maandag 2 januari 2012

Sluitertijd: het bevriezen van beweging

Als eerste natuurlijk de beste wensen voor 2012! Ik hoop dat het een mooi jaar wordt. Dat er maar vele fotogenieke dingen op jullie en mijn pad mogen komen en dat we dat maar heel mooi mogen vastleggen.

Ik wil het in dit eerste artikel dit jaar hebben over sluitertijd. Dit is een van de dingen die makkelijk te begrijpen is in de fotografie: als iets sneller beweegt moet je camera ook sneller zijn, anders wordt de opname bewogen.

Maar welke beweging moet je bevriezen? Er zijn 4 soorten:
  1. de trilling van je hand. En je hand trilt altijd al is het maar door je eigen hartslag. Dit is een van de redenen om foto's vanaf een statief te nemen, dat is veel stabieler.
  2. de beweging van het object waar je je op/in bevindt, bijvoorbeeld een rijdende auto of trein.
  3. het object zelf beweegt. Een vogel die naar je toe vliegt heeft een voorwaartse snelheid, dat is ook beweging, en wel met 50-80 km/u. Een formule 1 auto kan 300 km/u halen een straaljager ruim 1000 km/u.
  4. Beweging in het object zelf: in het vorige voorbeeld zou dat het klappen van de vleugels zijn. Deze beweging gaat nog veel sneller dan de vorige en is dus moeilijker te bevriezen. 
Een paar ganzen in vlucht, met alle soorten beweging hier aanwezig: ik was bijrijder terwijl we met 70 km/u over een dijk reden. Vlak naast de auto vlogen deze ganzen, dus: raam open en klikken maar.
Mijn hand bewoog zeker. De auto bewoog ook zoals gezegd. De vogels vliegen vooruit, die beweging valt mee omdat het bijna net zo snel was als de auto reed. Tenslotte de vleugelslag. Met een sluitertijd van 1/3200e seconde is het beeld helemaal bevroren.

Nu wil ik het alleen over het bevriezen van de beweging in het onderwerp hebben, nummer 3 en 4 in de lijst. Nummers 1 en 2 vallen onder vibratiereductie, dat komt een andere keer.

De vraag is: welke sluitertijd heb je nodig om beweging van het onderwerp te bevriezen? Ik heb een aantal sluitertijden onder elkaar gezet om zo een overzichtje te maken:
  • 1/8000e: snelste sluitertijd op prosumer camera's. Geschikt bijvoorbeeld voor het vastleggen van een vliegende kolibrie. Extreem veel licht nodig. Nog kortere sluitertijden zijn alleen met flitsers bereikbaar, maar dat is voor een andere keer, ik ga hier uit van natuurlijk licht.
  • 1/4000e: snelste sluitertijd op consumer camera's. Geschikt voor het bevriezen van snelle beelden, zoals atleten in actie of snel vliegende vogels. Veel licht nodig om dit te halen!
  • 1/1000e-1/2000e voor het vastleggen van gemiddeld snel bewegende objecten. De meeste vogels in vlucht zijn hiermee goed te doen.
  • 1/250e-1/500e: geschikt voor het maken van foto's van normaal bewegende mensen.
  • 1/125e: vanaf deze waarde en lager niet meer geschikt om beweging te bevriezen.
  • 1/60e: standaard sluitertijd met flitslicht op mijn spiegelreflex. Op compactcamera's vaak 1/30e seconde.
  • 1/20e - 1 seconde en langere sluitertijd: met name gebruikt voor creatieve effecten, waardoor het beeld bewust bewogen wordt vastgelegd.

1/30e-1/250e is de range die gebruikt kan worden voor panning: het meetrekken van de camera met de beweging van het onderwerp. Het idee van panning is dat het onderwerp scherp wordt vastgelegd maar dat de achtergrond door de meetrekkende beweging bewogen wordt.

Panning opname van Iris: camera met Iris meebewogen, de achtergrond wordt een waas, wat snelheid suggereert.











Deze buizerd kwam plotseling laag overvliegen,
waardoor ik geen tijd had instellingen te wijzigen. Sluitertijd was 1/500e op dat moment. De voorwaartse beweging van de buizerd is hiermee bevroren, maar de beweging in de vleugels niet, dan had ik tussen 1/1000 en 1/2000e moeten gaan zitten.
Dit is niet per se slecht: het geeft ook wat dynamiek aan de opname.

Langere sluitertijden kunnen ook gebruikt worden voor creatieve effecten. Een voorbeeld:

Onze kerstboom (van 2010). Foto genomen in een verder donkere kamer (na zonsondergang, alle lichten uit), vanaf statief, sluitertijd 2,5 seconde en gedurende die tijd langzaam ingezoomd.



















Foto van een verlichte rotonde, bij nacht. Gemaakt vanaf statief, sluitertijd maar liefst 15 seconden. De rotonde zelf, de bomen en lantaarnpalen zijn allemaal prima, de strepen in het beeld worden veroorzaakt door de lichten van de bus die voorbij kwam rijden.





Afrikaanse Zeearend op jacht, gepakt op 1/6400e seconde: dat bevriest zo ongeveer alle beweging, inclusief de trillingen van mijn hand, het schommelen van het bootje, de voorwaartse beweging van de arend, het klappen van de vleugels én de kleine veertjes op de vleugels die kunnen bewegen door de vliegsnelheid: alles staat prachtig stil! Om dit te realiseren heb je heel veel licht nodig, maar dat is er in Afrika meestal wel.

Het mag duidelijk zijn dat het volledig bevriezen van alle beweging niet altijd het mooiste beeld oplevert. Aan de andere kant is het vaak niet mogelijk om een enorme snelle sluitertijd te halen, domweg omdat er onvoldoende licht aanwezig is. Stel je wilt een foto maken waarbij je 1/1000e seconde nodig hebt, maar je haalt maar 1/100e wegens weinig licht. Achterop je camera zie je dat het beeld bewogen is. Wat zijn je opties? Het zijn er drie:
  1. Vergroot het diafragma. Hoe lager het f-getal, hoe wijder de opening van de lens, hoe sneller het is. Op maximaal diafragma zijn de meeste lenzen niet op hun best, maar je moet toch iets. Ook kun je een lens erop zetten die gevoeliger is voor licht, of een teleconverter er tussenuit halen, dit helpt allemaal op dezelfde manier.
  2. Verhoog de ISO-waarde. Dit levert weliswaar meer ruis op, maar anders is het beeld bewogen. Bovendien is dit het punt waar de afgelopen paar jaren de grootste vooruitgang is geboekt: minder ruis bij hogere ISO-waarden. Als je ermee om kunt gaan is tot ISO 1000 met niet teveel ruis goed te fotograferen.
  3. Zorg dat er meer licht komt! Ben je ergens binnen, doe dan alle lampen in de buurt aan. Helpt dit niet voldoende gebruik dan de flitser. Op de savanne in Afrika heb ik wel eens met zaklampen een paar leeuwen opgelicht om zo een foto mogelijk te maken.
Parende leeuwen net na zonsondergang, foto gemaakt bij licht van 2 LED-zaklampen van 200 lumen per stuk. Sluitertijd 1/15e seconde, ISO 3200. Redelijk extreme waarden en omstandigheden, maar zonder die zaklampen was er helemaal geen foto mogelijk geweest. Wees creatief.

Foto gemaakt door Wim Werrelman. Ik deed de belichting.





TIP: liever meer ruis dan een mislukte foto. Als je het nodig hebt, verhoog dan de ISO.

Bedankt voor de aandacht, tot een volgende keer!

Robert van Brug













2 opmerkingen:

  1. wat heb je dit goed uitgelegd, hier kan ik altijd weer iets van opsteken.

    Groetjes Von

    BeantwoordenVerwijderen
  2. Via Yvon kom ik bij jou blog. Altijd leuk om tips te lezen, dus heb ik je bij mijn lijst met blogs gezet.

    groetjes Marjon

    BeantwoordenVerwijderen