zaterdag 25 februari 2012

Diafragma, sluitertijd en lichtgevoeligheid (ISO)

Over diafragma, sluitertijd en lichtgevoeligheid (ISO), de heilige drie-eenheid van de fotografie.

Er zijn al boekenkasten volgeschreven over diafragma, sluitertijd en lichtgevoeligheid (ISO), maar ik waag het erop om het op mijn manier nog een keer te doen. Voegt dat iets toe? Ik hoop een heel makkelijk te begrijpen uitleg te geven. Sommigen blijven dit een lastig verhaal vinden dus daarom hier: belichting voor dummies.

Om foto's te maken is licht nodig. Licht van de zon, lampen of een flitser schijnt op iets wat gefotografeerd moet worden en gaat vanaf daar naar het fototoestel. De lens is het eerste onderdeel waar het licht binnenkomt. In de lens zit een diafragma, waarmee de hoeveelheid licht die doorgelaten wordt kan worden geregeld.

Foto van een lens. De lamellen die je hier ziet (die grijze bladen die in elkaar gedraaid zitten) vormen samen het diafragma. Hier is het diafragma bijna dicht: er is nog maar een klein gaatje over en er wordt maar heel weinig licht doorgelaten.

Waarom zou je licht tegenhouden? De grootte van het diafragma is allesbepalend voor iets dat scherptediepte heet en dat ik hier verder uitleg.

Om het heel simpel te zeggen: diafragma bepaalt voor een groot deel hoe een foto er uitziet.

Is het licht het diafragma eenmaal voorbij dan is het volgende belangrijke onderdeel in de camera de beeldsensor. De beeldsensor doet op digitale wijze wat vroeger het filmrolletje deed. Een fillmrolletje is gemaakt van lichtgevoelig materiaal en als je daar even een beeld op projecteert dan staat dat erop. Een beeldsensor is niet anders.

Het diafragma staat altijd open en er komt continue licht doorheen. Een foto is echter een momentopname, dus we willen het licht maar heel even doorlaten, een fractie van een seconde. Vóór de beeldsensor zit de sluiter en die maakt dit mogelijk. Stel het voor als luxaflex die heel kort open- en dan weer dichtgaan.
Het zal duidelijk zijn dat een actiefoto een veel snellere sluitertijd nodig heeft dan iets dat niet beweegt, zoals bijvoorbeeld een gebouw. Meer uitleg hier.

Met diafragma en sluitertijd kun je alles regelen. Optisch is dit alles wat er is. Maar er is een derde, meer technische kant die belangrijk is, namelijk de lichtgevoeligheid, beter bekend als ISO.

Stel dat voor een bepaalde foto het diafragma en de sluitertijd gekozen is, maar de foto wordt niet goed belicht: te donker of te licht. Dan kan door het instellen van de ISO-waarde de lichtgevoeligheid verandert worden. Het is een technische truc waarmee de opname donkerder of lichter gemaakt kan worden.

Dat was het! Dat viel mee, toch? Wat hierna volgt zijn details, maar wie weet is het interessant?


Aha, je bent er nog, dus je bent toch nieuwsgierig naar meer informatie. Met diafragma en sluitertijd bepaal je de hoeveelheid licht die op de sensor valt en met ISO de lichtgevoeligheid van diezelfde sensor. Laten we er eens wat mee rekenen.

De volgende tabel laat een aantal mogelijke instellingen zien die allemaal tot dezelfde belichting leiden:

Diafragma
(f/)
Sluitertijd
(in seconde)
ISO
8
1/1000
400
8
1/500
200
8
1/2000
800
4
1/1000
100
11
1/1000
800
11
1/250
200
2.8
1/4000
200
1.4
1/8000
100
22
1/500
1600
16



1/125



640

Bij de laatste drie regels mag je zelf de ontbrekende waarden bedenken. De laatste is het lastigst! Laat een paar van de mogelijke antwoorden maar als reactie achter, ik ben benieuwd.

Bovenstaande tabel laat de samenhang tussen de drie mooi zien:
Een groot diafragma (f/2.8 bijvoorbeeld) gaat goed samen met een korte sluitertijd bij een fatsoenlijke ISO waarde. Wil je een korte sluitertijd bij een kleiner diafragma (groter getal) dan moet de ISO omhoog.

Deze instellingen leveren wel andere resultaten, de belichting is alleen gelijk. Het spreekt vanzelf dat bij een andere diafragma de scherptediepte anders wordt en bij een andere sluitertijd ontstaat er misschien bewegingsonscherpte. Tenslotte kun je bij een hogere ISO waarde meer ruis verwachten. Maar de belichting is in alle gevallen gelijk en er zijn nog veel meer waarden mogelijk. Als je bedenkt dat een andere situatie ook om een andere belichting vraagt, en dat de hoeveelheid licht vaak niet constant is (wolkje voor de zon, zon en schaduw wisselen af, enzovoort), dan zal duidelijk zijn dat bovenstaande ontzettend belangrijk is. Dit moet je als fotograaf minimaal onder de knie hebben.

Succes en bedankt voor het lezen.

Robert van Brug









3 opmerkingen:

  1. heel goed dat je ( groot getal) tussen haakjes erbij zet, daar had ik in het begin veel moeite mee om te snappen, het is weer een prima uitleg.

    Groetjes Von

    BeantwoordenVerwijderen
  2. Volgens mij zit er een foutje in de tabel. Jij geeft aan f 5.6 bij 1/250 met ISO 200. Volgens mij moet dat zijn f11 bij 1/250 met ISO 200.Als de sluitertijd 4 x wordt vergroot (langer) en de gevoeligheid 4 maal wordt verlaagd, blijft de diafragma opening gelijk, toch?

    BeantwoordenVerwijderen
    Reacties
    1. Beste Eduard,

      je hebt helemaal gelijk! Bedankt voor de oplettendheid, ik heb het nu aangepast. Heb je misschien ook een oplossing voor ISO640, de laatste in de tabel?

      Met vriendelijke groeten,

      Robert van Brug

      Verwijderen