donderdag 1 december 2011

De M-stand

Ik ben zelf begonnen foto's te maken op de P-stand (=program) van mijn camera. In deze positie bepaalt de camera het diafragma en de sluitertijd. Voor eenvoudige onderwerpen is P makkelijk: aanzetten en klikken maar! Vaak gebruik ik dit nog bij gezinskiekjes bij goed licht (=buiten). De AUTO stand heb ik overgeslagen. Deze doet hetzelfde, maar dan bepaalt de camera ook of het de ingebouwde flitser gaat gebruiken. Dat wil ik graag zelf bepalen. De P-stand is dus vooral makkelijk, maar geeft heel weinig controle en soms heb je die controle nodig. Bijvoorbeeld bij wat lastigere lichtomstandigheden zoals schemer of tegenlicht. De camera kan hier gewoon niet mee omgaan.

Neem nu deze foto van Olga bij een zonsondergang. Leuk, maar het zou nog leuker zijn als Olga ook nog een beetje herkenbaar in beeld was. Dat gaat echter niet lukken: de camera neemt veel donker waar en ook veel licht en probeert te middelen. Dat is ook logisch: als Olga hier goed belicht zou zijn geweest zou de rest gigantisch licht zijn geworden.
En dit beeld herstellen in Photoshop? Ook geen goed idee: het silhouet is té donker geworden, er zit niet meer genoeg informatie in het beeld. Sowieso is het een heel slecht idee om donkere partijen lichter te maken, dan liever andersom.

Goed, niet de P stand, de A of de S-stand dan? Dit is de halfautomaat: je kiest of diafragma (A-stand) of sluitertijd (S-stand) en de camera doet de rest. Dit lijkt aantrekkelijk want je hebt zelf meer controle en kunt niet echt iets fout doen. Is de scherptediepte belangrijk, dan kies je A-stand. In mijn geval was het door gebruik van een teleconverter belangrijk om met f/8 te werken. De lichtmeter in mijn camera zocht daar vervolgens een sluitertijd bij. Als mij dat niet aanstond kon ik altijd nog de ISO-instelling veranderen óf de belichtingscorrectie (+/- knop) gebruiken. Dit heb ik een hele tijd gebruikt, tot volle tevredenheid.

Ook deze afrikaanse zeearend is in de A-stand gekiekt. Het maximale diafragma van f/2.8 is hier een beetje afgeknepen (naar f/3.3) voor extra scherpte. De belichtingscorrectie heb ik naar -0.5 stop gedraaid om te voorkomen dat het wit op de borst/kop uitgebeten zou raken. De camera kwam uit op 1/2000e seconde: prima voor een actiefoto.









Maar zo af en toe bekruipt je het gevoel dat je toch niet optimaal gebruik maakt van je apparatuur. Sommige foto's van anderen lijken nog meer detail te hebben. Ook bij lastige lichtomstandigheden. Soms bij hoge ISO-waarden toch een heel goed plaatje wat ik niet zou kunnen produceren. Hoe doen ze 't?

Het antwoord: de M-stand, manual dus. Uiteraard moet je dan zelf zowel diafragma als sluitertijd zelf instellen. Ik heb hier uitleg over gehad door Bas Breetveld (www.fotosloep.nl), die dit in fotoworkshops begrijpelijk maakt en je ermee laat oefenen. Toch bleef ik in de A-stand fotograferen omdat me dat makkelijker leek. Want:
  1. Diafragma staat vast op 8, bijna altijd.
  2. ISO pas ik alleen aan als het te donker (of te licht) wordt en de sluitertijden die de camera haalt te lang worden (of te kort). Dus is ook redelijk vast gegeven, bij mij vaak 400 want dan is er nog niet veel ruis in de foto zichtbaar, daarboven loopt het op.
  3. Sluitertijd: doet de camera in dit geval
  4. Wat moet ik dan nog doen: de belichtingscorrectie, de +/- knop dus. Eitje dus!
Maar nu heeft Bas mij toch overtuigd van het nut van manueel belichten. En van ETTR oftewel Expose to the Right. Dat is voor een andere keer, maar komt er kort op neer dat je het lichtste punt in de compositie rechts in het histogram probeert te krijgen. Hiermee voorkom je ruis. Bas heeft foto's op ISO 1600 van ijsvogeltjes zonder ruisonderdrukking en die zijn prima. Als ik iso 1600 nodig heb dan stop ik ermee, maar dat hoeft dus niet. En nog veel belangrijker is dat je onder alle omstandigheden kwaliteitswinst kunt boeken door zelf de regie in handen te nemen.

Ik ben daarom laatst in de buurt nog eens gaan proberen het geleerde toe te passen en was redelijk sceptisch. Maar al doende en testende kwam ik erachter dat het net zo makkelijk is. Nou ja, bijna, maar het biedt wel veel voordelen.

De belichtingscorrectie doet namelijk helemaal niks! Ik verkeerde in de veronderstelling dat deze functie, die ik continue gebruik, de foto softwarematig lichter of donkerder maakt. Niets is minder waar. De camera past gewoon de sluitertijd of het diafragma aan. En daar ben ik net pas achter.

Test1:
Foto 1: A=1.8, s=1/500e. Ik vind het te donker en besluit een volle stop over te belichten:
Foto 2: A=1,8, s=1/250e! Voor de zekerheid wil ik een nog lichtere foto, maar weer een stop:
Foto 3: A=1,8, s=1/125e.
Bij foto 2 staat er keurig +/- = +1 in de EXIF en bij foto 2 +2. Maar dat is niet wat ik dacht dat het was, maar de sluitertijd is door de camera aangepast. En dat mag ook want het is in de A-stand.

Test 2 in de S-stand levert hetzelfde beeld op: sluitertijd blijft gelijk, maar draaien aan de +/- knop levert wijzigingen in diafragma op.
Foto 1: s=1/60e, A=5.6. Weer een stop overbelicht levert:
Foto 2: s=1/60e, A=4. Weer een stop overbelicht:
Foto 3: s=1/60e, A=2.8.
En ook hier kun je zien dat de belichtingscorrectiefunctie is gebruikt in de EXIF bij de foto.

Drie foto's van hetzelfde olifantje. Sluitertijd constant, 1 en 2 stops belichtingscompensatie leidde tot 1 en 2 stops kleiner diafragma (S-stand). Let op het verschil in scherptediepte!

De ultieme test, test 3: de M-stand. En raad eens: je kunt instellen wat je wilt, tussen -5 en +5, de foto blijft even donker. Dat is natuurlijk ook logisch, snap ik nu, maar voor mij was dit nieuw.

Nu in het veld geprobeerd. Ik ben nu overtuigd dat de belichtingscorrectiefunctie weinig nut heeft, dat is gelijk aan diafragma en sluitertijd instellen, het is niet een 4e variabele. Een uurtje schieten leverde op:
  1. Diafragma staat vast op 8.
  2. ISO staat vast op 400.
  3. Sluitertijd: is dus het enige wat ik moet instellen!
Dus nog steeds, net als in de A-stand, maar 1 ding instellen, dat moet lukken.

Voordeel: de sluitertijd instellen is met 1 vinger te doen (achterste instelwiel draaien), voor het wijzigen van de belichtingscorrectie heb ik twee knoppen nodig. Dus het is makkelijker.

Nadeel: als je van een donker (meerkoet) naar een licht onderwerp (zilverreiger) schakelt, moet je wel de sluitertijd aanpassen. En van een onderwerp dat in de schaduw zit naar een die in het licht zit moet je ook schakelen. Maar dat is het dan ook. En je hebt je lichtmeter en histogram om je te helpen.

Groot voordeel: als er plotseling iets in beeld verschijnt met veel donker of lichte vlakken dan gaat alleen bij de M-stand de lichtmeter niet op hol. Voorbeeld:


Ik was de Casarca rechtsonder aan het fotograferen, toen deze nijlgans kwam landen, een leuk fotomoment. Zie hoe de vleugels aan de onderzijde uit alleen wit en zwart bestaan. In de M-stand, ETTR met het wit van de kop van de Casarca gaat dit automatisch goed.

Dit onderwerp zal ik nog verder uitwerken en de verschillende onderdelen kom ik nog apart op terug.
Vragen? Laat het me alsjeblieft weten!
Tot een volgende keer,

Robert van Brug

1 opmerking:

  1. Dag Robert,
    Ik zag dat dit een oud verhaal is maar ik heb er veel van geleerd, ik fotografeerde altijd in AV super tot ik regelmatig in de lucht ging foto`s maken niks dus altijd over belicht ik heb nu een Eos 1 Ds gekocht waar de M stand bijna een must is het artikel van u is daar door zeer verhelderend.
    Dank je
    Flip
    www.flipzellmann.nl

    BeantwoordenVerwijderen