f/64 om alles van voor tot achter scherp te krijgen. Aan zijn uniek verbouwde auto te zien had hij de apparatuur ook perfect voor elkaar.

Waarom zijn statieven tegenwoordig niet meer nodig?
  1. De enorme verbetering in ruisprestatie van de laatste generatie camera's. ISO 800 is eigenlijk nooit een probleem. 1600 Met een beetje bewerking achteraf ook niet. En dat is op mijn cropcamera van een paar jaar geleden. De nieuwste generatie (vooral full frame) kan bij 6400 nog prima opnames maken. 
  2. De lenzen zijn tegenwoordig veel scherper bij het maximale diafragma. Een f/2.8 lens kan ook op die maximale waarde gebruikt worden, waar er vroeger al snel 2 stops verloren ging om wat scherpte te krijgen, het zogenaamde diafragmeren. 
  3. Bewegingsonscherpte bij wat langere sluitertijden wordt behoorlijk effectief getackeld door de  desbetreffende VR (Nikon) en IS (Canon) en soortgelijke systemen van andere merken. 3, 4 of zelfs 5 stops langere sluitertijden worden hiermee uit de hand mogelijk. 
  4. Display achterop de camera maakt duidelijk of een opname gelukt is. Dit faciliteert een andere vorm van fotograferen dan met film mogelijk was, nl. schiet er maar een paar en dan is er wel 1 goed.
Toch zijn er mensen die zweren bij het gebruik van een statief. In een aantal gevallen terecht:
  1. Natuurfotografen met grote, lange en vooral zware telelenzen. Na een tijdje is de apparatuur vanuit de hand niet meer stil te houden doordat de spieren verzuurd raken. Deze vorm van fotografie is echt sport. Een statief ondersteunt dan vooral het gewicht van de apparatuur. Maar daarvoor is er een alternatief: de monopod oftewel het eenpootstatief. Daarmee neemt de flexibiliteit ook nog eens enorm toe.
  2. Bij lange sluitertijden, zoals nachtfotografie, of bepaalde vormen van meer creatieve fotografie (zoals werken met hele donkere filters, zoals de 'big stopper'.)
  3. Fotografen die zonder VR/IS lenzen werken onder lastige lichtomstandigheden.
  4. Fotografen die met een middenformaat camara (Hasselblad, Mamiya) werken. Deze hebben door de enorme sensor zeer beperkte scherptediepte en geen VR/IS.
  5. Panoramashots worden het beste vanaf een statief gemaakt. Als het statief netjes horizontaal is neergezet treedt er geen snijverlies op bij het samenvoegen van de beelden. Bovendien kan heel nauwkeurig de overlap worden bepaald.
Uiteindelijk komt het neer op persoonlijke voorkeur, maar een statief is geen noodzaak bij de meeste vormen van fotografie.

woensdag 11 december 2013

Lenskalibratie

Lukt het niet goed om scherpe foto's te krijgen? Vooral bij grote diafragma's (laag f-getal) is het moeilijk? Staat net voor of achter het onderwerp waarop scherp is gesteld wél scherp op de foto? Dan is het mogelijk dat u last heeft van front- of backfocus.

Camera- en lensfabrikanten hanteren normen waarbinnen de autofocus moet opereren, maar het is mogelijk dat een lens niet meer scherp is. Of een combinatie van lens en camera.

Als er een vermoeden is dat er iets aan de hand zou kunnen zijn, dan is het de moeite waard dit te controleren. Dit kan aan de hand van een daarvoor ontwikkelde kaart. Standaard hulpmiddel is de Lenscal van Spyder:
Lenscal van Spyder

Dit is een perfect hulpmiddel. Het kan ook op een statief gemonteerd worden voor maximale vrijheid en het heeft een ingebouwde waterpas. Nadeel: hij kost rond de 60 Euro. Persoonlijk vind ik dat prijzig voor iets dat maar heel sporadisch gebruikt zal worden.

Er zijn andere opties. Kijkend naar de Lenscal is het feitelijk een simpel dingetje: een horizontaal vlak met grote contrasten (de zwarte en witte partijen) waarop de autofocus van de camera goed kan scherpstellen en een schaalverdeling die schuin geplaatst kan worden.

Ik gebruik die van Bas Breetveld van www.fotosloep.nl. Een A4-tje. Printen, plakken, snijden, vouwen en klaar voor gebruik.

Auto focus test chart van Bas Breetveld, klaar voor gebruik.
Handleiding:
  1. Print de testkaart en lijm hem op een stuk karton.
  2. Het middelste vlak moet uitgesneden worden zodat het overeind kan staan zoals op de foto
  3. Leg de testkaart schuin neer, zie foto. Hoe schuin precies is niet interessant. 
  4. Heel belangrijk: het middelste vlak moet rechtop staan
  5. Plaats de camera met te testen lens recht voor het kleine vlakje
  6. Afstand camera tot het vlak is op internetfora reden tot discussie. Wat het meest genoemd wordt is 'de afstand waarop je de lens bij voorkeur gebruikt'. Anderen zweren bij 5-10 keer de brandpuntsafstand (bij 50 mm wordt dat tussen 25 en 50 cm). Gebruik in ieder geval niet de minimale scherpstelafstand, dat gaat niet goed. 
  7. In geval van zoomlenzen dient de maximale brandpuntafstand gebruikt te worden bij calibratie.
  8. Zet camera met lens op een statief (of iets anders stevigs)
  9. Stel het grootste diafragma in (kleinste f-getal)
  10. Selecteer met het middelste scherpstelpunt (die is over het algemeen het beste) het vlakje
  11. Laat de camera scherpstellen 
  12. Druk vervolgens af, liefst m.b.v. afstandbediening of zelfontspanner.
  13. Bekijk de resultaten. Kan in principe al achterop de camera. Voor de echte fijnafstemming is het handig de camera aan een computer te hangen zodat de foto's in het groot bekeken kunnen worden.
  14. Licht de focus teveel naar voren? stel dan een plus-correctie in. Teveel naar achteren? Een min-correctie is op zijn plaats. De focus zou op de nullijn moeten liggen, met 1/3e voor de nul en 2/3e achter de nul. 
En nu maar testen.

Links voor en rechts na calibratie.
24-85 mm zoomlens op 85mm
De linkerhelft heeft een scherptedieptegebied van -2 (de 2 onder/voor de nul) tot +veel (tot het einde v/d kaart is scherp). Dit bekeken op de meest grove schaalverdeling. Dus sterk backfocus. Corrigeren in het cameramenu (zie handleiding). Het heet fijnafstelling, dus het gaat heel precies. Een correctie van 1 doet bijna niets. Begin maar met 10 (20 is maximaal) en kijk wat er gebeurd. Naarmate het scherptedieptegebied beter komt te liggen kan de de fijnere schaalverdeling gebruikt worden.
Na wat proberen kwam ik uit op een correctie van -10. Het scherptedieptegebied ligt nu een stuk beter, ongeveer van -4 tot +8.

Aanvullende opmerkingen:
  • Dit dient met alle combinaties van lenzen/camera's te gebeuren. In het geval van twee dezelfde lenzen moeten zij allebei gekalibreerd worden. 
  • In het geval van twee camera's moeten de lenzen op beide camera's gekalibreerd worden. 
  • Teleconverters zijn weer een apart hoofdstuk: iedere lens die wel eens in combinatie met een teleconverter gebruikt wordt is ook een separate kalibratie.
  • De instellingen worden in het geheugen van de camera opgeslagen, zodat de volgende keer de camera weet wat hij moet doen bij een bepaalde lens.
  • In principe hoeft dit maar eenmalig te gebeuren en daarna werkt die camera goed met die lenzen samen. Maar in het gebruik kan er toch wat verschuiven in het AF-mechanisme wat het nodig maakt dit periodiek (1 x per jaar) te herhalen. Bij harde klappen is dit eerder het geval. Bij twijfel over de scherpte: opnieuw kalibreren.
  • De firma Chipclean is een bekende partij in Nederland die dit tegen betaling graag voor u uitvoert. Zij hebben hier zeer ruime ervaring mee en kunnen u de zorg uit handen nemen. Kosten bedragen 10 euro per combinatie van lens en camera.
  • Als deze mogelijkheid in het menu ontbreekt, dan is het mogelijk de lens door de fabrikant opnieuw te laten kalibreren. De betere spiegelreflexcamera's kunnen dit allemaal. Mijn Nikon D90 niet bijvoorbeeld, een D300(s) kan het wel. Check de handleiding of het menu van uw camera.
  • Indien er een serieus probleem is en fijnafstelling levert niet het gewenste resultaat, dan is er iets mis met het objectief. In dat geval moet de fabrikant/importeur/repairshop het probleem oplossen. Dit kan een kostbare zaak zijn als het niet onder garantie kan plaatsvinden. 
Het is misschien een wat technisch verhaal, maar ik ben er een keer voor gaan zitten om mijn lenzen te kalibreren en ik was verbaasd over de resultaten. Slechts in 1 geval heb ik geen correctie uitgevoerd. En het kost niet heel veel tijd.

Het loont echt de moeite. Investeren in kennis en kunde en goede en dure apparatuur is niet voldoende. Topklasse apparatuur is nog geen garantie voor gestoken scherpe opnamen, kalibratie is nodig.

Bedankt voor het lezen, hopelijk helpt dit om nog scherpere beelden te maken!

Robert van Brug








zondag 8 december 2013

Objectieven per soort fotografie

In het vorige artikel heb ik een lange uiteenzetting gegeven over de lenzen die momenteel door Nikon op de markt worden gebracht. Dat zijn er heel veel, geschikt voor vele doeleinden, type fotograaf en soorten fotografie. Niemand zal alle lenzen in zijn bezit hebben en dat is ook niet nodig. In dit artikel zal ik wat tips geven over welke lenzen voor jou geschikt zijn en wat daarbij in overweging genomen kan worden. Het uitgangspunt is het type fotografie. Per categorie zal ik vermelden hoe ik er zelf mee omga.

Allround

Voor een DX camera is de 18-200 een uitkomst. Niet te lomp groot maar zeer allround. De 18-300 is veel zwaarder en duurder en voegt in het extra bereik voor mij te weinig toe.
Voor FX-camera's is de 28-300 de enige tegenhanger en die is prima.

Zelf heb ik een 18-200, die ik ook met veel plezier om mijn FX-camera gebruik. Dat werkt, alleen schakelt mijn camera naar de DX-mode, wat inhoudt dat ongeveer de helft van de sensor (en daarmee het aantal pixels) gebruikt worden. Voor familiekiekjes is dit prima en zo ben ik wel licht en flexibel en maak gebruik van de superieure ruisprestatie van de FX-camera.
Meestal echter zit de 24-85 mm f/3.5-4.5 kitlens op mijn camera en deze bevalt prima. De 18-200 is voor situaties waarbij ik mogelijk meer telebereik nodig ga hebben (de dierentuin) maar niet met veel spullen wil sjouwen.

Iris bij een ven in de Kampina
Nikon D600 met 24-85mm
f/11, 46mm, iso 800, 1/50e sec., uit de hand

Architectuurfotografie

Dit is een makkelijke categorie: er zijn drie tilt-shift objectieven, kies diegene die het beste past bij jouw doeleinden.

Ik heb een keer een T&S-lens gehuurd om te kunnen proberen hoe het is. Het werkte prima maar was wel wennen. Ik had de 24 mm f/3.5 PC-E gehuurd, de kortste brandpuntsafstand. Deze lens kost 1700 Euro, het huren ervan slechts 19€ voor een dag.

Tip: voor het aanschaffen van een dure lens is het verstandig om er eerst een uit te testen.
Havengebouw, Rotterdam
Nikon D600 met 24 mm f/3.5 PC-E
iso 100, f/3.5, 1/1000e sec.,
diafragmavoorkeur, 2 stops overbelicht, vanaf statief genomen.

Concertfotografie

Concerten zijn uitdagend om te fotograferen: het is er meestal erg donker, afgewisseld met felle schijnwerpers. De artiesten staan niet stil en het is een uitdaging om in de buurt van het podium te komen, als dat überhaupt lukt.
Voor zover de fotograaf over accreditatie beschikt, de officiële toestemming om te fotograferen, lijkt een full frame camera met 70-200 f/2.8 lens de meest voor de hand liggende combinatie.
Als die accreditatie ontbreekt is er een probleem, want dan mogen er meestal wel foto's gemaakt worden (niet meer te verbieden in deze tijd van smartphones) maar alleen door camera's zonder verwisselbare lenzen. Dat valt buiten de scope van dit artikel. Hier zijn echter verschillende camera's voor op de markt die een iets groter dan gemiddelde sensor bieden met een  relatief hoge lichtsterkte. Nikon P7100 is er zo een, net als de Canon Powershot GX1 en de Sony DSC RX100. Dan blijf het legaal en is er wel degelijk kans op goede foto's, wat met een smartphone niet zal lukken.
Een andere optie is om een verboden camera mee naar binnen te smokkelen. Dat is behoorlijk spannend maar levert wel de mooiste beelden op.

Doe Maar Symphonica in Rosso 2012
Zanger Henny Vrienten still going strong
Nikon D90 met 70-300 f/3.5-5.6
155mm, iso 800, f/5, diafragmavoorkeur, 1/3e stop overbelicht

Ik heb er ook voor gekozen het illegale pad te bewandelen, gewapend met een 35 mm f/1.8DX en een 70-300 mm. Deze laatste was niet heel bruikbaar want het viel erg op. Nu zou ik een 50 mm f/1.4 lens meenemen, die is nog lichtsterker bij iets meer bereik. In combinatie met een Full Frame camera die ik nu wel heb zou dat een heel stuk helpen. Mijn 70-200 f/2.8 zou teveel opvallen.

Ik had natuurlijk enorm geluk dat er niet veel VIP-kaarten verkocht waren zodat wij ook in dat vak mochten staan.

Huwelijken

zijn tegenwoordig vaak de enige keer dat mensen een professionele fotograaf inhuren om foto's te maken. Deze professional gebruikt het beste een 24-70 mm f/2.8. Vaak zijn de lichtomstandigheden in een kerk en stadhuis uitdagend en dan is een lichtsterk objectief noodzakelijk. Dit objectief is tevens geschikt om in kleinere ruimtes veel in beeld te krijgen. Vervolgens aangevuld met een 70-200 mm f/2.8. Even lichtsterk om dezelfde reden, maar deze is voor de momenten dat er iets van afstand bewaard dient te worden of dat een detail in beeld genomen wordt. Om het af te ronden een macrolens (105 mm f/2.8) om de ringen en andere kleine details beeldvullend te kunnen vastleggen.
De 24-70 mm en de 70-200 mm zitten op een eigen body gemonteerd om geen moment te hoeven missen. De macrolens zit in de tas en wordt erop gezet op een rustig moment.

Ik heb hier geen ervaring mee maar zou het best willen proberen. Bij voorkeur als 'second shooter', de fotograaf naast de officiële fotograaf. Wie weet komt het er nog eens van.

Landschap

Landschapsfotografie is wellicht de meest rustige van alle hier genoemde soorten. Het onderwerp zal vaak 'het uitzicht' zijn. De meest geschikte lens voor een weids beeld is de groothoek. 14-24 mm is het grootste dat er is, maar aan deze lens kleeft een groot nadeel: er kunnen geen filters op gemonteerd worden. En dat wil de landschapsfotograaf vaak wel. Een grijsverloopfilter om de lucht wat donkerder te maken bijvoorbeeld. Of een zwaar ND-filter om hele lange sluitertijden te krijgen zodat rimpelingen uit het water verdwenen zijn. Feitelijk is de beste lens voor deze vorm van fotografie dan ook de 16-/35 mm f/4. En die weegt en kost slechts de helft. Dat hij minder lichtsterk is is hierbij niet relevant en de scherpte is gelijkwaardig.
Natuurlijk kan het zijn dat er een onderdeel van het landschap uitspringt en dat dat geïsoleerd moet worden op de foto, maar dichterbij komen gaat niet. Dan is bijvoorbeeld een 70-200 f/4 ideaal.

18 mm op DX (komt overeen met 27 mm op een full frame) voldoet op zich al mooi voor landschappen en lange tijd was dat mijn maximale groothoek. Sinds ik een FX-camera heb haal ik ook 24 mm. Die paar millimeter extra scheelt veel, maar ik heb er nog niet veel mee kunnen spelen.

Lagune bij Senga Bay, Malawi (Hippo Lodge)
Nikon D90 + 18-200 mm f/3.5-5.6
iso 200, 18 mm, f/11, diafragmavoorkeur, 1/500e sec., uit de hand
Ik heb hard moeten zoeken naar een beetje aansprekende landschapsfoto. Ik vind dat wel mooi, maar denk er blijkbaar niet zo vaak aan. Ik heb me voorgenomen om er in de toekomst meer te gaan maken. Toch vind ik bovenstaande foto wel leuk met die traditionele kano's op de voorgrond.

Macro

Macrofotografie is het groot in beeld brengen van kleine dingen, zoals bloemen en insecten. De 105 mm f/2.8 macro is, mede dankzij VR heel allround en fantastisch goed. Er zijn DX-macrolenzen, zoals de veel voordeligere 40 mm, maar dan is de afstand tussen onderwerp en camera zo klein dat alle insecten weg zullen zijn. Bovendien is er een risico op schaduw van de lens(kap) op het onderwerp.
De 200 mm f/4 is groter, zwaarder en duurder. Deze heeft geen VR, dus korte sluitertijden zijn verplicht. Voor insecten e.d. is dit echter wel een ideale brandpuntsafstand.
Voor het vastleggen van kleine objecten in een studio voldoet een kortere brandpuntafstand ook.

Zelf heb ik een 105 mm f/2.8 macrolens. In de zomer leg ik hier graag vlinders en andere insecten mee vast. Recentelijk heb ik ontdekt dat mijn 2x teleconverter hier ook goed zijn werk doet, het wordt dan een 210 mm f/8. Dat diafragma lijkt vrij klein, maar bij macrofotografie is dankzij de zeer beperkte scherptediepte een heel klein diafragma alleen maar voordelig. Ik schroef dit dan ook rustig verder terug naar f/11 of f/16.

Nikon D600 + 105 mm f/2.8 macro + 2x TC III
iso 1600, f/16, diafragmavoorkeur, 1/125e sec.,uit de hand

Nachtfotografie

Het bij nacht vastleggen van door kunstlicht verlichte onderwerpen zoals gebouwen levert prachtige resultaten op. Er zijn maar een paar zaken absoluut noodzakelijk voor mooie foto's en dat zijn een statief, een camera met bulb-stand, een afstandbediening (of zelfontspanner), ISO-instelling zo laag mogelijk, diafragma wat geknepen (bijvoorbeeld f/8) en klaar ben je. Lens is niet zo relevant, ook een matige lens is scherper bij een wat kleiner diafragma. De sluitertijd zal lang zijn, maar dat is dankzij het statief geen enkel probleem.

De situatie wordt vele malen uitdagender als het onderwerp beweegt, al is het langzaam. Een sluitertijd van 5 seconden bij iets dat niet absoluut stilstaat levert een mislukte foto op. In dat geval wordt een zeer lichtsterk objectief belangrijk, zoals een 50 mm f/1.4 en een full frame camera zodat de ISO zonder al te veel ruis te creëren naar hoge waarden toe kan, denk aan 3200/6400. Een statief is dan ook niet meer van belang.

Het Glow-festival in Eindhoven bestaat meer en meer uit bewegende projecties zodat het ook steeds meer in de laatste categorie thuishoort, die van de snelle sluitertijden. Ik ben sinds 4 jaar een bezoeker van Glow in 'mijn' Eindhoven. Waar ik de eerste jaren alleen met een statief en een 18-200 lens op pad ging, had ik dit jaar mijn full frame camera en een 50 mm f/1.4 lens mee. Met een statief voor het geval er toch stabiele projecties zouden zijn. 

Huize Dommelhoef tijdens Glow 2013
Nikon D600 + 50 mm f/1.4
iso 100, f/8, 4 sec., manual programma, vanaf statief
'de draak' tijdens Glow 2013
Nikon D600 + 50 mm f/1.4
iso 1600, f/2, 1/200e sec., manual programma, uit de hand

Paparazzi

De paparazzo (enkelvoud) zal meestal van behoorlijk grote afstand moeten werken terwijl hij toch mobiel moet blijven. Zo kan hij door bodyguards achtervolgd gaan worden en zal dan met een scooter in de nacht verdwijnen. De grootst mogelijke lens (600-800 mm) is dus alleen geschikt als hij (het lijken altijd mannen te zijn) vanuit een schuilplaats te werk kan gaan. Anders is de 300 mm f/2.8 geschikt. De zonnekap kan eraf zodat hij hanteerbaar blijft en dankzij het grote maximale diafragma is het ook in het donker goed werken hiermee. Eventueel aangevuld met een krachtige opzetflitser, waarmee wel de eigen positie verraden wordt. Als het wat onopvallender moet, dan is de 70-200 mm f/2.8 een prima alternatief.

Ik heb hier geen ervaring mee, maar de apparatuur is er. Pas maar op celebrities!

Pers/oorlog

De persfotograaf beschikt over 2 lenzen: een 24-70 mm f/2.8 en een 70-200 mm f/2.8 die beide op een eigen body gemonteerd zijn zodat snel geschakeld kan worden. Bovendien is er zo een back-up camera voorhanden. De body's zijn bij voorkeur identiek om batterijen en geheugenkaarten te kunnen delen en zodat bediening gelijk is, dat voorkomt fouten. Bovendien zijn het stevige pro-body's (bijvoorbeeld Canon 1D-X of Nikon D4) die tegen een stootje kunnen. Detail: deze body's bevatten twee slots voor geheugenkaarten, waarbij de persfotograaf het zo instelt dat de tweede als backup voor de eerste werkt. Alles om te voorkomen dat dat ene moment gemist wordt.
Geen statieven e.d., dat belemmert alleen maar de bewegingsvrijheid. Wel opzetflitsers om in te flitsen zodat lelijke schaduwen, bijvoorbeeld onder randen van hoeden/petjes, niet meer zichtbaar zijn.
Voor de oorlogsfotograaf geldt hetzelfde, alleen is de beschikking over bewegingsvrijheid letterlijk van levensbelang.

Zelf heb ik hier geen ervaring mee. Gelukkig maar in het geval van oorlog. Ik beschik ook niet over 2 gelijke camerabody's. Ik kan wel een FX-camera met 24-85 mm lens en opzetflitser uitrusten, en dan als backup een DX-body met 70-200 f/2.8. Dat komt het beste in de buurt.

Safari

De safarifotograaf heeft op de savanne twee lenzen nodig: een grote telelens, bijvoorbeeld de 500 mm f/4 die nog door de douane is te krijgen in de handbagage (de 600 mm f/4 maar ook de 400 mm f/2.8 zijn veel groter/zwaarder). Met dit objectief kunnen vogels vastgelegd worden maar ook mooie beelden op afstand. Een probleem is dat dit midden op de dag vaak niet meer lukt omdat de lucht vanwege de extreme hitte dan teveel zal trillen. 
Om ook te kunnen vastleggen wat dichterbij gebeurd, of om iets van een overzicht te kunnen registeren, is bijvoorbeeld een 70-200 f/4 een prima aanvulling. Beide lenzen gemonteerd op een eigen body en niet wisselen in de stoffige omgeving van de savanne, want dat is een garantie voor vuil in de camera.

Ik gebruikte op safari mijn 300 mm f/2.8 met 2 x TC III, toen nog op een DX-camera, zodat het effectieve brandpunt maar liefst 900 mm bedroeg. Hiernaast gebruikte ik een 18-200 mm lens voor alles wat dichtbij was, inclusief foto's onderweg van dorpjes, de reis, de lodge, zonsondergangen, landschappen, etc.

Tegemoetkomend verkeer in South Luangwa National Park, Zambia
Nikon D90 + 18-200 f/3.5-5.6
iso 200, f/8, 18 mm, diafragmavoorkeur, -1/3e stop, 1/250e sec.
Dit soort plaatjes, die illustreren hoe dichtbij dieren soms zijn in Afrika, zijn onmogelijk te maken met een telelens.

Afrikaanse Zeearend in South Luangwa National Park, Zambia
Nikon D300s + 300 mm f/2.8 + 2x TC III
iso 800, f/8,  diafragmavoorkeur, +1/3e stop, 1/2500e sec., vanuit de hand 
Maar dit soort shots van een prachtige arend vragen doorgaans om een lange telelens. Dit is geen uitsnede trouwens, maar de gehele foto.

Sport

Bij sportfotografie is een korte sluitertijd zeer belangrijk, evenals een sublieme autofocus. Dat betekent automatisch een groot maximaal diafragma (dat helpt de autofocus ook!). Omdat vaak bij sport de fotograaf niet midden in de actie zit, is een telelens onontbeerlijk. Een 400 mm f/2.8 is zo'n kanon dat vaak naast de voetbalvelden waargenomen wordt. En dan voorzien van een pro body die een snelle burst kan halen (Canon 1D-X/5D mkIII of Nikon D3/4) zodat geen moment gemist wordt. Grote z.s.m. geheugenkaartjes erin (128 GB bijvoorbeeld) en dan maar ratelen. Vanaf statief met schommelkop zodat het gevaarte ondersteund wordt. Eventueel een monopod. 
Natuurlijk zijn er andere sporten dan voetbal en bij sommige is het mogelijk om dichterbij te komen. Dan is een kortere brandpuntsafstand ook voldoende, denk aan een 70-200 f/2.8.
Een aantal sporten speelt zich deels of volledig binnen af, denk bijvoorbeeld aan turnen. Dit betekent altijd uitdagende lichtomstandigheden.
Richard Gasquet serveert tijdens ABN AMRO WTT
Nikon D300s + 70-200 mm f/2.8
iso 3200, f/2.8, 1/2000e sec., uit de hand.

Straatfotografie

Straatfotografie is een populaire vorm van fotografie waarbij vaak mensen vastgelegd worden die bijvoorbeeld aan het winkelen zijn of op een terrasje zitten. De beeldkwaliteit is bij deze vorm niet het allerbelangrijkste, het gaat er meer om het moment te raken. Een allroundlens is makkelijk, maar een groothoek levert pas echt indringende beelden. Dan moet de afstand tot het onderwerp minimaal zijn en dat is spannend, zeker de eerste paar keer. Het is verleidelijk een telelens te nemen en van afstand te werken, maar de impact is dan lang niet zo hoog en er kunnen problemen ontstaan doordat omstanders dit stiekem vinden. Het beste werkt een relatief onopvallende camera (dus geen hele dure pro body) met een bescheiden lens erop. Daarmee rond gaan lopen, foto's maken en als iemand je aankijkt vriendelijk glimlachen. Mocht iemand problemen maken dan verwijder je die foto's. 

Ik heb alleen in Rotterdam een keer echt aan straatfotografie gedaan, op de markt bij Blaak, en toen heb ik een 24-85 mm lens gebruikt. Voor indringende beelden mag de afstand tot het onderwerp niet meer dan 1-2 meter bedragen. 

Tip: systeemcamera's zijn eigenlijk vanwege de beperkte omvang geschikter.

Kletsen bij NS-station Rotterdam Blaak
Nikon D600 + 24-85 f/3.5-4.5
iso 100, f/6.3, 28 mm, diafragmavoorkeur, +1/3e stop, 1/40e sec.
Bovenstaande foto is geen uitsnede maar de hele opname en dat op 28 mm. Deze dames waren gezellig aan het kletsen en ik kon ze vastleggen met de tekst "Rotterdam Blaak" op de achtergrond in beeld. Daarvoor stond ik zelf op minder dan 1 meter afstand. Ik vond het erg wennen om dat te doen, maar ik heb geen vervelende reacties gehad. 

Studioportret

De standaard bij studioportretten is de 85mm f/1.4. Voor wie dit te gortig is in financiële zin is de f/1.8 een prima alternatief. 
Voor mooie dromerige portretten met de mooiste bokeh, is er de 135 (of 105) mm f/2 DC. De onscherpte van de achtergrond is instelbaar, uniek feature. Dankzij het grote maximale diafragma van f/2 zijn dit behoorlijke allround lenzen die ook in lastige lichtsituaties een uitkomst kunnen zijn. De 135 mm is bijna de meest lichtsterke telelens, op de kostbare 200 mm f/2 na.
Voor studioportretten 'ten voeten uit', waarbij de geportretteerde er helemaal opstaat, is een 50 mm f/1.4 handig om te hebben. 
Tenslotte een 70-200. Hoewel het in een studio mogelijk is om dichtbij het model te komen, kan het minder bedreigend overkomen iets meer afstand te bewaren en dan is deze lens ideaal. De f/4-variant volstaat hier omdat er per definitie voldoende licht is. Om dezelfde reden schijnen er professionals te zijn die een 300 mm f/2.8 gebruiken: detailopnames van afstand zijn mogelijk.

Ik heb geen fotostudio, maar ik heb er inmiddels toch wat ervaring mee opgedaan. Ik gebruik mijn allround 24-85 mm kitlens, een 50 mm f/1.4, maar mijn favoriet is een 105 mm f/2.8 macro. Er is zichtbaar meer detail in de foto's die ik met deze lens maak, de scherpte is fantastisch en als het moet kan er bij moeilijk licht dankzij de lichtsterkte ook gewerkt worden.

Model: Charelle
Nikon D600 + 24-85 mm f/3.5-4.5
85 mm, iso 400, diafragmavoorkeur, +1 1/3e stop, 1/80e sec., uit de hand, continu licht
omgezet naar z/w (behalve de irissen), hoogcontrast roodfilter

Urbex

Urban Exploring, kortweg Urbex, is het fotograferen van inmiddels verlaten lokaties, vaak industrieel, maar het kunnen ook woonhuizen zijn. Oude fabrieken en rampgebieden, zoals bijvoorbeeld Tsjernobyl waar de bevolking plotseling halsoverkop moest vluchten.
De ideale lens is een groothoek, hoe extremer hoe beter. Voor DX een 10-24 mm, voor FX een 14/24 mm. Lichtsterkte is niet relevant, de foto's worden vanaf statief genomen. Een fisheye kan ook vervreemdende resultaten opleveren hier. 

Zelf heb ik maar één keer iets gedaan dat op Urbex leek en toen heb ik mijn 24-85 mm lens veel gebruikt. 

Zeche Zollern, Duitsland
Nikon D600 + 24-85mm f/3.4-4.5
f/8, 1/8e sec., iso 800, 24 mm, uit de hand
Dit koffiekopje in een verlaten keet is een verplicht nummer in Zeche Zollern.

Vogels

In veel artikelen heb ik al iets geschreven over vogelfotografie. Samengevat zijn vogels klein, snel, beweeglijk, te ver weg en ze doen niet wat je wilt. Schaf de lens aan met de grootste brandpuntsafstand die binnen het budget past. Let op gewicht en formaat: dit zijn serieuze zaken om rekening mee te houden. Bedenk of de lens vanuit een schuilhut gebruikt gaat worden of dat er vooral mee rondgelopen zal worden.
Voor enige flexibiliteit bij deze primes schaft men het beste een aantal teleconverters aan.

Persoonlijk gebruik ik een 300 mm f/2.8 VR II, bijna altijd in combinatie met een 2x TC III. Voor situaties met iets minder licht is er de 1.4x TC II. Hoewel het een prime is, kan ik dankzij de teleconverters toch beschikken over 300 mm f/2.8, 420 mm f/4.5 en 600 mm f/8.
Favoriet bij mij is de monopod ter ondersteuning van het gewicht.

Baardmannetje (vrouwtje) in het riet, Rietputten in Vlaardingen
Nikon D600 + 300 mm f/2.8 + 2x TC III
iso 800, f/8, diafragmavoorkeur, 1/250e sec., uit de hand
Een van mijn meest recente vogelfoto's. Het beperkte diafragma van f/8 is zeker geen nadeel omdat het scherptedieptegebied met een dergelijke telelens maar heel beperkt is.

Koopadvies

Nu heb ik beschreven welk type lens er per soort fotografie idealiter gebruikt wordt en hoe ik zelf te werk ga. Dat dient alleen als overweging, mogelijk spelen andere factoren een rol, waardoor de keuze toch anders uitvalt. Een paar extra overwegingen daarom:

  • Lenzen zijn een kostbare zaak. Voor de beginnende fotograaf raad ik sterk één zoomobjectief aan, bijvoorbeeld een 18-200 mm. Misschien zelfs een 18-140 mm (of 18-135 mm): die is nog een stuk lichter/voordeliger en dat extra bereik doet niet zo heel veel. Pas na jaren fotograferen en duizenden foto's zal het gaan kriebelen om andere lenzen aan te schaffen.
  • Mocht de wens er zijn om in de toekomst ooit met een full frame camera te gaan fotograferen, koop dan uitsluitend objectieven die daarvoor geschikt zijn. De objectieven gaan veel langer mee dan de camera.
  • Als de wens er is om een keer met een supertelelens te fotograferen, huur er dan één. Een dergelijk objectief kost vele duizenden euro's, maar voor een paar tientjes per dag is het te huren. Zelfs voor een vakantie van een week is dit eigenlijk de beste oplossing. Voor een klein bedrag extra is dat dure stuk glas ook nog verzekerd zodat je ontspannen kunt fotograferen. Huren is sowieso aan te raden voor materiaal dat incidenteel gebruikt zal worden.
  • Denk ook aan oudere objectieven die op de tweedehandsmarkt verkrijgbaar zijn. Vaak scheelt dit een slok op een borrel in financiële zin terwijl de objectieven kwalitatief prima zijn. 
  • De zogenaamde B-merken hebben steeds meer interessante producten. Tamron, Sigma en Tokina zijn aanbieders van uitstekende en betaalbaardere lenzen. Sigma levert bijvoorbeeld de 50-500 mm, een ultieme allround lens bijgenaamd de 'Bigma'. Tevens leveren zij een 300-800 mm zoom die schertsend 'Sigmonster' genoemd wordt. Als derde noem ik de zeer prijzige 200-500 f/2.8. Hier zijn geen passende alternatieven voor van Nikon, Canon e.d. Lees reviews op internet. De bouwkwaliteit is vaak wat minder (meer plastic), maar hoe erg is dat voor een hobbyist die de lens niet iedere dag gebruikt?
  • Bedenk goed of een lichtsterk objectief wel nodig is. Een lens met f/2.8 is 4 x zo lichtsterk als een lens met f/5.6. En ook 4 x zo zwaar en minimaal 4 x zo duur. Ik heb ooit een test gedaan tussen twee telelenzen, waarbij de een 10 x zo duur was als de ander. Maar op f/8 waren ze echt vergelijkbaar! Dus de fotograaf die geen lastige omstandigheden verwacht kan zich heel veel geld besparen.
  • Niet alleen de lichtsterkte is bepalend. Als foto's heel groot afgedrukt moeten kunnen worden dan stelt dit eisen aan de gebruikte lens. De fotograaf die foto's voor op facebook maakt en hooguit een enkel afdrukje op 10 x 15 cm maakt kan zich prima redden zonder de beste apparatuur.
  • Supertelelenzen (300 mm en meer) zijn specialistisch en dat zie je terug in de prijs. De meeste professionals hebben deze lenzen niet in hun bezit omdat zij daar hun boterham niet mee verdienen. Vogel- en wildlifefotografen, evenals sportfotografen hebben ze wel omdat zij het vaak gebruiken. Denk goed na voor tot een dergelijke investering wordt overgegaan.
  • Het bereik dat met lenzen van Nikon afgedekt wordt, loopt van 14 mm t/m 800 mm. Zonder supertelelenzen is dat van 14 t/m 200 mm. Kijk nog eens kritisch naar de EXIF-data van je foto's. Welke brandpuntafstand gebruik je veel? En wat nauwelijks? Stel dat tussen de 24-70 mm favoriet is en daarboven komt sporadisch voor, dan is een 24-70 van topkwaliteit aan te raden. Daarboven voldoet een 70-300 wellicht.
  • Een tip die ik ergens tegenkwam over lenzen: koop een 14-24, een 70-200 en een 50 mm f/1.4. Dat is prachtig materiaal, ook voor de moeilijke lichtomstandigheden. Een 24-70, dat het populairste professionele objectief is, wordt dan feitelijk overbodig.
  • Een andere invalshoek die vaak gehoord wordt: koop een paar goede primes. Deze zijn optisch superieur, vaak voordeliger, lichter en compacter dan zoomlenzen. Zoomen kan dan nog steeds, maar dient geheel als vroeger met de benen te gebeuren. Een set zou kunnen bestaan uit: 20 mm f/2.8, 50 mm f/1.4, 85 mm f/1.8 en 105 mm f/2.8 macro. Fantastisch materiaal en gratis fitness.
  • Ook vaak gehoord is de tip om een tijd met slechts 1 lens te fotograferen. De beperking die dit geeft, zeker als het een prime is, maakt je een betere fotograaf. Ik heb dit voor een opdracht van mijn fotocursus van vorig jaar geprobeerd door alles met een 50 mm-lens vast te leggen en dan ook nog alles in liggende oriëntatie (landscape) omdat alle foto's dan op gelijke wijze in het fotoboek kunnen. 
  • Bepaalde onderwerpen worden het best met een bepaald type lens vastgelegd: vogels met een supertelelens en insecten met een macrolens bijvoorbeeld. Maar met enige aanpassing zijn lenzen zeer divers te gebruiken. Ik heb ook met een 50 mm-lens vogelfoto's gemaakt. En studioportretten met een 105 mm macro. Geen extreme groothoek? Wellicht is een panorama de oplossing. Geen tilt/shift-objectief voorhanden? Dan het gebouw ruim kaderen en in de nabewerking de vertekening corrigeren. Macrolens te duur? Overweeg tussenringen en/of voorzetlenzen. Met enig vernuft kan er veel met relatief weinig. 
  • Calibreer alle lenzen zodat ze optimaal samenwerken met de autofocus van de camera. Dit wordt het onderwerp van een nieuw artikel op dit blog.

Bedankt voor het lezen en tot een volgende keer!

Robert van Brug

zaterdag 7 december 2013

Nikon objectieven

Regelmatig kom ik uitspraken tegen dat apparatuur niet belangrijk is omdat het de fotograaf is die uiteindelijk de foto maakt. Ik snap wat er bedoelt wordt, maar eigenlijk is het flauwekul. Minder goede apparatuur heeft meer beperkingen en een gevorderde fotograaf loopt steeds vaker tegen die beperkingen aan. In dit artikel wil ik ingaan op de objectieven, welke moet je hebben? Bij een systeem van verwisselbare lenzen is het logisch dat je minstens 2 lenzen hebt, maar welke? Dit is sterk afhankelijk van persoonlijke voorkeuren, maar ik kan wel een paar overwegingen meegeven.

Allereerst is het belangrijk om te weten welk type fotograaf je bent. Grofweg zal ik hier drie types onderscheiden, die erg lijken op de niveau-aanduiding van de artikelen op mijn blog:
  1. Beginner. Het kiekje is belangrijker dan de kwaliteit. Maakt niet veel foto's, vaak bij dagjes uit en vakanties en verder niet. Geen belangstelling om camera-apparatuur te doorgronden. Moet er niet aan denken lenzen te moeten wisselen.
  2. Gevorderde: Deze groep vindt kwaliteit wel degelijk belangrijk, maar heeft er niet alles voor over. Zowel in tijd als in geld maar nog belangrijker in interesse zijn er beperkingen die vaak voorkomen dat iemand een expert wordt.
  3. Expert: Weet er alles van, veel ervaring. Hieronder vallen de professionals, maar ook de amateurs die iedere week een hele dag met de camera op pad gaan, met als doel foto's maken. Deze mensen kennen hun apparatuur door en door, de sterke en zwakke punten, welke instellingen werken en wat niet, welke lens in welke situatie fijn werkt, camera-instellingen doen ze zonder er bewust bij na te denken. Deze groep leest vakbladen over fotografie en leest alles op internet over dit onderwerp. Er wordt voortdurend tijd en geld geïnvesteerd om nog een klein beetje beter te worden.
Grofweg kunnen we deze drie niveaus een camera aanmeten:
  1. Beginner: compactcamera of camera op de telefoon.
  2. Gevorderde: spiegelreflex
  3. Expert: full frame spiegelreflex
Hier moet ik nog wel een paar opmerkingen bij maken. De compacte systeemcamera, zoals Nikon 1 en het Micro Four Thirds systeem, hoe zit dat? Naar mijn mening is deze geschikt voor de gevorderde fotograaf. 
Steeds meer mensen maken foto's met de camera van hun telefoon. Niet zo gek want deze is altijd onder handbereik en ze worden steeds beter. Toch is dat in principe meer iets voor de beginner omdat er nauwelijks iets ingesteld kan worden.
En er zijn meer typen fotografen dan de genoemde 3. De 'geek' bijvoorbeeld. Deze is herkenbaar aan een technische opleiding, pennen in de borstzak, onverzorgd uiterlijk en vaak een bril. U kent het type wel. Gezien de interesse in alles met veel knopjes koopt deze mensen vaak een categorie duurder dan eigenlijk gezien de fotografische vaardigheid en interesse logisch is. 
Dan is er nog de 'rijke'. Deze wil van alles het beste, geld is onbelangrijk. Hiervoor heb ik ook een advies: koop een Leica meetzoekercamera, bijvoorbeeld een M9. Voor slechts 6000 Euro heeft u een uitstekende camera van een vooraanstaand merk, niet te groot en met een klassiek uiterlijk.

De beginnende fotograaf koopt een compactcamera als het aan mij ligt. Hierbij moet nog een groot aantal zaken in overweging genomen worden:
  • Niveau van de fotograaf: er zijn hele goede, tevens vrij dure, compactcamera's met allerhande geavanceerde functies. Opnemen in RAW bijvoorbeeld. Kies alleen wat je gaat gebruiken of logischerwijs binnenkort gaat gebruiken.
  • Budget. Compactcamera's zijn er van minder dan 100 tot rond de 800 euro.
  • Optische zoom. 36x zoom klinkt leuk, maar als je alleen foto's van je kinderen maakt is het overbodig.
  • Lichtsterkte. Veel compactcamera's zijn niet lichtsterk, als je dit wel nodig hebt houd hier dan rekening mee. 
  • Grootte van de sensor. Hoe groter deze sensor, hoe beter de camera in principe. 
  • Formaat. Als het formaat stoort en ervoor zorgt dat de camera om die reden niet meegenomen gaat worden, neem dan een kleinere. Past het in de damestas? In de jaszak?
  • Hoesje. Vaak is het verstandig er een beschermend hoesje bij te kopen, zeker als de camera in de damestas/binnenzak bewaard gaat worden.
  • Extra accu. Voor het geval de eerste leeg raakt. Vaak erg duur.
  • Geheugenkaart. Neem voldoende geheugenkaartjes mee, deze kosten niet veel meer.
En vervolgens stappen wij over naar de gevorderde fotograaf. Deze fotograaf heeft een goed idee wat hij/zij wil. Portretfoto's maken, landschappen, vogels, macro, sportfotografie, et cetera. Al deze soorten fotografie vragen om andere apparatuur. In tegenstelling tot de compactcamera begin ik nu bij de objectieven. 

Advies bij aankoop van een spiegelreflex systeem:
Koop eerst de lens/lenzen die nodig zijn en met het geld dat over is een losse body.
Het merendeel van het budget zal in lenzen gaan zitten. Lenzen gaan minimaal 10 jaar mee, een camerabody is na 2-3 jaar verouderd.

Hieronder een aantal populaire objectieven van Nikon. Canon en andere hebben een vergelijkbaar aanbod:
  • Veel DSLR's worden standaard met een 18-55 mm kitlens geleverd. Dit is op zich prima, hiermee is er wat flexibiliteit om te zoomen tussen een behoorlijk stuk groothoek en een beetje tele. 
  • Vaak worden er bij de populaire DSLR's ook kits aangeboden met bijvoorbeeld nog een extra 55-200 mm zoomlens. Hiermee wordt het bereik aanzienlijk uitgebreid in het telegebied, handig als er bijvoorbeeld foto's in een dierentuin gemaakt gaan worden. Zelf heb ik ervoor gekozen om bij aanschaf van mijn eerste DSLR een 18-200 mm lens te nemen. Dat is duurder dan de twee vorige samen, maar scheelt vaak wisselen. Ga ik een dagje naar de dierentuin, of ga ik met het gezin op pad, dan is dit de lens van mijn keuze: licht en allround.
  • Nieuw is de 18-300 mm lens. Mogelijk had ik deze anders gekocht in het begin, hiermee is de flexibiliteit enorm! Maar wel met nadelen: nog groter, duurder en zwaarder. 
  • Daarnaast zijn er nog lenzen die er wat tussenin zitten: 18-70 mm, 18-105 mm, 18-135 mm en 55-300. Op het iets andere zoombereik en bijbehorende prijs na zijn deze lenzen niet wezenlijk anders. 
  • Alle voornoemde lenzen zijn niet lichtsterk. Indoor sportfoto's, romantische kiekjes bij kaarslicht, opnames bij een ondergaande zon: deze lenzen hebben er grote problemen mee. Natuurlijk kan de ISO waarde omhoog, maar dan is er meer ruis. 
  • Het volgende op het verlanglijstje is daarom een erg lichtsterke lens, zoals de 35 mm f/1.8. Hiermee kan niet gezoomd worden, maar op het gebied van kunnen fotograferen in moeilijke lichtomstandigheden is dit onmisbaar. Daarnaast is dit de kleinste en bijna goedkoopste lens die er is. Deze laatste lens is een prime, d.w.z. met een vast brandpunt. 35 mm en dat is het. Zoomen kan alleen door naar voor en achteren te lopen. Tot een aantal jaar geleden deden alle fotografen dat! Zoomlenzen maken lui, beter dichterbij gaan staan dan inzoomen. 
  • Bent u gek op bloemetjes en bijtjes, het fotograferen ervan bedoel ik? Hiervoor is een macro lens nodig, zoals de 85 mm macro die Nikon hier biedt. Te duur? Dan is wellicht de 40 mm f/2.8 iets. Deze is veel betaalbaarder, maar dan moet je wel heel dichtbij het onderwerp komen.
  • Ook kan het dat u een groothoekfanaat bent, in dat geval is de 10-24 mm lens iets voor u. Dit is een erg duur stuk glas, maar dan krijgt u ook prachtige weidse landschapsfoto's.
  • Een nog grotere groothoek nodig? Dan is er alleen nog de 10,5 mm fisheye. Dit levert een rond beeld, maar wel in een beeldhoek van 180 graden. 
  • Tenslotte in deze categorie: de 17-55 mm f/2.8. Een kwalitatief hoogwaardig objectief, erg lichtsterk (4* zo lichtsterk als de kitlens!), geeft minder vertekening, snellere autofocus. Feitelijk een professioneel objectief voor het DX-systeem.

Nu krijgen we een tweedeling: alle tot nu toe genoemde lenzen noemt Nikon DX, ze zijn ongeschikt voor Full Frame camera's zoals de D3(s/x), D4, D600, D610, D700, D800(e) en sinds kort de Df. Ze leveren een plaatje aan de sensor dat niet groot genoeg is voor de grotere sensor van het FX-systeem van Nikon. Maar, en dat is erg belangrijk, andersom werkt wel! Een FX lens op een DX camera gaat prima. En omdat FX-lenzen vaak optisch van hogere kwaliteit zijn loont dat de moeite.
DX camera's zijn er rond de 400-1000 Euro, FX camera's vanaf 1500 euro. De bijbehorende lenzen zijn een stuk duurder, maar dat levert wel een hoogwaardig objectief met nagenoeg geen vertekening, dat beter bestand is tegen vuil en vocht van buiten, degelijk gebouwd, groot, zwaar en prijzig. Eigenlijk hoef ik geen advies te geven in deze categorie, mensen met een dergelijk systeem weten het zelf wel. Maar voor de geïnteresseerde, toch een paar overwegingen:
  1. De 28-300 mm lens is het werkbeest in de FX-serie. Hiermee wordt een mooi bereik gehaald. Dit is een behoorlijk zwaar ding om een hele dag mee rond te lopen, maar er kan wel bijna alles mee vastgelegd worden. FX tegenhanger van de 18-200 mm DX. De vertekening van deze lens is heftig, maar gelukkig kan dit in de nabewerking goed hersteld worden.
  2. Een 50 mm f/1.8 is het lichtsterke objectief. Licht van gewicht en niet duur (iets boven de 100 euro). Dit is de FX tegenhanger van de 35 mm f/1.8 DX. Maar ik raad toch aan om voor 300 euro de 50 mm f/1.4 aan te schaffen. Deze is optisch beter en nog lichtsterker.
  3. Er bestaat ook nog een 70-300 mm lens. Dit is de meest betaalbare telezoomlens. Zelf heb ik ruim een jaar bijna alle vogelfoto's hiermee geschoten. Aanrader!
  4. De 18-35 en 24-120 zijn beide behoorlijk goede lenzen voor het FX systeem. Nadeel van deze objectieven is dat ze niet erg lichtsterk zijn. De 24-120 heeft wel beeldstabilisatie, de 18-35 niet. Maar voor wie echt met een Full Frame camera rondloopt raad ik toch lichtsterkere alternatieven aan. Deze zijn weliswaar weer fors duurder, maar ook beter.
  5. 14-24 mm f/2.8. Lichtsterke ultragroothoek zoomlens.
  6. 24-70 mm f/2.8. Lichtsterke standaardlens.
  7. 70-200 mm f/2.8. Lichtsterke telelens. Samen met de vorige twee wordt dit de heilige drie-eenheid van Nikon genoemd. Per stuk kosten deze tussen de 1400 en 1800 euro....
  8. Er is sinds enige tijd een 70-200 f/4. Deze kost 400 euro minder, heeft geen statiefgondel (kost 100 euro extra), maar het belangrijkste: hij weegt maar de helft. Veel fijner om mee te nemen, optisch fantastisch en de VR is nog beter dan van zijn grote broer.
  9. Alternatief voor de 14-24 mm zijn er twee: de 16-35 f/4 die iets minder lichtsterk is, wél VR heeft, maar de helft kost, veel lichter is en ook nog met filters gebruikt kan worden. Daarnaast is er de 17-35 f/2.8 die wat professioneler is en daardoor duurder, zwaarder maar ook lichtsterker. Deze heeft geen VR maar kan wel ook met filters gebruikt worden. 
  10. De 85 mm f/1.8. Voor net dat beetje meer bereik dan de 50 mm en nog even lichtsterk. En betaalbaar ook nog. De f/1.4 variant hiervan is superieur, maar veel te duur. Fantastische lens voor portretfotografie, hoewel de f/1.4 toch nog net iets beter is.
  11. De 80-400 lens dan? Deze lens (2300 Euro) heeft een waanzinnig zoombereik. Deze lens is onlangs vernieuwd (de oude versie was niet goed) en beschikt nu over zeer scherpe beelden en een fijne AF. Wel is hij groot en zwaar en er ontbreekt de mogelijkheid groothoekopnamen te maken. De 28-300 is dan geschikter. Maar op safari bijvoorbeeld is dit fijne allround, geschikt voor vogels en olifanten. Een alternatief voor deze lens is de 70-200, ze overlappen elkaar teveel om ze allebei te kopen. En als de prijs wat aan de hoge kant is, schaf dan de 70-300 aan: die is net zo lichtsterk, heeft ook VR en is veel lichter, kleiner en voordeliger.
  12. Doorsparen voor deze, de enorme 200-400 f/4? Dit dure stuk gereedschap (5500 euro) is superieur in het lange telegebied. Wel moet je jezelf afvragen of je hier wel veel wilt zoomen. Verreweg de meeste mensen die grote telelenzen gebruiken hebben een vaste brandpunt lens, waaronder sportfotografen en vogelfotografen.
  13. De professionele prime telelenzen: de 300 mm f/2.8, 400 mm f/2.8, 500 mm f/4 en 600 mm f/4. En sinds kort de 800 mm f/5.6. Allemaal fantastisch van kwaliteit, loeizwaar en peperduur. Tussen 5 en 18 duizend (!) euro. De f/2.8 lenzen kunnen ook nog prima met een 2x teleconverter gebruikt worden. Een 1.4 teleconverter werkt op alle lenzen. De 800 mm wordt geleverd met een 1,25x teleconverter, wat het een 1000 mm f/7.1 lens maakt. Tip: er zit niet zo heel veel verschil tussen de supertelelenzen. 400, 500 of 600 mm maakt niet echt veel uit. Kijk ook naar aanschafprijs (kan een paar duizend euro schelen), gewicht (scheelt snel een kilo) en grootte (sommige lenzen komen in de handbagage niet of moeilijker door de douane).
  14. Voor rond de 1200 euro is er een prime telelens te koop die zeer de moeite waard is, namelijk de 300 f/4. Toegegeven, niet zo lichtsterk, maar ook veel lichter, kleiner en minder kostbaar. Wel een klasse objectief én kan met een 1.4 x teleconverter gebruikt worden. Aanrader!
  15. De telelenzen zijn natuurlijk specialistisch, maar zo zijn er nog een paar. Voor FX zijn speciale groothoeklenzen verkrijgbaar. De 20 mm f/2.8D bijvoorbeeld is prima van kwaliteit, licht, klein en redelijk betaalbaar.
  16. Macrolenzen zijn er ook een aantal voor Full Frame. Een 60 mm f/2.8, een 105 mm f/2.8 en een 200 mm f/4-variant. De 60 mm is geschikt voor extreem dichtbij fotografie. Ideaal voor het vastleggen van kleine voorwerpen (munten, postzegels) vanaf statief. De 200 uiteraard juist voor wat verder weg  zodat er in de vrije natuur een veel grotere kans is dat de vlinder of libelle niet wegvliegt. Maar de 105 mm kan dit ook en deze biedt ook nog vibratiereductie waardoor dit voor mij een ideaal macro-objectief is. 
  17. Nog specialistischer zijn de Tilt en Shift lenzen. Deze zijn voornamelijk voor architectuurfotografie omdat zij de perspectivische beeldvertekening effectief corrigeren. Ooit een foto van een hoog gebouw gezien? Dat lijkt altijd achterover te vallen. Deze lenzen corrigeren dat effect. Hier bestaan drie uitvoeringen van, nl. de 25, de 45 en de 85 mm. Allemaal rond de 1500 euro. Afhankelijk van de afstand tot het onderwerp moet de juiste brandpuntsafstand gekozen worden. De 24 mm lijkt mij de meest logische keuze, hoewel dit de minst lichtsterke en toch de duurste van de drie is.
  18. Ook in FX is er een Fisheye objectief, nl. de 16 mm f/2.8. Net als de DX-versie levert ook deze een rond beeld met een beeldhoek van 180 graden.
  19. Tenslotte nog de 135 mm f/2 DC en de 105 mm f/2 DC. Dit zijn speciale primelenzen, erg lichtsterk (f/2) en het DC staat voor Defocus Control. Hiermee kan de onscherpte van de achtergrond ingesteld worden, oftewel: hoe ziet de bokeh eruit? Dit is specialistisch spul, maar als je ermee weet om te gaan zijn dit de ultieme portretlenzen.
Welke uit deze lawine van lenzen voor jou het meest relevant zijn weet ik niet. Maar hier moet voor ieder wat wils bijzitten, toch? Toch nog een paar additionele adviezen:
  • Kijk ook eens naar lenzen van Sigma en Tamron. Deze fabrikanten van goede lenzen bieden vaak alternatieven voor de dure merklenzen. 
  • Niet het hele bereik van 10.5 tot 800 mm hoeft afgedekt te worden. Het is veel beter om een paar kwalitatief goede, lichtsterke lenzen te hebben en de rest van het bereik met de benen af te dekken.
  • Denk ook aan teleconverters. Met een 1.4x (voor f/4 en groter) en een 2x teleconverter (voor f/2.8 en groter) wordt de flexibiliteit enorm vergroot. Er bestaat ook nog een 1.7x TC die er tussenin zit. Advies: schaf alleen nog lenzen aan die hiermee samen gebruikt kunnen worden.
  • En wat ik hier beschreven heb is het huidige aanbod objectieven van Nikon. Nikon maakt als vele decennia lenzen (oorspronkelijk ook voor Canon), en sommige van de oude beestjes zijn voor een fractie van de prijs van de nieuwe verkrijgbaar en ze werken perfect. Alleen de laatste technologie (zoals vibratie reductie en nano chrystal coating) ontbreekt, maar laat dat je niet tegenhouden. Bijna altijd betekent dit op de tweedehands markt kopen, dus zorg dat je goed kunt beoordelen of het allemaal nog goed werkt of neem iemand mee die dat wel kan. Probeer het altijd uit en beding eventueel een recht op retour.
  • Overstappen naar Full Frame? Kostbare zaak met veel DX-lenzen in de cameratas. Als het op de planning staat om de overstap ooit te maken, koop dan FX lenzen. Ben je dit zeker niet van plan, koop dan de veel lichtere/handzamere/voordeligere DX lenzen. . 
En dan hier nog een tabel met aanraders:
Soort lens
Cropfactor (DX) lens
Full Frame (FX) lens

Handige ultrazoom
18-200 mm f/3.5-5.6 ED VR II
18-300 mm f/3.5-5.6 ED VR
28-300 mm f/3.5-5.6 ED VR
Groothoek Prime

20 mm f/2.8D
Lichtsterke standaardlens
35 mm f/1.8G
50 mm f/1.4G
Portretlens
-
85 mm f/1.8
Betaalbare Telezoom
55-300 mm  f/4.5-5.6 ED VR
70-300 mm f/4.5-5.6 G IF ED VR
Hoogwaardige Ultratelezoom
-
200-400 mm f/4 VR
Hoogwaardige groothoekzoom
10-24 mm f/3.5-4.5G
14-24 mm f/2.8
16-35 mm f/4 VR
Hoogwaardige standaardzoom
17-55 mm f/2.8
24-70 mm f/2.8
Hoogwaardige telezoom
-
70-200 mm f/2.8 VR II
70-200 mm f/4
80-400 mm f/4,5-5,6
Macro
85 mm Micro
105 mm Micro f/2.8 VR
Fisheye
10.5 mm
16 mm f/2.8
Hoogwaardige prime telelens
-
300 mm f/2.8
400 mm f/2.8 
500 mm f/4 
600 mm f/4 
800 mm f/5.6
Goede prime telelens
-
300 mm f/4
Tilt & Shift (PC)
-
24 mm PC-E f/3.5D ED
Defocus Control
-
135 mm DC f/2

Ik kan onmogelijk aanraden wat voor iedereen de juiste lenzen zijn, maar ik heb geprobeerd hiermee toch wat inzicht te geven. De uiteindelijke keuze zal voor iedereen weer anders zijn. Welke lenzen het beste bij je passen is persoonlijk, maar ik kan er toch wel iets over zeggen. Dat bewaar ik echter voor een nieuw blog.

Update oktober 2015.

Bedankt voor het lezen,

Robert van Brug

donderdag 5 december 2013

Een Kogel Door Een Kerk: Het Resultaat

Mijn vorige artikel ging over het ontstaan en de voorbereidingen van "Een Kogel Door Een Kerk".
Nu wil ik het hebben over het resultaat van alle inspanningen.

Een Kogel Door Een Kerk
Foto: Robert van Brug
Concept en Technische Realisatie: Willem Berkers

Ondersteuning: Wim Werrelman

Van de 36 miljoen pixels van de opname blijven er bijna 22 miljoen over. Een afdruk van 1 x 1 meter levert dan een pixeldichtheid (dpi = dots per inch) op van 118. Normaal wordt er gestreefd naar een waarde van 300 dpi, maar voor een afdruk van deze grootte gelden andere regels in verband met de kijkafstand. De kijkafstand is ongeveer 3 x de korte zijde. In dit geval 3 meter. Op die afstand is het onmogelijk om evenveel details te onderscheiden als op 30 cm (wat de kijkafstand is bij een standaard 10 x 15 cm afdruk). Op 3 meter afstand is een dpi van 70 meer dan genoeg. Met 118 dpi is het binnen 2 meter  pas mogelijk om wat details te gaan missen. Overigens schijnt de norm van 300 dpi overdreven te zijn omdat het menselijk oog maximaal 150 dpi kan waarnemen, wat betekent dat het een uitdaging is de tekortkomingen te zien in de finale afdruk van 1 x 1 meter, zelfs van zeer dichtbij.

Uiteraard heb ik de 200 gemaakte foto's allemaal bekeken en de beste/mooiste uitgezocht. De mooiste bleek tot mijn verrassing toch een van de opnames te zijn waarbij alle lichten in de kerk brandden. Dit brengt de lichte en donkere delen van de foto in balans en tegelijk zit er 'licht in de opname'. De opnames met alle lichten uit waar ik hoge verwachtingen van had waren saai.
De beste kwaliteit foto werd vooral bepaald door scherpte. Een aantal opnames was licht bewogen en sommige bleken net iets scherper dan andere ondanks gelijke instellingen. Uiteindelijk heb ik voor deze gekozen en deze bewerkt in Photoshop. Willem wilde geen poespas, maar een zo puur mogelijke foto. Ik heb uiteindelijk de draden die her en der zichtbaar waren weggehaald met het kloonstempel, het contrast verhoogd, de witbalans ingesteld op de mooie bronskleur van de kogel en veel verscherping toegepast.

Veel tijd is gaan zitten in de scherpte. De wens vooraf was om de beroemde glazen van de Sint Jan allemaal gestoken scherp in beeld te krijgen. Dat is niet gelukt. De voornaamste oorzaak hiervan is dat het oppervlak van de kogel niet zuiver glad is, er zitten heel veel kleine oneffenheden in het oppervlak. Bij het gebruik van de kogel als bolle spiegel worden deze uitvergroot.

Toch zijn de doelstellingen van de opdracht wel gehaald. Een vervreemdende foto waarbij een vertekend gereflecteerd beeld in het bolle oppervlak van een kogelpunt zichtbaar wordt in een mooie bronskleur. Dat op zich levert op een grote afdruk al een sterk beeld op. De titel van het werk zal kijkers verleiden om de kogel ook te willen zien, waarna ze zich realiseren dat ze naar een kogel kijken die recht op ze afkomt en dat blijft gaaf, ik ben heel benieuwd naar de reacties.
Of iemand zich gaat realiseren dat de foto op 8 meter hoogte gemaakt is en hoe dat gedaan is weet ik niet. Net als de vraag waar de reflectie van de fotograaf is gebleven. Maar toch is dat geen verspilde moeite, het zijn details die het samen een beter beeld maken.

De bedoeling is dat er maximaal 5 afdrukken van de foto gemaakt zullen gaan worden en deze zullen niet goedkoop zijn. Maar dan heb je ook wat aparts. En na het lezen wat er allemaal bij komt kijken denk ik dat mensen de prijs begrijpen. Zelf heb ik bedongen dat ik ook een afdruk voor eigen gebruik mag hebben. Ik hoef geen foto van 1 x 1 meter in mijn huis, ik houd het bij 50 x 50 cm. Deze is inmiddels besteld.

Het was leuk om een keer in opdracht te werken. Uitdagend een grensverleggend was dit zeker en daar houd ik van. Ik heb er weer van geleerd en hoop meer van dit soort opdrachten te krijgen in de toekomst.

Bedankt voor het lezen en tot een volgende keer,

Robert van Brug




vrijdag 29 november 2013

Een Kogel Door Een Kerk: The Making Of

Enige tijd geleden werd ik benaderd door Willem Berkers, kunstenaar te Son en Breugel, met de vraag of ik wilde ondersteunen in het realiseren van een project. Hij was doorverwezen naar mij voor het maken van een foto. Het gaat om een kogel die door een kerk gaat, en die moet beeldvullend recht van voren vastgelegd worden. Daar moet tenslotte een afdruk van 1 x 1 meter van gemaakt worden. Dat klonk spannend dus ik ben gaan praten en zo begon er een fotoavontuur.

Het project heet "Een kogel door een kerk". De kogel in dit geval is een gegoten bronzen replica van een 9 mm kogel, de kerk is de Sint Jan in Gouda. De Sint Jan staat bekend om zijn prachtige gebrandschilderde ramen (de "Goudse Glazen"). Vooral aan het einde van de kerk, bij het koor, zijn er prachtige afbeeldingen te vinden. Deze bevinden zich hier in een halve cirkel.

Het centrale glas, recht achter het koor (nr.15), in de Sint Jan te Gouda.
Nikon D600, 24 mm.
Er bestaan prima foto's van alle glazen, maar Willem wilde er zoveel mogelijk tegelijk in een vervreemdend beeld vangen. Zelfs met een fisheye lens zal het niet lukken alle glazen in beeld te brengen, en hier komt de kogel in beeld. Een 9 mm kogel heeft een relatief botte punt en werkt daardoor als een extreem bolle spiegel.

Robert met 9 mm-kogel
Hier is te zien dat de kogel meer dan levensgroot is! In werkelijkheid is de diameter 9mm (goh!), deze replica is 15 cm. Dat maakt het fotografisch iets eenvoudiger. De kogel is in brons gegoten en daarna gepolijst. Gewicht: 5 kg.

Als je deze kogel nu op de juiste plek in het midden van het koor houdt, dan komen er heel veel glazen in één keer op de foto.

De kogel met reflecties van de glazen tijdens de voorbereiding
Maar hoewel dit een vervreemdend beeld oplevert kan het beter. Voornaamste punt van kritiek op dit beeld is dat de glazen alleen in het bovenste deel van de kogel zichtbaar zijn en de bovenste rij glazen wordt erg klein op deze manier. Hiervoor is een doeltreffende oplossing: de kogel hoger houden. Willem had bedacht dat een meter of 8 boven de grond ideaal was, omdat dan beide rijen glazen er mooi opkomen. En zo begon een plan vorm te krijgen, waarbij steeds nieuwe barrières overwonnen dienden te worden.
  • Hoe krijg je de kogel op 8 m hoog? Antwoord: je hangt hem op aan een kabel, vanaf het plafond. Er blijkt boven de kerk een zolder te zijn (op 24 meter hoogte), en er zijn luiken in de zolder waardoor iets opgehangen zou kunnen worden.
  • Hoe zorg je dat hij horizontaal hangt? Met behulp van een contragewicht.
  • Waar hang je de kogel mee op? Met zwartkleurige elektrokabel. Dat is enorm sterk en valt zo veel als mogelijk weg tegen het donkergroene plafond in de reflectie van de kogel.
  • Hoe zorg je dat hij stil komt te hangen? Door de kogel een dag eerder al op te hangen, en met behulp van twee spandraden (ijzergaren) die schuin naar achter lopen.
  • Hoe bepaal je waar de kogel precies moet hangen? Door het vloeroppervlak van de kerk nauwkeurig in kaart te brengen, zichtlijnen e.d. in te tekenen.
Uiteindelijk heeft Willem dit uitgedacht in de voorbereiding die ongeveer een half jaar in beslag heeft genomen. In deze periode is er ook veelvuldig contact geweest met het kerkbestuur en de koster (Maurits) en zij wilden in ieder geval meewerken.

In dezelfde periode realiseerde Willem zich dat hij zelf de foto niet zou kunnen nemen. De omstandigheden zijn op zijn minst lastig te noemen: relatief donker met zeer hoog contrast. Bovendien wilde hij de fotograaf niet op de foto hebben. Het nadeel van zo'n bolle spiegel echter is dat de hele omgeving erop komt. Inclusief de fotograaf. Hiervoor zocht Willem contact met verschillende fotografen en kwam hij uiteindelijk bij mij terecht. Enkele van de fotografische uitdagingen op een rij:
  • De fotograaf moet zelf niet in beeld. Dit is op te lossen door met een afstandbediening te werken.
  • De camera moet zo klein mogelijk in beeld. Dit kan door met een telelens te werken, zodat van een aantal meter afstand de kogel toch behoorlijk beeldvullend wordt. Hiervoor is een aanzienlijke brandpuntsafstand nodig.
  • Het einddoel is een aantal afdrukken van 1 x 1 meter. Dit stelt hoge eisen aan de apparatuur en zoveel mogelijk pixels is gewenst. 
  • Hoe krijgen we de camera op 8 meter hoog? Het idee is immers om de kogel recht van voren vast te leggen. De kerk beschikt zelf over steigermateriaal. Maar dan zou de steiger ook op de foto komen. Er bleek ook nog een hoogwerker(tje) te zijn die de gewenste hoogte haalt. Maar de hoogwerker moet niet in beeld komen. Bovendien is de hoogwerker erg wiebelig en zijn er lange sluitertijden nodig omdat het vrij donker is in de kerk. Oplossing was een constructie die op een van de dwarsstangen tussen de centrale pilaren geklemd kon worden, waar een fototoestel aan bevestigd kon worden. Hiervoor is een stuk schroefdraad van 3/8e inch van belang, want daar kan een balhoofd van een statief op.
De combinatie van bovenstaande leidde naar mij. Ik heb voor met name vogelfotografie een telelens en heb een 24 megapixel camera van hoge kwaliteit. Bovendien houd ik wel van een uitdaging en dat is dit zeker. Ik was niet de eerste fotograaf die benaderd werd voor dit project. Een aantal vielen af doordat zij niet in de hoogwerker durfden. Ik kan me daar wel iets bij voorstellen: het is een erg wiebelige constructie.

Robert met hoogwerker op weg naar de dwarsstang op 8m hoogte
Vooraf had ik ook nog wat rekenwerk gedaan en toen realiseerde ik me dat mijn 600 mm de kogel redelijk beeldvullend in beeld zou brengen, maar dat 700 mm beter zou zijn. En 24MP is veel, maar meer is beter in dit geval vanwege de gewenste afdruk op 1 x 1 meter. Dus mijn goede vriend Wim Werrelman gevraagd of hij tijd en zin had om mee af te reizen naar Gouda en dat had hij gelukkig. Zo konden we ook samen overleggen over eventuele andere uitdagingen die we op de dag zelf tegen zouden komen, en die zijn er altijd. Hoe goed de voorbereiding ook is, ter plaatse kom je ook uitdagingen tegen waar een oplossing voor moet komen.

Het plan, in het kort:
  • half jaar voorbereiding, contacten leggen, afspraken maken, etc.
  • een dag van tevoren: kogel ophangen op de exact juiste plaats in de ruimte. Dit heeft Willem gedaan.
  • Op de dag zelf: constructie met behulp van hoogwerker aan de dwarsverbinding bevestigen: Robert
  • Instellingen bedenken welke gebruikt kunnen worden. Wim samen met Robert. 
  • Testfoto's vanaf de grond vanaf statief maken: Wim
  • Foto-apparatuur bevestigen. Auto-focus uit, ontvanger bevestigd aan camera: Robert. Dit is een spannend moment
  • Foto's maken m.b.v. afstandbediening
  • Foto's beoordelen
  • Afbreken opstelling
  • Thuis: uitzoeken, nabewerken

Het bevestigen van de foto-apparatuur
De uiteindelijke constructie
De gebruikte apparatuur, los van de custom-build beugel die Willem gemaakt heeft, was:
  • Camera: Nikon D800E
  • Lens: Nikon 500 mm f/4 VR II
  • Teleconverter: Nikon 1.4x TC II
  • Benro balhoofd
  • Afstandbediening (zender en ontvanger) van Hähnel.
Opstelling in beeld, kogel zichtbaar in het midden
En dan is het na alle voorbereidingen een kwestie van opnames maken. We hadden de camera zo ingesteld dat er iedere keer 5 foto's gemaakt werden met variërende belichting. Hierdoor hadden we de gelegenheid om indien gewenst achteraf een HDR-opname te maken. Dit bleek niet nodig omdat we geluk hadden met het weer: het was egaal bewolkt, waardoor er door alle ramen evenveel licht naar binnen kwam, maar het was ook helder, waardoor het niet heel donker bleef in de kerk. 
Vervolgens hebben wij met alle variaties in verlichting in de kerk aan en uit foto's gemaakt. Daarna heb ik (weer de hoogwerker) de foto's gecontroleerd en ik vond dat we iets scherpte misten. Om die reden hebben we het nog een keer overnieuw gedaan, maar nu met de spiegel omhooggeklapt.

En tussendoor bezoekers van de kerk vriendelijk verzoeken om buiten beeld te gaan staan. Of gewoon even wachten. En toen hadden we 200 foto's van een kogel door een kerk. Ondanks de stevige constructie bleken enkele bewogen te zijn, maar daarom hadden we veel foto's gemaakt. De rest van het traject bespreek ik in een separaat blog, net als het eindresultaat.

Bedankt voor het lezen,

Robert van Brug