donderdag 19 juli 2012

Macrofotografie 1: het begin

Tot nu toe heb ik me voornamelijk toegelegd op vogelfotografie, maar  het is tijd geworden voor een verbreding. Ik ben vaak in de natuur op jacht naar mooie vogels terwijl allerhande libellen, vlinders, bijen enzovoort om mij heen zoemen. Dit zijn ook prachtige beestjes om te fotograferen, maar gewapend met slechts een telelens is dit een kansloze missie. Hiervoor heb je een macrolens nodig en in dit artikel zal ik uitleggen waarom dat zo is.
Links op de foto, mijn 'oude' 18-200 mm zoomlens.
Rechts de 105 mm macrolens.
In dit artikel ga ik vooral deze twee lenzen met elkaar vergelijken. Waarom er een 105 mm lens bij kopen als je al een lens hebt met dat bereid, sterker nog, de zoomlens gaat van 18 tot 200 mm en heeft daarmee een veel groter bereik. Met een maximaal diafragma van f/2.8 is de macro lens wel veel lichtsterker, hij kan wel op een camera met full frame sensor, maar verder is zo'n macrolens eigenlijk heel beperkt. En ongeveer even zwaar/groot/kostbaar, dus: waarom zou je? Het antwoord op de vraag zit in het woordje 'macro'.

Definitie:
Macrofotografie mag alleen zo genoemd worden als de vergroting groter of gelijk is aan 1.

Dat wil zeggen dat bij mijn camera met een beeldsensor van 16x24 mm, een onderwerp van die afmetingen beeldvullend in beeld wordt gebracht. Dat is leuk bedacht, maar probeer het maar eens. Nee laat maar, ik heb het al voor jullie geprobeerd, met een klein onderwerp dat iedereen wel kent.
Een muntstuk van 1 euro, Italiaanse uitvoering
met de Homo Universalis van Da Vinci erop.
De bovenstaande foto is gemaakt met de 18-200 mm lens. En om het vergelijk met de macrolens zo eerlijk mogelijk te maken heb ik die op 105 mm ingesteld. Deze foto is gemaakt vanaf 50 cm afstand, dat is namelijk de minimale scherpstelafstand. Nog dichterbij dan 50 cm en de lens kan niet meer scherpstellen. Overigens geldt deze afstand vanaf de sensor gemeten, dus dat is ongeveer 40 cm vanaf de voorkant van de lens.

Ik vind het resultaat  niet geweldig. Er staat te veel omgeving op de foto, ik wil alleen het muntstuk.
Een telelens dan? Fout gedacht. Hoe groter de brandpuntsafstand, hoe groter de minimale scherpstelafstand. Een 300 mm lens stelt pas vanaf 4 meter scherp en dan is het muntje nog veel kleiner in beeld.
Croppen, is dat een oplossing? Deels. Als je de foto om de munt heen wegsnijdt dan komt de munt wel groter in beeld, maar ook maar met een deel van de pixels:


Dit is een detail uit de vorige foto. Er zijn behoorlijk wat details zichtbaar, het begint op te vallen hoe beschadigd de munt in kwestie is. De 18-200 mm lens is dan ook niet slecht. Bovendien is de foto vanaf statief gemaakt en met zelfontspanner.

Als dit niet goed genoeg is heb je een macrolens nodig. De hele optiek van een dergelijke lens is volkomen anders, waardoor de minimale scherpstelafstand kleiner is, bij een hogere kwaliteit.

Hierbij dezelfde munt met de macrolens:


Deze foto is gemaakt op de minimale scherpstelafstand van 31cm en dit is de hele foto. Waar bij een normale lens behoorlijk gecropt moet worden, past bij een macrolens de munt niet eens helemaal in beeld. Nu de macrofoto gecropt tot een detail:

Daar is een macrolens dus voor!

Nu het verschil duidelijk is gemaakt, zal ik de volgende keer ingaan op de beperkte scherptediepte bij deze vorm van fotografie. Ik hoop dat ik jullie de komende weken kan laten meegenieten van mijn leercurve in de macrofotografie!

Tot de volgende keer,

Robert van Brug








maandag 2 juli 2012

Roofvogelshowfotografie

In de omgeving van Eindhoven, waar ik woon, is genoeg te doen en te zien en dus ook genoeg om te fotograferen. Op het gebied van vogels is het echter wat mager: in Friesland, Zeeland, in de polder, aan de kust of langs de rivieren is allemaal meer te zien dan hier.

Maar op slechts een paar kilometer van mijn huis zit Falconcrest (www.falconcrest.eu). Een roofvogelpark waar je je een groot deel van het jaar kunt vergapen aan allerhande roofvogels en uilen. Als natuurliefhebber heb ik moeite met dieren in kooien en het exploiteren van dieren al helemaal, maar hier doen ze ook veel goed werk. Het heeft echter nog een paar fotografische voordelen:
  • Veel verschillende soorten roofvogels die je geheid voor de lens kunt krijgen. Ik ken geen lokatie in de wereld waar je zomaar even 5 soorten uilen en 20 soorten roofvogels kunt vastleggen. Die zekerheid is leuk. 
  • Het is prima oefenen hier. Dat geldt voor dierentuinen in het algemeen, maar als je vogelfotografie wilt oefenen is dit een prima oefenronde. De dieren worden in shows ingezet, er wordt dus mee gevlogen, waarbij je vaak veel dichterbij kunt komen dan in het wild. Omdat het dichterbij is hoef je ook niet van die hele dure apparatuur te hebben, met een beetje compactcamera lukt het al om een vogel er redelijk op te krijgen. 
  • Er zijn close-ups van vogels mogelijk die in de natuur gewoon niet kunnen, omdat de vogels niet weg kunnen als je heel dichtbij komt.
  • Het is van tevoren veel duidelijker wat en waar er zal gebeuren dan in de natuur. Dat maakt de kans op mooie opnames vele malen groter.
Maar er kleven ook nadelen aan deze vorm van fotografie:
  • Het is meestal onmiddellijk duidelijk dat de foto niet in het wild gemaakt is. Het is bijvoorbeeld een exotische soort die je hier gewoon niet kunt tegenkomen. Of er staan medebezoekers bij op de foto. En sommige close-ups zijn weliswaar mooi, maar  zullen in het wild te mooi zijn.
  • De roofvogels zijn voorzien van leren riemen om de poten om ze mee te kunnen vasthouden. En er wordt als er mee gevlogen wordt ook nog een GPS-zender om de poten gedaan zodat de vogels teruggevonden kunnen worden, mochten ze er vandoor gaan. Dit is allemaal logisch, maar hierdoor zijn deze beesten nog veel meer herkenbaar als dieren die in gevangenschap leven. Veel meer dan dieren in een dierentuin.
Voor- en nadelen dus, maar dit weekend was de grote Valkerij Fair. Dat is een inmiddels jaarlijks terugkerend evenement waarbij zij een aantal collega's uitnodigen en er nog veel meer vogels van nog meer soorten aanwezig zijn, en nog leuker: veel meer shows. Normaal 1 per dag, nu wel 8 denk ik. Tóch maar kijken dus, camera mee!

Nou, tijd om naar wat voorbeelden te kijken:


Een valkenier met een mooie Bateleur. De vogel staat er redelijk spectaculair op zo, maar of die valkenier erbij nou zo mooi is? Wel als je een foto van de roofvogelshow wilt hebben. En een Bateleur zo dichtbij gaat normaal niet lukken. 
De schaduw vind ik zelf wel leuk.

Opname gemaakt met een 18-200 mm lens, die normaal ongeschikt is voor vogelfotografie.




Een mooie uil, een Europese Oehoe, leuk in vlucht vastgelegd. 

Maar ja, die leren riemen maken het kunstmatige gehalte erg duidelijk en anders het publiek op de achtergrond wel. Toch een geslaagde kiek vind ik.

Hiervoor heb ik de 300 mm f/2.8 gebruikt van wat grotere afstand.


Nog maar een spectaculair roofvogelshot, dit keer een landende Savannearend (Tawny Eagle).

Deze is weer met de 18-200 mm lens genomen.


En zo kan ik nog even doorgaan, maar het idee zal duidelijk zijn. Maar een ander soort foto, zoals in het begin gemeld, is heel goed mogelijk, namelijk de close-up:
De Bald Eagle, oftewel de Amerikaanse Zeearend. Symbool van de USA, zo'n mooi beest!

Met de 18-200 lens gemaakt van 2 meter afstand. De achtergrond is een lelijk donkergroen stuk plastic, diep in de schaduw. Ter plekke heb ik zitten dubben hoe ik hem er mooi op zou krijgen, maar ben hier wel blij mee. En dat ik er voor op mijn knieën in de modder moest, och, dat is niet zo erg. 

Vale Gier, op een metertje of 5. Met de 300 mm lens gemaakt. Bijna alle vogels zitten in de schaduw omdat ze het anders te warm krijgen, op een lelijk zitje. Bovendien zit de achtergrond vaak niet mee. Hier was net een doorkijkje mogelijk waarbij de achtergrond uit wat struiken en gras bestonden. Onder een iets andere hoek was de achtergrond een plastic vuilnisbak geweest.

Lannervalk. De achtergrond bestaat uit kleding die in een stand hing uitgestald. Met het diafragma vol open wat toch moest in de schaduw wordt het mooi vaag. Maar het diafragma staat hier zóver open (f/2.8) dat het scherptedieptegebied maar heel beperkt is. Hier alleen de ogen. De achtergrond, maar ook de snavel zijn niet scherp. Maar omdat de ogen wel scherp zijn, en dat is nog lastig, is de foto geslaagd.

Een Steenuil. De Engelse naam (Little Owl) is eigenlijk beter, deze beestjes zijn zo klein!

Bij deze foto geldt hetzelfde als bij de vorige. Kijk maar eens naar de nagels: uiteinde is goed scherp, daarna wordt alles wazig. 
Hierdoor valt de leren band om de poten veel minder op in ieder geval. 
Ook dit is met de 300 mm f/2.8 genomen, van een meter of 3, de minimale scherpstelafstand van dit objectief. 

In de natuur is het bijna onmogelijk om zo'n klein vogeltje beeldvullend te krijgen. Dit is de hele foto namelijk, geen uitsnede.

Conclusie:
De mogelijkheden zijn legio om met spectaculaire platen thuis te komen. Of waanzinnige close-ups. Ook met hele bescheiden apparatuur is het mogelijk om behoorlijke vogelfoto's te maken, wat in het wild onmogelijk is. Ik zal met veel plezier één keer per jaar mezelf hier vermaken. Het is leuk en ook nog goede oefening. Maar het is geen vervanging van vogels in het wild vastleggen. En als dat laatste je niet aanspreekt, is juist zo'n show voor jou misschien wel leuk!

Tot een volgende keer,

Robert van Brug