woensdag 9 november 2011

Belichten

Niveau: gevorderde
Belichten, bibliotheken zijn erover volgeschreven. Vandaag een korte uitleg over wat het is, de techniek erachter en hoe je ermee om moet gaan. En een voorbeeld hoe het niet moet!

Wat is 't?
Het kan twee dingen zijn: 1. belichten van een onderwerp met lampen en/of flitsers. 2. de belichtingsopties op de camera zo instellen dat het onderwerp er zo goed mogelijk opstaat. Ik heb het hier over het laatste van de twee.

Welke techniek zit erachter?
als je met de camera op een onderwerp richt kaatst er licht van dat onderwerp op de beeldchip in je camera. Dit licht wordt doorgemeten door de camera en de camera stelt zich hierop in. De truc is, dat de camera van een gemiddelde waarde uitgaat, hij verwacht een gemiddeld beeld en zal zich dan ook zo instellen. Dit is ook logisch, de camera moet toch iets? En meestal is dat ook goed, maar niet altijd!
Wat zal er gebeuren, als je iets probeert te fotograferen dat voornamelijk heel licht van kleur is, zoals bijvoorbeeld witte vogels? Je raadt het al: dat gaat niet goed. De camera, met z'n gemiddelde instelling meet het beeld, ziet wel een lichte vogel, maar ook een donkere achtergrond, middelt dat en hop: het beeld wordt té licht. Gevolg is dat de vogel zgn. uitgebeten wit vertoont wat wil zeggen dat er geen enkele doortekening meer inzit, het is een wit vlak geworden. Hier een voorbeeld:


Deze steenloper zat heerlijk te badderen wat een spectaculair beeld oplevert met rondvliegende waterdruppels. De vogel is voornamelijk wit, de achtergrond is vooral donker. Hoewel het een mooi plaatje oplevert is de vogel uitgebeten wit. Leuke foto, maar geen hele goede foto en dat is balen als je hiervoor een heleboel moeite hebt gedaan en er thuis pas achterkomt. Zoals ik.

Hoe ga je ermee om?
Het makkelijkste is om de belichtingsinstelling te wijzigen. Je kunt op bijna iedere camera, ook de compactcameraatjes, de belichting instellen middels de +/- knop. Pak desnoods die handleiding er toch nog even bij. Een van de grote voordelen van digitale fotografie is dat het resultaat van je inspanningen direct zichtbaar zijn. Dus als je op het schermpje ziet dat het uitgebeten wit is geworden, dan moet je iets onderbelichten (- dus), dan wordt de foto gemiddeld iets donkerder, net zolang totdat er detail in het wit zit.
Omgekeerd is ook waar: een zwarte kraai op een hagelwit strand: overbelichten! Anders wordt het geheid een zwarte vlek.

Kan ik nog meer doen?
Ja, dat kan, maar alleen met de wat serieuzere camera. Het heet RAW. Achtergrond: als je dit niet gebruikt gebeurt het volgende: je maakt een foto, de camera analyseert het beeld, zal dit zelf gemiddeld bewerken (beetje contrast verhogen, kleur bijstellen, beeld verlevendigen, verscherpen, enzovoort) en het resultaat op je geheugenkaart wegschrijven als JPEG (extensie: .jpg). Nogmaals: meestal doet de camera het goed, maar als het onderwerp extreem licht of donker is gaat het fout. Dit is allemaal niet zo'n groot probleem, maar als je in JPEG foto's maakt gooit de camera na het zelf bewerken alle niet gebruikte informatie weg. En dat is veel, zo ongeveer de helft. Zonde natuurlijk. Voordeel is wel dat er meer foto's op je geheugenkaart passen.
Als je de camera instelt op RAW (.CR2 extensies bij Canon, NEF bij Nikon) dan wordt er niets bewerkt en niets weggegooid. Alle informatie blijft beschikbaar. Groot nadeel: je kunt niets met RAW-bestanden, deze moet je verder bewerken in daarvoor bestemde software zoals Capture NX2 van Nikon, of Paint Shop Pro, of, de bekendste: Photoshop van Adobe. Het is dus veel meer werk, maar je kunt er ook veel mee. Photoshop bevat bijvoorbeeld een herstelmogelijkheid (recovery slider) waarmee je verloren gegaan detail terug kunt halen, het is net toveren. Dit gaat best ver, maar er zitten grenzen aan, bij sommige foto's, zoals de steenloper hierboven, is het wit zó uitgebeten dat er geen redden meer aan is, ook al is dit een RAW-opname. Onderstaand een voorbeeld van wat nog net goed ging:


De linkervleugel van deze ralreiger was puur wit geworden, maar na wat Photoshopmagie zit er weer doortekening in het verenkleed. Voor de kenners: de linkervleugel heb ik 4 stops onderbelicht, dat is extreem, maar het werkt, nog net.

Beter is natuurlijk om goed te belichten en Photoshop niet nodig te hebben. Maar soms is er plotseling iets moois te zien en is er geen tijd om allerhande instellingen te gaan aanpassen, zoals bij deze reiger.

Tenslotte: wat moet je doen bij een zwart/witte vogel? En die zijn er veel! Bijvoorbeeld: kieviten, meerkoeten, de meeste meeuwensoorten, zwanen en ooievaars. Om heel eerlijk te zijn: dat lukt niet. Althans, niet zolang de zon er lekker op schijnt. Dan wordt de foto of onder- of overbelicht of allebei tegelijk. De huidige camera's hebben niet een dermate groot dyamisch bereik dat ze hiermee om kunnen gaan. De enige oplossing dan is wachten op minder licht. Bewolking, dat filtert enorm veel zonlicht weg, of nog beter: het licht van de opkomende of ondergaande zon, dat is veel minder krachtig en ook nog warmer van kleur waardoor de foto's sowieso al mooier worden.


Deze lepelaar toont zowel in de witte als in de zwarte delen veel detail. Hij is midden overdag gemaakt dus het was hier bewolkt wat ook te zien is aan de afwezigheid van een schaduw. Voor veel vogelfotografen is (sluier)bewolking een zegen!

Ik heb nu het verhaal toegespitst op vogels, maar het geldt natuurlijk voor alle vormen van fotografie.

Samenvattend, de tips van de dag:

  1. blijf kijken naar de de foto's die je genomen hebt. Zodra je details mist ga je onder- en overbelichten. Ook op compactcamera's.
  2. Indien mogelijk: maak alle foto's in RAW. Dit levert meer werk op, maar ook veel meer vrijheid en het is het echt waard. Veel camera's kunnen zelfs alle foto's als JPEG én als RAW opslaan, dan heb je het beste van 2 werelden, kost alleen meer geheugenruimte. Bovendien biedt fotograferen in RAW meer voordelen, maar die zijn voor later.
Tot de volgende keer, Robert

Geen opmerkingen:

Een reactie posten