dinsdag 11 november 2014

Fotografie PC

Mijn laptop, waar ik met veel plezier al bijna 6 jaar op werk, kraakt in zijn voegen, al een tijdje. Met name fotobewerking is bijna niet meer te doen. Het kan er natuurlijk aan liggen dat ik de nieuwste release van Photoshop op een verouderde machine draai. Ik heb de PC al een keer opgeschoond wat wel een beetje hielp, maar niet voldoende. Het probleem bestond al geruime tijd, om precies te zijn bij de aanschaf van een nieuwe camera; de fotobestanden werden nu zo groot dat er zwaarder geschut nodig is. En dat is er nu!

Sinds kort heb ik de beschikking over een nieuwe computer. In dit artikel zal ik kort de overwegingen uitleggen waar ik op heb gelet. Tenslotte zal ik de lijst met componenten weergeven, voor de geïnteresseerden.

Uitgangspunten:

  • Uiterlijk en omvang van de nieuwe PC is niet zo belangrijk. Het mag ook een desktop worden.
  • Prijs <1.000€
  • Windows. Ik heb niets van Apple en voel er ook niets voor om daar nu mee te beginnen. Hoe lyrisch sommige adepten er ook over zijn.
  • Snel, met name voor fotobewerking. Dit wordt met name bereikt door veel intern geheugen, hoe meer hoe liever.
  • Stil. Zittend aan mijn laptop had ik wel eens het idee dat er een raket de lucht inging, zó veel herrie. Eén van de mogelijkheden om dit te bereiken is het inbouwen van een SSD in plaats van een regulier HDD. Bijkomend voordeel van een SSD is dat de computer er sneller van wordt, vooral merkbaar bij het opstarten.
  • Energiezuinig. In ieder geval geen knotsgekke energieslurper.
  • Zelfbouw. Na enige studie (lees: Google, websites van computerbouwers), kwam ik erachter dat er geen kant en klare PC's speciaal voor fotografie verkocht worden.
Zelf samenstellen betekent dat het product helemaal op de eigen behoefte afgesteld kan worden, maar ook dat er meer keuzes gemaakt moeten worden, en het moet zelf in elkaar gezet worden.

Overwegingen voor de verschillende componenten:
  • Processor. Niet de allersnelste nodig, maar omdat ik ook nog wel eens iets anders op de PC wil doen is het fijn als hij goed mee kan komen. Gekozen voor een i5 van Intel.
  • Moederbord: moet plaats bieden aan veel geheugen. Ik kwam er al snel achter dat meer dan 32GB geheugen alleen door hele dure moederborden ondersteund wordt. In plaats van een kleine 100€ zou het dan >300€ worden. Andere factor van belang is dat ik een Displayport-uitgang wilde, omdat mijn monitor ook een dergelijke aansluiting heeft. Deze wens beperkte de keuze behoorlijk.
  • Geheugen: DDR3 op 1600MHz. Dit is de maximale snelheid die het moederbord ondersteund, dus nog sneller is zinloos om aan te schaffen. Er bestaat ook al DDR4 geheugen, maar dat is nog erg kostbaar. Moederbord biedt plaats aan 4 * 8 GB. In eerste instantie 2 * 8 GB aangeschaft zodat uitbreiden mogelijk blijft.
  • Opslag: SSD (Solid State Drive). Dit is sneller en veel stiller dan een reguliere HDD (Hard Disk Drive). Waar de huidige HDD's al in TB (Terabytes) worden aangegeven, blijven de SDD's hierbij achter, maar 100-500 GB is te doen. Gekozen voor 256 GB SDD + 1 TB HDD. De HDD hoeft niet heel erg snel te zijn vanwege de SSD, dat scheelt geld en geluid. Meer opslagcapaciteit is beschikbaar op de NAS.
  • CPU-koeling: superstille ventilator.
  • Voeding: zonder ventilator = stiller. 
  • Behuizing: midi-tower, groot genoeg om bovenstaande in te bouwen. Ik had een voorkeur voor kleiner, met name lager, maar het benodigde moederbord beperkte de keuzemogelijkheden.
  • Toetsenbord: bijna vergeten, maar komend van een laptop is het handig die los bij te kopen. Ik heb gekozen voor een draadloze.
  • Luidsprekers: een setje van 2 bescheiden boxjes zodat ik ook wat kan horen. Ook zoiets dat bij een laptop mooi ingebouwd is.
  • Externe media: een Blu-ray/DVD/CD-brander. Ik brand nog wel eens eens schijfje en vind het sowieso makkelijk om deze ook af te kunnen spelen.
En bovenstaande moet er dan ook nog eens zo uit komen te zien of het bij elkaar past. Een zwarte PC met een witte DVD-drive is echt niet mooi.

Wat heb ik niet ingebouwd:
  • Videokaart. Deze zit weliswaar al op het moederbord, maar met name als er veel aan gaming gedaan gaat worden is dit niet voldoende. Voor fotobewerking echter wel. Dat scheelt enorm in de uitgaven.
  • Kaartlezer: zit in de kast geïntegreerd
  • Floppy drive: echt niet meer nodig anno 2014
Lijst van componenten:
  • Processor: Intel Haswell Core i5 4590 3.30GHz 6MB L3-cache
  • Moederbord: MSI mATX H97M-G43
  • Geheugen: Crucial 2x8GB, DDR3, PC12800, CL9, Ballistix Sport
  • SSD: Crucial SSD 2.5", 256GB, SATA600, M550
  • HDD: Western Digital Harddisk 3.5" Green 1TB, SATA600, WD10EZRX
  • CPU-koeler: GELID Solutions Tranquillo Rev.2
  • Voeding: Seasonic platinum series FL2 460W, modulair, passief
  • Behuizing: Cooler master midi tower Silencio 550ATX (zwart)
  • Toetsenbord: Logitech K360 wireless
  • Luidsprekers: Trust Tytan 2.0 36W (zwart)
  • Externe media: LG Blu-ray brander BH16NS40.AUAR10B 10x, SATA (zwart)
En dan is na wat assemblagewerk het moment suprême daar. Spannend, maar het is goed gegaan, hij werkt. En hoe! Wat is dit snel. Bepaalde bewerkingen in Photoshop waar ik voorheen rustig tien seconden op zat te wachten zijn nu onmiddellijk gereed. En bewerkingen waar de laptop van op tilt sloeg lukken gewoon. Heerlijk, dit maakt het nabewerken van foto's een stuk leuker om te doen.

Kijkje in de kast. 


Bedankt voor het lezen,

Robert van Brug

maandag 10 november 2014

UHS-II geheugenkaarten

Recentelijk hebben Sandisk en Lexar nieuwe SD-geheugenkaarten op de markt gebracht, van het type UHS-II.

UHS-I is al een tijd op de markt en was tot voor kort de snelste SD-kaart verkrijgbaar.

  • Maximale snelheid: tussen 50 en 104MB/sec. Dit wordt aangegeven door de romeinse I
  • Minimale snelheid: 10MB/sec, aangegeven door het cijfer 1 dat in de U staat vermeld.


Ik heb in dit blog al eerder geschreven over geheugenkaarten. In het kort was de conclusie destijds (februari 2013) dat het buffergeheugen van de camera belangrijker is dan de overdrachtsnelheid naar de geheugenkaart. Door bepaalde instellingen van de camera te optimaliseren wordt er optimaal van het buffergeheugen gebruikgemaakt. Dat was toen, nu is er UHS-II.

UHS-II heeft de volgende specificatie:
  • Maximale snelheid: tussen 156 en 312MB/sec. Dit wordt aangegeven door de romeinse II
  • Minimale snelheid: 30MB/sec, aangegeven door het cijfer 3 dat in de U staat vermeld.
De hier genoemde maximumsnelheden zijn grenzen voor dit type bus. Bovenstaande afbeelding gaat over een Sandisk UHS-II (class 3) 64GB, met een leessnelheid van 280MB/sec en schrijfsnelheid van 250 MB/sec. Dat is veel sneller dan UHS-I, maar ik had al bedacht dat het er helemaal niet toe deed, toch?

Dat klopt, maar niet helemaal. De snelheden gaan nu zo hard omhoog dat de camera in staat is om alle foto's die in de mitrailleurstand gemaakt worden (continuous high) ook te kunnen wegschrijven naar de geheugenkaart. Dat betekent dat het buffergeheugen niet vol zal lopen en er continu doorgegaan kan worden met het maken van opnames. Dát is wel goed nieuws.

Even rekenen of dat klopt: mijn camera maakt 5,5 opnamen per seconde in RAW van max. 30 MB per stuk. Dat betekent een datastroom van 5,5*30MB = 165 MB/sec. Dat past makkelijk binnen de normen.

Bedenk wel dat de hier gebruikte snelheden maximale snelheden zijn; de 312MB/sec van UHS-II zal zelden gehaald worden zolang de kaart bezig is. En als er continu doorgeschoten wordt dan is die kaart bezig, waardoor er slechts 30MB/sec gegarandeerd wordt.

De conclusie kan zijn dat sport-/actiefotografen die vaak veel foto's achter elkaar schieten direct dit soort kaarten moet gaan aanschaffen. Dat lijkt helemaal terecht, alleen zijn er nog maar nauwelijks camera's op de markt die dit momenteel (November 2014) ondersteunen. Zowel de nieuwste Canon (7D markII) als de meest recente Nikon (D750) kunnen hier niet mee overweg. 

De toekomst lijkt duidelijk: er zal een standaard komen die zo snel is dat fotografen zich nooit meer hoeven in te houden en dat zal niet zo heel lang meer duren.

Bedankt voor het lezen,

Robert van Brug






zaterdag 8 november 2014

Safarifotografie met een radiografisch bestuurbare auto

Ik ben eind September samen met Wim Werrelman richting Afrika vertrokken, voor een bijna twee weken durend verblijf in Malawi en Zambia. Doel van de reis was fotografie: het zo aansprekend mogelijk in beeld brengen van wildlife en vogels. En vooral met Leeuwen hadden wij wilde plannen...

Dat woordje aansprekend is tricky. Safari- of wildlifefotografie is namelijk nog helemaal niet zo makkelijk. Het eerste probleem dat opgelost moet worden is het vinden van wilde dieren. Afhankelijk van het gebied, het jaargetijde, kwaliteit van de gids en een dosis geluk is dat probleem overkomelijk.

Wij zijn afgereisd naar South Luangwa's National Park in Zambia, een werkelijk fantastisch park waar een aantal soorten goed te vinden is. Neushoorn, Jachtluipaard en Struisvogel komen hier niet (meer) voor, maar het is een hotspot voor Olifant, Nijlpaard, Krokodil, Impala, Koedoe, Buffel, Puku, Zebra en talloze vogelsoorten: Afrikaanse Zeearend, Grijze Kroonkraanvogel, Lelkieviet, Hamerkop, Karmijnrode Bijeneter en Zadelbekooievaar zijn zomaar wat soorten die ik hier alle keren heb gezien. Luipaard is iets moeilijker en Wilde Honden heb ik helaas maar een keer waargenomen. Datzelfde geldt voor de Gnoe die ik dit jaar eindelijk in het wild heb gezien.

De tijd van het jaar waarin wij gingen is ook belangrijk: het is lokaal het einde van het droge seizoen. Dat wil zeggen dat veel struiken kaal zijn en waterbronnen zijn opgedroogd. Het resterende water werkt als een magneet op dieren die in temperaturen van 35-45 graden Celcius water hard nodig hebben. Dat er weinig blad aan de struiken zit maakt het spotten van dieren een stuk eenvoudiger.

Dan is er echter nog steeds geen garantie op mooie beelden. Als er dan, met de nodige kennis, kunde en geluk, na een paar dagen zoeken Leeuwen gevonden worden, dan ligt dat er als volgt bij:


Een mooi groepje Leeuwen, dat in de hitte redelijk voor Pampus ligt. Doordat wij langsreden tilden een aantal leden van deze roedel nog net hun kop op, maar dat is het dan ook. Dat wilden wij niet, wij waren op zoek naar een heel andere beeld, een beeld waarbij de leeuwen in ieder geval niet van boven naar beneden gefotografeerd zijn zoals hierboven, maar op ooghoogte. Dat is wel een uitdaging omdat Leeuwen bijna de hele dag liggen en er naast gaan liggen is niet verstandig. En niet toegestaan: de auto mag niet worden verlaten.

Geïnspireerd door met name dit filmpje op YouTube, had Wim een oplossing voor het bovenstaande probleem: een radiografisch bestuurbare auto, voorzien van een camera. Zoiets is niet kant-en-klaar in de winkel te koop, dat moet gemaakt worden.

De auto, hier ontdaan van camera's
In de basis is het een radiografisch bestuurbare auto die op batterijen werkt. Er zijn sterkere benzineversies te koop, maar die zijn ook veel luidruchtiger wat niet diervriendelijk is. De auto is op een aantal fronten aangepast:
  • grotere banden voor het terrein
  • stuggere vering
  • verwijderen bovenkap
  • opbouw (het camouflage deel op de foto) die de camera's enigszins moet beschermen tegen al te enthousiaste Leeuwen maar ook tegen struikgewas. Aan deze ombouw kan ook een videaocamera bevestigd worden
  • bevestiging voor een statiefkop voor het fototoestel
En dat moet dan ook nog mee in het vliegtuig. De auto (met afstandbediening, lader, etc.) is zo groot dat deze een halve koffer in beslag neemt. 

Met hooggespannen verwachtingen ging de auto mee op game drives. Hij moest onder handbereik blijven voor het geval dat. Accu's opgeladen, afstandbediening mee, camera helemaal gemonteerd. Maar we kwamen geen Leeuwen tegen de eerste paar dagen. Totdat het op een middag tegen zonsondergang wél raak was. Camera's aan, auto op de grond gezet en rustig richting Leeuwen gereden. Wij hadden geen idee wat er zou gaan gebeuren, dus het was knap spannend. Het kan ook het einde van de auto met de camera's zijn!
Nieuwsgierige Leeuwin snuffelt aan auto
De Leeuwen reageerden voorzichtig maar nieuwsgierig. Uiteraard kennen ze iets dergelijks niet, dus er moest uitgezocht worden of het gevaarlijk, lekker of anderszins interessant was. Dat betekende dat de Leeuwen opstonden en naar de auto toe kwamen lopen. Als de auto dan stil bleef staan durfden ze heel dichtbij te komen, zoals hierboven zichtbaar. Zolang de auto reed, al was dat stapvoets, dan waren ze voorzichtiger. Een groot voordeel van een radiografisch bestuurbare auto is de mogelijkheid om te stoppen. Een drone biedt deze mogelijkheid natuurlijk niet en werkt meer verstorend.

3 nieuwsgierige Leeuwinnen bij de auto
De fotocamera op de auto was ingesteld om iedere seconde een opname te maken. Hij was voorzien van een 20 mm groothoeklens (f/2.8) die handmatig op ongeveer een meter was scherpgesteld. Diafragma werd geknepen naar f/11. De ISO moest hierdoor naar 1600, wat met de gebruikte camera (een Nikon D800E) geen probleem oplevert. Deze instellingen leveren een hyperfocaal beeld, waardoor feitelijk alles scherp in beeld komt, alleen niet als het te dichtbij komt. We hebben van tevoren zitten discussiëren wat de beste manier zou zijn om foto's te maken: automatisch of met een afstandsbediening. Uiteindelijk is het automatisch geworden omdat de afstandsbediening niet 100% betrouwbaar bleek. Idealiter heb je als fotograaf LiveView op afstand en bepaal je zelf wanneer je afdrukt, maar dit bleek te lastig. Nadeel leek dat de camera na 999 opnamen ermee ophoudt, maar dat is na ongeveer 16 minuten, dat is lang genoeg. De Leeuwen tonen, zo bleek, maar een paar minuten interesse.

Na een paar spannende momenten hebben we de auto teruggehaald. We hadden het idee dat er wel wat moois op zou moeten staan en het is ook wel fijn om de apparatuur heelhuids terug te zien. De resultaten waren enerzijds geweldig, anderzijds werden een aantal momenten ontsierd doordat er een bosje vlak voor de camera stond. We hadden in deze eerste keer alweer bijgeleerd, maar zouden we nog een kans krijgen?

En jawel, de volgende ochtend, bij beter licht, komen we een grotere groep Leeuwen tegen in een ander deel van het park. Op gepaste afstand de auto weer naar buiten, alles weer aangezet en nu kijken of het beter kan.

Tweede ontmoeting, steeds meer Leeuwen
Dit keer hebben we goed uitgekeken dat er niets vlak voor de lens stond. Omdat er meer Leeuwen waren, het licht beter was en het niet op de rand van een rivieroever zich afspeelde was het dit keer iets makkelijker.

Nog een close encounter
Los van de foto's die met de onboard camera gemaakt worden, biedt deze manier van werken nog een belangrijk voordeel: door de nieuwsgierigheid van de Leeuwen komen zij in beweging. En dat is fotografisch vele malen interessanter dan een rustende roedel.

Hier nog wat resultaten vanuit de 'grote' auto:



Deze foto's waren geen van allen mogelijk geweest zonder de aanwezigheid van een object dat de interesse van de Leeuwen wekt.

Maar waar het om ging zijn de opnames vanuit de radiografisch bestuurbare auto. Hieronder 3 mooie resultaten die anders niet mogelijk zijn:



En mijn favoriet:

De Leeuwen hebben de auto dus niet aangevallen en niets kapotgemaakt. Verder dan wat nieuwsgierig ruiken en met een poot op de auto ging het niet. Prettig als de apparatuur het avontuur overleefd. Ook heel  fijn is dat er resultaten behaald zijn. Dit zijn echt beelden die anders niet mogelijk zijn. 

Dit was spannend maar vooral ook leuk om te doen. Enige referentie die wij hadden was dat filmpje waar het niet goed afloopt met de auto. Dat vernieuwende aspect spreekt mij enorm aan en ik ben blij dat ik dit mee mocht maken. Wie weet waar dit toe leidt, wat is hiermee nog meer mogelijk?

Bedankt voor het lezen,

Robert van Brug


dinsdag 5 augustus 2014

Museumfotografie

De meeste amateurfotografen maken foto's bij speciale gelegenheden en op vakantie. Vakantiefoto's bestaan vaak uit beelden van het strand, zwembad, restaurant, uitgaansgelegenheid en bezienswaardigheden. Onder die laatste plaats ik ook musea. Velen gaan bijna nooit naar een museum, behalve als ze op vakantie zijn. Bij mijzelf werkt het in ieder geval wel zo.

In onze zomervakantie zou het een dag niet zulk mooi weer worden en we wilden toch iets doen. De meiden wilden graag De Nachtwacht een keer in het echt zien, dus op naar het Rijksmuseum.

Dit artikel gaat over het maken van foto's in een museum. Dat is in veel musea aan regels gebonden. Soms mag het helemaal niet. In het Rijksmuseum mag het gelukkig wel, maar er zijn wel een paar regels:

  1. Geen statief. Vermoedelijk omdat iemand erover zou kunnen struikelen.
  2. Geen flits. Ik betwijfel of de flitser een eeuwenoud schilderij kan beschadigen, maar het is voor de kunstbeleving van de overige bezoekers natuurlijk vreselijk irritant. Bovendien spiegelt het in olieverf, dus het is niet aan te raden.
Verder is alles toegestaan.
Bij aankomst in het Rijksmuseum ben ik al snel onder de indruk van het gebouw zelf. Het is jarenlang beperkt geopend geweest omdat het verbouwd werd, maar nu is het in zijn volle glorie te bewonderen, en dat is prachtig, maar daarover straks meer.

Eerst een paar foto's:
Het Melkmeisje - Johannes Vermeer
De Nachtwacht - Rembrandt van Rijn
En zo heb ik er nog een paar meer gemaakt. Dit zijn absolute topstukken in de collectie dus het was bijna vrij worstelen om geen andere toeristen in beeld te krijgen. Om dit te bereiken had ik een groothoeklens meegenomen (16-35 mm f/4), waardoor het mogelijk is om van beperkte afstand toch een groot doek te kunnen vastleggen. En dan is er nog het licht. De Eregalerij waar dit hang is voorzien van dakvensters waardoor er altijd (diffuus) daglicht op de doeken valt. Daarnaast zijn er talloze spotlights. Het effect is echter teleurstellend, het is er donker. Dat betekende een behoorlijk hoge ISO-instelling (1600). Bij deze waarde is het dynamisch bereik echter net wat minder, de kleuren iets minder mooi en uiteraard is er dan wat ruis. Maar op zich is het gelukt om van een aantal werken een redelijk foto te maken.

De vraag is echter: wat moet je hiermee? De foto's zijn niet geweldig. Dat is ook onmogelijk. Neem het Melkmeisje: door de lichtinval van boven valt er een schaduw van de rand over de bovenzijde van het schilderij. Bij de Nachtwacht veroorzaakt de lichtval van het dakvenster een spiegeling in de bovenste helft. Ik heb dit ter plekke geprobeerd te minimaliseren maar beter dan dit lukte niet. Idealiter zou het toegestaan worden na sluitingstijd (geen andere bezoekers) om de zaal tot een studio om te bouwen en dan te fotograferen.

Dat is wat het Rijksmuseum zelf ook heeft bedacht en dat gebeurd ook met enige regelmaat. Op hun website www.rijksmuseum.nl is het mogelijk om hoge resolutie afbeeldingen van alle tentoongestelde werken gratis te downloaden. De Nachtwacht is op die manier binnen te halen in een bizar hoge resolutie van 14168 x 11528 pixels. Dat is ruim 155 Megapixel! Vermoedelijk hebben ze verschillende foto's aan elkaar gezet om dat te bereiken, want een camera met die resolutie bestaat niet. De gebruikte resolutie is groot genoeg om op canvas (72 DPI) een afdruk te maken van 5 meter breed, wat groter is dan het origineel (453,5 * 379,5 cm). Op een ideale kwaliteit van 300 PPI wordt de afdruk altijd nog 120 bij 98 cm. 

Conclusie: zelf foto's maken heeft geen enkele toegevoegde waarde.

 Of toch? Enige maanden geleden bezocht de Amerikaanse President Obama ook het Rijksmuseum en toen werden er foto's gemaakt van hem en Mark Rutte voor De Nachtwacht. Sindsdien is het bijna een gewoonte om een selfie te maken in een museum staande voor een beroemd kunstwerk. 

Mijn dochters Eline en Iris voor De Nachtwacht
En dan heeft het plotseling wel zin om foto's te maken in een museum. Maar natuurlijk niet van ieder werk dat er staat of hangt, een paar is genoeg. Helaas zijn er mensen die van alles een foto proberen te maken, bij voorkeur met een smartphone. Praktisch onmogelijk onder de gegeven omstandigheden, dat wordt niets, maar hele hordes toeristen klikken ondertussen vrolijk door.

Ik wist het, maar wilde het toch zelf proberen, maar vanaf nu zal ik de werken zelf niet meer vast gaan leggen, het heeft geen enkele zin.

Zoals in de inleiding verteld was het gebouw wel heel fotogeniek. Ook daar bestaan talloze opnames van, maar er is altijd een nieuwe invalshoek te bedenken. Dus heb ik van het interieur nog wat opnames gemaakt. De buitenkant zal moeten wachten omdat het vreselijk hard regende die dag.

De Bibliotheek
Nikon D600 + 16-35 mm f/4
16 mm, f/10, 1/20e sec, ISO 6400 (uit de hand)

De dakconstructie boven de entree

De dakconstructie bij de entree
vanuit een andere hoek
Persoonlijk vind ik deze laatste foto's het meest bevredigend van alles wat ik gemaakt heb die dag.

Bedankt voor het lezen,

Robert van Brug

maandag 28 juli 2014

Beverfotografie

Weinigen staan stil bij de natuur in Nederland. En soms snap ik dat wel: wij hebben geen leeuwen, tijgers en olifanten. Er gaan al jaren geruchten over de terugkeer van de wolf in Nederland, maar het is nog niet zover, helaas. Tot die tijd moeten wij het doen met Reeën, Damherten, Edelherten, Vossen, Dassen, Konikspaarden en Heckrunderen. Al dan niet in Nationale Parken, al dan niet geherintroduceerd. Maar er is wel degelijk wat te zien. En dan is er de Bever.

De Bever is een knaagdier dat de meeste Nederlanders nog nooit in het echt gezien hebben en alleen kennen uit tekenfilmpjes van Disney, waarin zij aan de lopende band bomen omknagen. Hier zit wel degelijk een kern van waarheid in, en de voortanden van de bever zijn dan ook een geducht wapen. Zij zijn echter behoorlijk schuw en komen niet overal voor. Een van de meest geschikte gebieden is Nationaal Park De Biesbosch. Hier leven naar verluid circa 300 bevers in het wild.

Dan nog is ze vinden of zien geen makkelijke opgave. Ik heb hierbij in ieder geval hulp ingeroepen van Bas Breetveld van Fotosloep.nl. Bas is een zeer ervaren wildlife fotograaf die workshops geeft en het gebied op zijn duimpje kent. En dat is belangrijk, die lokale kennis. Waar zijn recent bevers gezien? Waar is de kans het grootst?

Bas heet mijn vrouw en mij van harte welkom in zijn fotosloep. Een naar eigen specificatie gebouwde aluminium boot met zeer geringe diepgang dat overal kan komen. Voorzien van een krachtige buitenboordmotor om naar het gebied toe te snellen, en een elektro fluistermotor om in stealth mode de beesten te kunnen besluipen. Wij wisten dat het mooi weer zou worden, maar helaas was het een van de heetste dagen van 2014 met een dagmaximum van 35 graden Celcius in de schaduw. En er was geen schaduw! Vertrek om 17.00 uur en toen was het nog bloedheet. Gelukkig is het op het water iets minder. Met veel drinken, een safarihoed, zonnebrandcrème en muggenlotion zijn we op het ergste voorbereid. Oh ja, en een camera.

Al snel begint Bas gepassioneerd over 'zijn' gebied te vertellen en over de wetenswaardigheden van de bever. Hoe ze leven, hoe je ze kunt waarnemen en hoe je ze moet benaderen. In ieder geval zo stil en bewegingloos mogelijk. Vandaar ook de elektromotor, maar ook de camera moet al in de aanslag (geen bewegingen) en voor het eerst heb ik van de Quiet-mode van mijn camera gebruik gemaakt. Deze werkte overigens boven verwachting, veel stiller, maar wel langzamer. Aan het begin van de trip had ik de 2x teleconverter nog op mijn 300 mm f/2.8 zitten, maar aan het einde was dat niet meer haalbaar.

In het begin is het nog bloedheet en wachten wij geduldig peentjes zwetend op de eerste bever. We worden nog verrast door een langszoevende IJsvogel, maar de bevers laten zich niet zien. Is het dan toch te warm, zoals gevreesd wordt?
Zwemmende Bever
ISO 1600, f/8, 1/250e sec.
Nikon D600 + 300 mm f/2.8 + 2x TC III, uit de hand
Om half 8 is het dan zover: de eerste zwemmende bever wordt in de buurt van de boot gespot door Bas. Voorzichtig gaan we langszij varen en ik kan heel stil een paar opnamen maken. Bas vertelt dat dit een oude man is, een enorme bever. Deze is minder schuw dan de vrouwen die een burcht met kroost moeten verdedigen. Geluk voor ons. Bovendien is er net even wat zonlicht dat onder de begroeiing doorschijnt waardoor de bever in het zonnetje gezet wordt.

De klap op het water

De bever wordt een tijd door ons gevolgd, waarbij ik braaf de aanwijzingen van Bas opvolg over hoe ik me moet gedragen. Na enige tijd is de bever ons toch zat. Hij vlucht niet, maar geeft een waarschuwing door met zijn staart een klap op het water te geven. Met meer geluk dan wijsheid leg ik dit moment vast. We laten dit stukje Biesbosch verder met rust en varen verder.

Ondertussen wordt het al later en later en neemt gelukkig de hitte een beetje af. De zon schijnt niet meer genadeloos op de bol dus kan ook de hoed af. Maar warm blijft het. Het ene mooie stukje van De Biesbosch na het andere doemt voor de boeg van de fotosloep op.

De Biesbosch, net na half 9 's avonds.
Nikon D300s + 24-70mm f/2.8
iso 200, f/4, 1/2000e sec, op 24 mm.
Het uitzicht is af en toe werkelijk fantastisch en ik probeer er fotografisch wat van te maken, maar ook bovenal van te genieten. Dat lukt zeker, bij ons allebei.

Fuut in laat avondlicht
foto genomen om 20:45 uur.

Mooi licht maakt alles mooi. Ook zoiets eenvoudigs als een Fuut, waar er vele van in De Biesbosch voorkomen.

Kuifeend (vrouw) met 5 kuikens.
Foto gemaakt om net na 21.00 uur.

Kuifeenden zijn ook zeer gangbaar, maar ik had niet eerder kleintjes gezien. En in mooi licht is ook dat mooi.

We hadden wat zitten dollen of we een beverdiploma konden verdienen en Bas ging hier gewoon in mee. Dat zou bestaan uit de volgende niveau's:

  1. bever niet echt gezien, maar wel strepen/golven in het water veroorzaakt door bever
  2. bever horen knagen in de verte
  3. bever gezien!
  4. bever op de foto kunnen zetten
  5. een bever op de oever aantreffen die aan het foerageren is
  6. zelf een bever ontdekken (vrijwel kansloos als Bas ook in de boot zit)
  7. een beverburcht ontdekken inclusief de paden die erbij horen
  8. de individuele bevers herkennen en weten hoe ze benaderd kunnen worden
Ik zou vooraf tevreden zijn met een paar geslaagde foto's, maar verdomd, om 22:06 uur spotte ik een bever die Bas niet zag (yes!). Hij was behoorlijk afgeleid door een bever aan de andere kant, maar toch, ik zag deze in het donker op de oever. En uit het water! Dus niveau 5 en 6 met één bever behaald.

Bever op de oever!
Nikon D600 + 300 mm f/2.8
f/2.8, ISO 3200, 1/100e sec., uit de hand, in Quiet mode
Hier komt mijn apparatuur heel goed van pas. De full frame sensor kan nog soepel omgaan met de ISO3200 en mijn telelens is met f/2.8 ultra lichtsterk. Een goed functionerende stille modus, een vaste hand en tsjlak (in plaats van KLIK!) en hij staat erop. De foto is niet ontruist, alleen wat verkleind. Ik heb er precies 1 foto van kunnen maken, bij de tweede lag de bever al bijna helemaal in het water.

De zon was op dat moment al ondergegaan, dus de opname is in de schemering gemaakt. Maar gelukkig hebben we de zonsondergang wel meegemaakt op het water.

Zonsondergang in De Biesbosch
Nikon D600 + 300 mm f/2.8
ISO 800, f/4, 1/4000e sec.
Deze instellingen waren een beetje overdreven, maar we voeren hier rond in Zeearend gebied. Er zitten inmiddels 9 Zeearenden hier (2 nesten en 1 solitair exemplaar) dus het gaat goed met deze machtige rover. Helaas hebben wij ze niet kunnen spotten wat waarschijnlijk met de grote drukte op het water te maken heeft. Maar natuurlijk hoopte ik er wel op en had ik de camera voor een eventuele ontmoeting in gereedheid gebracht. Wees voorbereid!

Iets later, zelfde gebied.
Nikon D300s + 24-70mm f/2.8 @70mm
ISO 200, f/4, 1/1600e sec.
Op de terugtocht van de zonsondergang dus nog zelf een bever gespot. En honden horen blaffen in de verte, dacht ik. Dit bleken echter reeën te zijn die hier veel voorkomen. Nooit geweten dat die blaffen. We hebben nog geprobeerd een ree te betrappen op het oversteken van een plas water, maar helaas.

Het was een memorabele zeer warme avond. Wij waren na middernacht pas thuis en toen was het nog 27 graden Celcius, abnormaal. Olga en ik vonden het een fantastische ervaring, die mede dankzij de kennis en het enthousiasme van Bas zo goed geslaagd is. Zeker een stuk of 8 verschillende bevers gezien, maar vooral genoten van de mooie natuur. Voor herhaling vatbaar!

Bedankt voor het lezen,

Robert van Brug





zondag 27 juli 2014

Steeds duurdere supertelelenzen

Recentelijk heeft Nikon, het merk waar ik voor gekozen heb, een nieuwe 400 mm prime lens geïntroduceerd, de AF-S Nikkor 400mm f/2.8 FL ED VR.
Menige lovende kritiek heb ik voorbij zien komen de afgelopen maanden, maar is dat wel terecht? Laat ik beginnen te zeggen dat deze lens waarschijnlijk fantastisch presteert, daar is geen twijfel over. Maar dat deden de voorgangers ook al. Dus waarom een nieuwe?

Affiche voor het nieuwe 400 mm kanon
Hier getoond zonder de tweetraps (!) zonnekap
Copyright Nikon
Unrivalled precision. Daar is geen twijfel over, maar de vorige lenzen waren ook al goed, heel erg goed zelfs. De vooruitgang die nu is geboekt zit in het gebruik van Fluoriet-elementen. Dit ruimtevaartmateriaal biedt een nog betere optische prestatie dan de ED-glaselementen. Maar omdat de voorgangers al zo goed waren zaten maar weinigen te wachten op een nóg beter objectief.  De echte vooruitgang zit namelijk in het gewicht: deze lens weegt 3800 gram, en dat is 820 gram minder dan de voorganger. En dat tikt aan als je er een tijdje mee moet rondlopen.

Goed nieuws dus. Helaas is er ook een nadeel en dat is de prijs. De voorganger is nog verkrijgbaar voor het bedrag van €8.600. De opvolger kost €12.500. Dat is heel veel duurder!

De voorganger, hier met een D700. Ook hier zonder zonnekap afgebeeld.
Is het afgenomen gewicht het enige voordeel? Niet helemaal: zoals gezegd is de lens optisch beter, de vraag is alleen of iemand het verschil kan zien omdat de vorige al bijna perfect was. De afstand waarop de autofocus begint te werken is afgenomen van 2,9 naar 2,6 meter, dat is een verbetering. De reproductiemaatstaf is van 1:6,2 afgenomen naar 1:5,9 wat ook een lichte verbetering is.
Allemaal leuk en aardig, maar ik ben nog nergens een vergelijk in beeldkwaliteit tegengekomen tussen deze twee reuzen. Dat kan alleen maar betekenen dat de verschillen marginaal zijn.
De échte progressie zit in het gewicht. De genoemde 820 gram gewichtsbesparing kost bijna 4000 Euro extra.

Als eigenaar van een 300 mm f/2.8 ben ik niet geïnteresseerd in een dergelijk objectief omdat deze teveel op mijn eigen materiaal lijkt, maar toch maak ik me zorgen. Nikon heeft namelijk aangekondigd alle supertelelenzen (200 f/2, 300 f/2,8, 500 f/4 en 600 f/4) te gaan vervangen  in navolging van de 400 mm. De 800 mm was al alleen in een Fluoriet-versie verkrijgbaar (voor ruim 17.000€).

De afname in gewicht is belangrijk voor fotografen die met een dergelijke lens de hele dag rondlopen. Ik ken die persoonlijk niet, en ik ken heel veel mensen met een supertelelens van welk merk dan ook, maar die gebruiken over het algemeen een statief, een monopod of een rijstzak. Niemand loopt de hele dag met een dergelijke lens (met nog een tas vol andere apparatuur) te sjouwen.

Supertelelenzen op statieven
Tijdens de bronsttijd van de edelherten
Wildbaan, NP De Hoge Veluwe
Copyright onbekend
Een statief of een andere vorm van ondersteuning is niet alleen erg prettig voor de fotograaf, het levert ook betere foto's op. Er zit altijd een kleine vorm van bewegingsonscherpte in een beeld en die is hiermee effectief uit te bannen. Daarmee lijkt gewichtsbesparing nonsens. In ieder geval wel als het zó duur is. Veel natuurfotografen die ik ken hebben deze hobby al jaren en beleven hier veel plezier aan. Maar ooit moeten ze een keer een nieuwe lens en die wordt onbetaalbaar.

De reden waarom Nikon de stap toch maakt is dan ook simpel: geld. Het zal ongetwijfeld meer geld opleveren om een dergelijke lens te fabriceren, maar ik ben ervan overtuigd dat de marge voor Nikon sterk is toegenomen.

En Canon? De wereldwijde marktleider heeft jaren geleden hetzelfde gedaan wat Nikon nu doet. De huidige herkenbare witte supertelelenzen van Canon zijn al van Fluoriet voorzien. Toen Canon ze introduceerde ging de prijs van de reeds bestaande telelenzen tijdelijk fors omhoog. Iets dergelijks zou de komende jaren ook met Nikon kunnen gebeuren. Wellicht is nu het moment om nog een huidige generatie lens aan te schaffen nu het nog enigszins betaalbaar is.

Welke opties zijn er? Voortaan huren, dat is er zeker een. De echte fanatiekeling zal daar moeite mee hebben omdat de combinatie van objectief en camera op elkaar afgestemd dienen te zijn en met een huurlens is dat niet of minder het geval. En spontaan er even op uit lukt dan ook niet meer. Maar er kan heel vaak gehuurd worden voor de aanschafprijs. Een week lang een Nikon of Canon 500 mm f/4 kost €166,50 bij Pixto-F. Doe dat een paar weken per jaar in de vakanties en af en toe een weekend.
Ander alternatief is het blijven gebruiken van crop-camera's, die steeds beter worden, en teleconverters. En nu er camera's zijn met zeer hoge resolutie is croppen een serieuze optie.
Fotografisch de beste oplossing is dichter bij het onderwerp te komen, zoals oorlogsfotograaf Robert Capa al meldde.

Canon heeft ervoor gekozen om de supertelelenzen te upgraden en het ontstane gat niet op te vullen met betaalbare alternatieven. Ik verwacht dat Nikon hetzelfde gaat doen: winst is nou eenmaal belangrijker dan klanttevredenheid bij een commerciële onderneming. En voor Nikon is het makkelijk: Canon heeft het al voorgedaan, het hoeft alleen maar gekopieerd te worden.

Bedankt voor het lezen,

Robert van Brug


zaterdag 21 juni 2014

Flits 3: high-speed flash

In de belichtingsdriehoek sluitertijd, diafragma en ISO willen fotografen zo flexibel mogelijk zijn voor maximaal resultaat. In het geval van sluitertijd willen we daarom tussen 30 seconden en 1/4000 of nog korter kunnen belichten, afhankelijk van het gewenste resultaat en type fotografie. Maar bij weinig licht komt dat in het gedrang. Er bestaat namelijk zoiets als minimale synchronisatietijd. Bij de ingebouwde flitser is dat doorgaans 1/60e seconde en bij een reportageflitser is het 1/200e of 1/250e. Het kan wenselijk zijn om de sluitertijd korter dan dat te houden en tegelijkertijd toch te flitsen. Dat kan!

Eerst terug naar de basis. Wat gebeurt er precies als we een foto maken in termen van belichting? Zodra wordt afgedrukt gaat het eerste gordijn van de sluiter de sensor blootstellen aan licht. Korte tijd later (de sluitertijd) komt het tweede gordijn in beweging, deze sluit de lichttoevoer weer af. Gedurende de sluitertijd is de sensor belicht. Mocht het onderwerp of de camera in de tussentijd bewogen hebben, dan is er een bewogen opname. Laten we voor het voorbeeld zeggen dat de sluitertijd 1/100e seconde is.

De foto blijkt echter te donker, er zijn niet veel opties om hier iets aan te doen, en de flits wordt ingezet om als extra lichtbron te fungeren. De duur van een flits is echter extreem kort, in de richting van de 1/1000e seconde. Wat er in dit voorbeeld gebeurd is dat het omgevingslicht 1/100e seconde lang de sensor belicht, terwijl tegelijkertijd vrijwel aan het begin ook de flits nog afgaat gedurende 1/1000e seconde. Samen moet dit een mooie belichting opleveren.

Stel dat nu een belichting van 1/500e seconde wordt gehanteerd, met flits. Deze zeer korte sluitertijd bereikt een camera door het tweede gordijn alweer te sluiten voordat het eerste gordijn helemaal open is. Er ontstaat een lichtspleet die over de sensor heengaat en zo de belichting realiseer. Hoe korter de belichtingstijd, des te smaller de lichtspleet. Eén enkele flits zal alleen de lichtspleet van dat moment belichten. Het effect zal een zwarte balk zijn in de opname. Dit is een van beide gordijnen die zich ten tijde van de flits voor de sensor bevindt.

De oplossing is om in het menu (ik gebruik Nikon als voorbeeld, andere merken hebben iets vergelijkbaars) de instelling voor synchronisatietijd aan te passen.

Nikon menu voor flitssynchronisatiesnelheid

In het menu in dit voorbeeld kan maximaal 1/1250e seconde ingesteld worden. Maar er zijn nog twee extra mogelijkheden, nl. 1/250e sec (Auto FP) en 1/320e sec (Auto FP). FP staat voor Focal Plane, zeg maar gordijnsluiter. Als dit ingesteld wordt en de sluitertijd komt onder de 1/250e seconde, dan gaat de flitser anders reageren. Er zal niet meer 1 flits afgegeven worden (los van de zgn. voorflits), maar de flitser gaat als een stroboscoop werken: heel veel extreem korte flitsen achter elkaar. Een aantal van deze flitsen zorgen ervoor dat toch de hele sensor ook met flitslicht belicht wordt. En dan is er plotseling geen beperking meer in sluitertijd.

Normale flits en Auto FP uitgelegd
Nogmaals: onder de maximale synchronisatiesnelheid zal de flitser zich normaal gedragen. Dat wil zeggen dat dit standaard zo ingesteld kan worden. Toch kleeft er wel een nadeel aan het zo werken en dat is dat het bereik van de flitser enorm afneemt. De flitser moet zo hard werken in deze stroboscoopmode dat de output lang niet maximaal is. Ook de batterijen doet het geen goed. Maar het doet meer goed dan kwaad, dus ik adviseer om dit standaard zodanig in te stellen.

Overigens heeft dit niet in alle gevallen zin: de ingebouwde (pop-up) flitser bijvoorbeeld kan dit niet aan. De sluitertijd zal dan automatisch naar 1/200e of 1/250e seconde gaan en niet korter willen. Een aantal reportage flitsers kan het echter wel aan, nl. de SB-R200, SB600, SB700, SB800, SB900 en SB910.

Tenslotte een foto waar dit in de praktijk is gebracht:
Nikon D600 met 70-200 f/2.8 en SB600 flitser
instellingen ISO 100, f/2.8 en 1/1000e sec.
Camera en flitser in Auto FP mode, ingeflitst

Deze tegenlicht opname zorgt voor een mooie gloed door het haar. Zonder licht vanaf de kant van de camera zou dit een silhouet worden. Een mogelijke oplossing zou kunnen zijn een reflector, maar die is misschien niet voorhanden. Ik wil dit met een groot diafragma en vol zonlicht toch oplossen, dus inflitsen. Dankzij de AutoFP instelling in het menu doet de flitser wat er van hem verlangt wordt. Aan de reflectie in de bril is ook te zien dat er een flitser gebruikt is, net als aan de pupillen waar ook een lichtje in de ogen zichtbaar is. Dit kan een voordeel zijn, iets dat de foto levendiger maakt en niet met een reflectiescherm bereikt kan worden.

Bedankt voor het lezen,

Robert van Brug




woensdag 18 juni 2014

Vogelhutfotografie: Hut 4 Han Bouwmeester

Recentelijk heb ik weer een tijd in een vogelkijkhut gezeten. Na Hut 1 van Han Bouwmeester bezocht te hebben heb ik nu, weer samen met Wim Werrelman, Hut 4 bezocht. Dit is ook een boshut, maar nu betreft het een loofbos in plaats van een naaldbos. Bovendien is de lokale vogelwerkgroep hier niet direct in de buurt aanwezig, dus geen vogels met fel gekleurde ringen om de pootjes.

De administratieve afhandeling verliep weer prima, de routebeschrijving klopte en we konden op eigen gelegenheid de hut goed vinden. Het interieur van de hut is ongeëvenaard: een ruime hut van meer dan manshoogte. Er kan zelfs een beetje geijsbeerd worden in de hut. De hut is voorzien van 3 luikjes waar een dikke telelens probleemloos doorheen kan. Dan is er ook nog ruimte om te manoeuvreren en er zelf overheen te kijken. Om te voorkomen dat de vogels de fotograaf goed kunnen zien is de binnenzijde van de hut zwart geschilderd en hangt er bovendien een camouflagenet (niet voor de lens natuurlijk).
Het zitten is comfortabel op in hoogte verstelbare krukken. Ideaal is de aanwezigheid van schommelkoppen, 1 per kijkgat. Deze zijn van Benro, type GH2. Bovendien staan deze gemonteerd op een rail, waarmee de hele constructie soepel en geruisloos zijwaarts verplaatsbaar is. Een perfect systeem.

Voor de hut is een ruime waterbak waar op ooghoogte met de vogels naar gekeken wordt. Dit komt doordat de hut ingegraven is. Ooghoogte met het onderwerp is essentieel is voor de mooiste resultaten. Er staan diverse fotogenieke takken en stronken langs en rond de waterbak waar vogels op kunnen plaatsnemen. Om dit uit te lokken wordt er een zakje vogelvet meegeleverd wat op de stammen gesmeerd kan worden. Dit weten de vogels en ze beginnen het al te eten terwijl je er nog naast staat.

Kenmerkend voor deze hut is de moeilijke lichtval: het is een redelijk donker stukje bos waar lichtstralen door de open plekken in het bladerdak vallen. Dit zorgt voor een afwisselende lichtsituatie. Genoeg reden voor mij om alles in Manual mode te schieten.

Zeker in het begin van de dag, wij waren er voor 8 uur, is er nog weinig licht. Te weinig voor een f/8 combinatie, dus de 2x-teleconverter heb ik moeten vervangen voor een 1.4x, dat scheelt ruim een stop.
Dit leverde echter wel problemen op. De waterbak is namelijk behoorlijk groot, maar begint ook pas op 2 meter van de hut. Tot de achterzijde is het wel 7 meter, wat met 420 mm op een Full Frame body met vooral kleine vogeltjes erg ver is. Het is mij een raadsel waarom het zo gebouwd is, die afstand is echt een paar meter te veel van het goede. En niet alleen voor mij, ook 500 mm was niet voldoende.

Maar waar het om gaat is wat voor moois te zien valt. En dat viel nog het meeste tegen. Niet alleen hebben wij niet één speciale soort (Sperwer, Havik, Groene Specht) gezien, maar het was de hele tijd erg rustig. Ook de gewonere soorten als Koolmees en Merel waren niet veel aanwezig, er gingen hele perioden voorbij waarin letterlijk niets te zien was, ik heb het nog nooit zo rustig meegemaakt.

Uiteindelijk hebben we de volgende soorten gezien:

  1. Koolmees
  2. Pimpelmees
  3. Merel
  4. Vink
  5. Roodborst
  6. Glanskop
  7. Heggenmus
  8. Boomklever
  9. Tjiftjaf
  10. Muis. Geen vogel, maar wel leuk om rond te zien rennen.
Naast de voornoemde Sperwer en Havik had ik toch wel een Grote Bonte Specht verwacht, of een Eekhoorn, maar helaas.

Het aantal opnames dat ik uiteindelijk gemaakt heb valt tegen. Maar er zitten toch wel een paar tussen die ik de moeite waard vindt:

Opvliegende Tjiftjaf

Juveniele Roodborst

Vink

Muis
Bedankt voor het lezen,

Robert van Brug

woensdag 11 juni 2014

CKE Fotogroep 9: Spoorzone013

Alweer het derde bericht in 3 dagen tijd. Ik had wat in te halen en hiermee is dat gebeurd.
Op Hemelvaartsdag zijn we als cursisten van CKE naar Spoorzone013 in Tilburg gegaan. Dit is een oud NS-terrein dat normaal niet toegankelijk is. Delen ervan zijn overigens wel te huur, maar dat is vrij kostbaar. Af en toe wordt er een fotografiedag georganiseerd en dan is de entree slechts 2,50€ voor de hele dag. Dat was ook nu het geval en er kwamen niet minder dan 600 fotografen op af.

Het terrein bestaat uit een aantal grote hallen waarin het voornamelijk heel erg leeg is. Probeer de verlatenheid en grootsheid maar eens in een beeld te vangen. Bovendien zwermen overal fotografen rond, dus echt leeg is het beeld niet.

Apparatuur voor een dergelijke trip. Ik had een groothoekobjectief uitgekozen (16-35mm f/4) voor de hallen  aangevuld met een normale zoom lens (24-70 f/2.8) voor wat meer detail opnamen. De hallen zelf zijn erg donker (verlichting doet het al lang niet meer) maar door de ramen komt er wel licht naar binnen. Dit grote contrast kan eigenlijk alleen m.b.v. HDR gevangen worden. Daar ben ik nog steeds geen voorstander van omdat het vaak kunstmatig oogt, maar soms kan het niet anders.

De foto's:
De Wagenmakerij heeft het meeste licht, waardoor de
gekleurde pilaren mooi uitkomen
Koepelhal in HDR
Locomotiefhal in HDR
Naast de overzichtsfoto's is het juist ook leuk om details te fotograferen.




smeerput voor treinen. In de Locomotiefhal.
Deel van het verwarmingssysteem?
De opdracht van CKE was om de 12 meest aansprekende foto's te selecteren en die gezamenlijk te bespreken. Hier kwam een selectie uit naar voren:

reflectie van het dak van de Locomotiefhal en een plas water.
Opzettelijk ondersteboven weergegeven

Olievlekken op de grond

Weggeroest stuk treinrail

reflectie van een raam in een plas water

De gele balken hier leken in het juiste licht wel van goud

Nogmaals de koepelhal, in een poging om deze
anders dan anders weer te geven
HDR-opname

Bedankt voor het lezen en kijken,

Robert van Brug